
4 op de 10 raadsleden vindt het lastig om de raadsvergadering te volgen
Raadsleden met een theoretisch opgeleide achtergrond kunnen de commissies- en raadsvergaderingen beter volgen dan hun collega’s met een praktische opleiding. Het taalspel van de vergadering, vakjargon en onnodig complex taalgebruik zijn slechts enkele voorbeelden waar raadsleden tegenaan lopen in het raadswerk.
Praktisch opgeleide raadsleden zijn ondervertegenwoordigd in de gemeenteraad en wanneer ze wel in raad zitten, geeft vier op de tien raadsleden aan niet goed mee te komen in vergaderingen. Op papier krijgen beide groepen evenveel ruimte om het debat te voeren. Maar een ruime meerderheid van praktisch en theoretisch opgeleide raadsleden ervaart dat sommige groepen raadsleden te overheersend zijn waardoor de kwaliteit van het debat niet gewaarborgd wordt. Daarmee wordt vooral gewezen naar de oudere, mannelijke raadsleden.
Praktisch opgeleid
De uitkomsten hoe raadsleden met een praktische achtergrond en raadsleden met een hoge opleiding naar het meedoen, meepraten en mee besluiten van alle raadsleden kijkt, blijkt uit uit “Praktisch opgeleide raadsleden”, een onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden uitgevoerd door onderzoeksbureau Invior.
Meepraten
Van de praktisch opgeleide raadsleden geeft 42 % aan niet goed mee te kunnen komen in de vergaderingen of bijeenkomst en theoretisch opgeleide raadsleden 23 %. Dat terwijl 77% van de theoretisch opgeleide raadsleden juist aangeeft goed mee te kunnen in bijeenkomsten of vergaderingen. “De realiteit is dat de meeste raadsleden theoretisch opgeleid zijn en bepalen dus het gesprek in de raad. Bovendien zijn de ambtenaren, die de stukken maken, ook nog eens theoretisch opgeleid. In de stukken staan veel woorden en begrippen die een theoretisch opgeleid raadslid eerder zal kunnen hanteren, aldus een raadslid in een toelichting.
Ingewikkelde vaktaal
Wanneer de memo’s, brieven en stukken compleet en tijdig aankomen, ervaren veel raadsleden een te hoog taalniveau, veel vakjargon en onduidelijke afkortingen. Het vergt veel tijd en kennis van raadsleden om de ingewikkeldheid van een onderwerp onder de knie te krijgen. “Het vraagt veel tijd om in het taalgebruik te komen en er is niet altijd uitgebreid ruimte om de stof tot je te nemen door de grote vergaderdruk. Je hebt tenslotte ook nog gewoon een baan en een gezin”, aldus een raadslid in het onderzoek.
“Ja, dit is voor mij herkenbaar, mijn idee is dat mensen die "theoretisch" onderwijs hebben gevolgd inderdaad makkelijker meekunnen in vergaderingen dan praktisch geschoolde mensen zoals ik zelf. Vaak zijn deze mensen het meer gewend zijn om lange stukken theorie tot zich te nemen en hebben zij ook vaak meer training gehad in doelmatig lezen”, zegt een ander raadslid.
Omgangsvormen
De raadsleden zijn positief over de omgangsvormen in de raad. Echter, een ruime meerderheid van zowel praktisch als theoretische opgeleide raadsleden is van mening dat sommige groepen te overheersend zijn in de raad en dit niet ten goede komt van het debat. “Het duurt even voordat je de patronen ziet, maar het zijn meestal dezelfde personen. Vrijwel altijd praten ze veel en hard maar zeggen inhoudelijk niet veel. Het vergt een erg goede voorzitter om deze types te temmen. Helaas kost het vaak ook veel tijd om naar herhalingen te luisteren en sluiten we vergaderingen geregeld laat op de avond af. Waarbij ik dan denk, dat had veel efficiënter gekund”, zo zegt een raadslid in de toelichting
Meer informatie
Lees hier het volledige onderzoeksrapport ‘Praktisch opgeleide raadsleden’.
De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden zet zich in voor de aantrekkelijkheid van het raadswerk. Meedoen, meepraten en mee besluiten door alle raadsleden met respect voor fatsoenlijke omgangsvormen is daarbij belangrijk, naast het vakmanschap van elk raadslid.