Af en toe Enschede in de (jeugd)zorg accepteren

Af en toe Enschede in de (jeugd)zorg accepteren

De nieuwe taken in de zorg moet de raad samen met het college willen doen. De politiek mag niet willen scoren over de rug van de zorgvrager.

Het advies van voormalig raadslid Frank Rozenberg (Gemeentebelangen, Leidschendam-Voorburg) om de zorgtaken samen te doen als raad met het college en daar geen politieke confrontatie over aan te gaan, kreeg veel weerklank op de raadsledenbijeenkomst van de Decentralisatiedag in de Brabanthallen in Den Bosch.

VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma riep de raadsleden op ‘niet alleen de wethouder te controleren maar ook meedenken met de wethouder’.

Tips

Raadsleden kregen in die bijeenkomst nog enkele andere tips van collega’s en oud-collega’s. Ze mogen best vragen wat burgers zelf hebben gedaan om de problemen van de zorgvrager op te lossen. Bovendien dienen raadsleden altijd te beseffen dat ze geen hulpverlener zijn. En dus mag er best af en toe wat fout gaan. ‘Ja, ik ben het er mee eens dat raadsleden moeten wennen dat er af en toe Enschede is, ook in de zorg en de jeugdzorg’, onderstreepte de Nijmeegse hoogleraar besturen van veiligheid, Ira Helsloot.

Het advies dat de raadsleden het beste beviel – getuige de reacties op twitter - kwam van Albert Jan Kruiter van het Instituut voor Publieke Waarden: ‘Ga aub niet mee in de gekte en staren je niet blind op 1 januari 2015, maar denk na over wat voor gemeente u in 2018 wilt zijn.’

Vinger aan de pols

In de bijeenkomst gingen raadsleden in gesprek met minister van Binnenlandse Zaken Plasterk, VNG-hoofddirecteur Jantine Kriens, VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma en staatssecretaris voor de decentralisaties in de zorg, Martin van Rijn. De staatssecretaris hield de raadsleden voor dat niet alles fout gaat, kijk daarom naar de goede voorbeelden. Raadsleden voelen de nieuwe taken in zorg, jeugdzorg en participatie als een zware nieuwe verantwoordelijkheid. Zij maken zich zorgen of het Rijk voldoende wil loslaten. Minister Plasterk stelde hen niet gerust. ‘Ik hou een vinger aan de pols’. Dat leidde tot een enkele reactie in de zaal om maar te stoppen met de decentralisaties.