‘Als de daad er niet is, zeg dat dan en maak de mensen niet blij’
Steeds meer Kamerleden dringen er bij de minister op aan om concrete stappen te ondernemen ten behoeve van raadsleden. Daags nadat verschillende Kamerleden een brief ontvingen met de oproep om de vergoeding en ondersteuning raadsleden aan te kaarten, spraken zeven fracties hun steun uit aan raadsleden tijdens hun inbreng in het overleg over de begroting van Binnenlandse Zaken van 2019.
Monica den Boer (D66) constateert dat de complexiteit van het raadswerk is toegenomen sinds de decentralisaties en ziet het oprichten van een toerustingsfonds voor raadsleden als mogelijke uitkomst. ''Zo'n fonds kan met een investeringsimpuls van de minister bijdragen aan de kennisontwikkeling en toerusting van raadsleden. Het budget kan worden toegekend aan individuele raadsleden, maar ook aan griffies'', aldus Den Boer. Attje Kuiken (PvdA) en Nevin Özütok (GL) ondersteunen deze oproep en Selçuk Öztürk (DENK) wil vooral dat de minister snel een knoop doorhakt: ‘’Kom nu met een daad! En als die daad er niet is, zeg dat dan en maak de mensen niet blij.’’
‘’Kom nu met een daad!’’
Liefdewerk oud papier
Stieneke van der Graaf (CU) is benieuwd naar hoe het zit met de tien miljoen euro die door de minister is toegezegd voor de vergoeding voor raadsleden in kleine gemeenten: ‘’Waarom is er niet voor gekozen om hier structureel geld voor vrij te maken? Is de minister het met de ChristenUnie eens dat het van belang is dat de vergoeding voor raadsleden in kleinere gemeenten niet eenmalig wordt verhoogd, maar dat dat structureel moet gebeuren?’’. Henk Krol (50PLUS) beschrijft het raadswerk in kleine gemeenten als ''liefdewerk oud papier'', een uitdrukking om aan te geven dat men zich ergens belangeloos voor inzet. Krol vindt ook dat er structureel geld in de begroting vrijgemaakt moet worden om raadsleden in kleine gemeenten een enigszins acceptabele vergoeding te geven.
''Raadsleden worden doodziek van grote stapels papieren!'' vervolgde Ronald van Raak (SP). Van Raak hekelt het dat raadsleden nog steeds weinig te zeggen hebben over de nieuwe gemeentelijke taken sinds de decentralisaties, maar wel geacht worden alle stukken te lezen. Van Raak constateert dat de feitelijke beslissingen door consultants, adviseurs en regionale besturen worden genomen, maar dat raadsleden degene zijn die op straat aangesproken worden op de uitvoering van de zorgtaken.
Donderdag antwoordt minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren op de vragen en opmerkingen van de Tweede Kamerleden.