'Als moslims moeten we ons eigen geluid laten horen’

'Als moslims moeten we ons eigen geluid laten horen’

Opkomen voor bewoners voor wie de deuren van het stadhuis meestal gesloten blijven. Dát is de missie van Adeel Mahmood, NIDA-raadslid in Den Haag.Met één zetel is hij fractievoorzitter, raadslid en ondernemer tegelijk. ‘Zonder ons zou de raad feeling missen met de multiculturele wijken in de stad.’

Het waren de eerste jaren van deze eeuw, met 9/11 en de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, dat Adeel Mahmood (36) zich geroepen voelde om in actie te komen. Helemaal toen hij in 2004 na de moord op Van Gogh geïnterviewd werd. Een gesprek van twee uur waarvan slechts tien seconden werden uitgezonden.
‘Toen wist ik dat wij als moslims niet de kans kregen om uit te leggen hoe wij over deze moord dachten. We moeten ons eigen geluid laten horen, dacht ik toen, en niet afhankelijk zijn van wat anderen over ons denken. Het podium dat we krijgen is niet van ons.’

Dit interview met Adeel Mahmood maakt deel uit van een serie interviews met raadsleden over diversiteit en inclusiviteit in de gemeenteraad.

Mahmood studeerde Informatica in Den Haag en richtte zelf een islamitische studentenvereniging op. ‘De roeiverenigingen waar veel gedronken werd pasten niet bij mij’, zegt hij. ‘Studenten zoals ik vonden geen aansluiting bij de reguliere gezelligheidsverenigingen. Ik wilde ook gezelligheid, maar dan zonder alcohol. Ik miste de kennisuitwisseling over de Koran en de viering van islamitische feestdagen.’

Invloed uitoefenen

Samen met zijn ouders was Mahmood als baby vanuit Meppel naar Den Haag verhuisd. Zijn grootvader was in de jaren zestig vanuit de Pakistaanse Punjab via Engeland naar Nederland gekomen als gastarbeider. In Den Haag streek de familie neer in de Schilderswijk, waar ze een Pakistaanse levensmiddelenzaak begonnen. Mahmood woont er nog steeds, nu met zijn vrouw en drie kinderen.

Hoewel de generatie van zijn ouders gewend was om PvdA te stemmen, dacht Mahmood daar anders over. Hij wilde politiek actief zijn, maar niet bij een traditionele grote partij. ‘In de jaren na de moord op Van Gogh ontbrak politiek leiderschap. Niemand zei dat je de moslims niet over één kam kunt scheren. Wie kwam er voor ons op? Ik wilde daar iets mee, maar vanuit een grote partij zag ik dat niet zitten. Hoeveel invloed heb je dan?’

Islam normaliseren

Toen in 2010 de kleine lokale partij Islam Democraten op zijn pad kwam, wist Mahmood dat hij daar stap voor stap wilde bouwen aan zijn politieke carrière. Zeven jaar lang was hij fractievertegenwoordiger en leerde hij het reilen en zeilen op het Haagse stadhuis. Ondertussen kwam een andere islamitische partij in beeld: NIDA. ‘Ik zag ze opkomen in Rotterdam en werd direct geïnspireerd, vooral ook door politiek leider Nourdin El Ouali.’

De missie van NIDA - de islam normaliseren in plaats van problematiseren – sprak Mahmood aan en dus maakte hij de overstap. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen in 2018 won NIDA een zetel in Den Haag, Mahmood kwam als nummer twee met voorkeursstemmen in de gemeenteraad. Van de ene op de andere dag was hij fractievoorzitter, raadslid en ondernemer.

Ombudspoliticus

Hij is een bekend figuur in de moslimgemeenschap, een soort ‘ombudspoliticus’, zegt hij, vandaar ook die voorkeursstemmen. ‘Mensen komen met problemen bij mij en ik probeer ze op te lossen. Ik wil mensen vertegenwoordigen, ik wil deuren openen voor de achterban.
Voor vele moslims zijn de deuren van het stadhuis gesloten, andersom weten zij de weg niet te vinden of laten het erbij zitten. Want, is de gedachte, we worden toch niet gehoord.

Contact met de straat

Het op de kaart zetten van wijken als Transvaal en de Schilderswijk is dan ook zijn belangrijkste drijfveer. Gedreven vertelt Mahmood over het gebrek aan aandacht voor de multiculturele Hagenees. Niet alleen vanuit de raad zelf, maar ook als het gaat om de verdeling van budgetten.
‘Ik zie veel misgaan bij de verdeling van het geld. De bewoners van deze buurten krijgen minder aandacht, omdat ze niet goed zijn in lobbyen. Ze komen meestal pas in opstand als het te laat is, maar dan worden ze niet meer serieus genomen.’

Mahmood probeert de bewoners richting het stadhuis te bewegen. En andersom. ‘Ik nodig sleutelfiguren uit de wijk uit om hun verhaal te vertellen aan de raad. Het zorgt er niet alleen voor dat de raad meer contact krijgt met “de straat”, maar ook het vertrouwen van de bewoners in de politiek groeit daardoor.’

Fractiediscipline

Van de 45 Haagse zetels worden er 15 bezet door een raadslid met een migrantenachtergrond. Een goede afspiegeling van de stad, vindt Mahmood. ‘Maar’, benadrukt hij, ‘je zou denken dat er dan een goede balans is als het gaat om aandacht voor alle bevolkingsgroepen, maar dat is dus niet zo. Mijn bi-culturele collega’s in de coalitie krijgen weinig voor elkaar, omdat ze vastzitten aan een dichtgetimmerd akkoord. Fractiediscipline houdt veel vooruitgang tegen voor onze achterban. Een kleine partij als NIDA, in de oppositie, krijgt meer voor elkaar.’ 

Keuzes maken

Die kleine partij, dat ís Mahmood zelf. Met een paar medewerkers en vrijwilligers runt hij de partij. Hij prijst zichzelf gelukkig dat hij al zeven jaar ervaring had als fractievertegenwoordiger, voordat hij in 2018 als raadslid begon.
Hoe het is om als eenling in de raad te zitten? ‘Ik maak soms fulltime werkweken, met daarnaast nog mijn eigen onderneming en gezin. Zeker in het begin wilde ik alle dossiers doen, maar ik heb geleerd om keuzes te maken. Als onze achterban niet direct geraakt wordt door een groot dossier, en ik weet dat andere partijen er goed in zitten, dan sluit ik me bij hen aan. Ik weet nu dat iets niet doen, ook goed is.’

Inclusieve samenleving

Zo laat hij het dossier over de bouw van een nieuwe cultureel centrum over aan zijn collega’s, maar duikt hij wel diep in het onderwerp ‘islamitische begraafplaatsen’ of thema’s die raken aan een inclusieve samenleving, zoals islamofobie en discriminatie.
‘Onderwerpen die spelen in de Schilderswijk of Transvaal raken me het meest, omdat er veel wordt gesproken over deze multiculturele wijken zonder met oplossingen te komen. Er zijn problemen met de verkeersveiligheid, er moet vergroend worden, de luchtkwaliteit is slecht, winkelstraten verdienen een upgrade, kortom, de kwaliteit van de buurten loopt achteruit.’

‘Ik zou deze problemen ook in een witte wijk aankaarten’, benadrukt hij, ‘maar omdat ik hier zelf woon ligt het dichter bij mijn belevingswereld. In principe maak ik geen onderscheid, maar het is nou eenmaal zo dat onze achterban voor 95 procent uit moslims bestaat. Niet lang geleden ben ik opgekomen voor een aantal witte marktkoopmannen. Ze waardeerden mijn oprechtheid, daar hoef je geen moslim voor te zijn.’

Gedragscode

Zelf maakt hij het als raadslid wel eens mee dat er wél onderscheid gemaakt wordt. In een rechtse coalitie met VVD en Hart voor Den Haag/Groep de Mos*, en met PVV in de oppositie, kunnen er opmerkingen door de raadszaal vliegen die hard aan komen. ‘Toen wij tegen een subsidie voor zwarte piet stemden, kreeg ik te horen dat ik maar terug moest naar waar ik vandaan kom.’ Lachend: ‘Dat is dus Meppel.’

Hij kan er tegen, zegt Mahmood. ‘Ik ben het gewend, want dit soort opmerkingen krijg ik in de samenleving ook te horen. Soms negeer ik het, soms zeg ik er wel iets van. Er is hoe dan ook nog werk aan de winkel, ook in de raad.
We hebben om die reden een nieuwe gedragscode in de raad opgesteld: we pakken collega’s niet aan op persoonlijke thema’s. Het heeft tijd nodig, maar ik merk dat het helpt. We zijn er nu scherper op en spreken elkaar er eerder op aan.’

'Mijn bi-culturele collega’s in de coalitie krijgen weinig voor elkaar, omdat ze vastzitten aan een dichtgetimmerd akkoord. Fractiediscipline houdt veel vooruitgang tegen voor onze achterban. Een kleine partij als NIDA, in de oppositie, krijgt meer voor elkaar.’ 

Vervelende voorstellen

Hij baalt het meest van de vervelende voorstellen die in een rechtse stad als Den Haag voorbijkomen. Zo maakte Mahmood het mee dat de PVV een motie indiende waarin gesteld werd dat de woningnood het gevolg was van de bevolkingsgroei van kansarme allochtonen. De oplossing volgens PVV: actief beleid voeren op het tegengaan van die bevolkingsgroei. Mahmood, nog steeds verbaasd: ‘De motie werd gesteund door VVD. Als de PVV iets voorstelt, weet je dat meestal wel losloopt omdat het schreeuwers zijn. Maar hoe kan een coalitiepartner dit steunen?’

Het doet hem pijn, geeft hij toe. ‘Ik maak me dan zorgen over de toekomst van de raad, maar ook over die van mijn kinderen. Ik kan er echt emotioneel van worden.’ Hoe hij daarmee omgaat? ‘Als ik de raadszaal binnenga, probeer ik mijn emoties opzij te zetten. We hebben al twintig jaar een verziekt debat als het om moslims gaat, het is vermoeiend om elke keer die frames terug te zien komen. Ik blijf moed verzamelen om de strijd te blijven voeren. Als ik er niet sta, wie doet het dan?’

Feeling met multiculturele wijken

Hij voelt zich verantwoordelijk voor de situatie in de Schilderswijk en Transvaal. Daarom is het volgens hem ook zo belangrijk dat een partij als NIDA, maar ook de twee andere islamitische partijen met ieder één zetel, vertegenwoordigd zijn in de gemeenteraad. ‘Zonder ons zou de raad feeling missen met deze multiculturele wijken. Wij weten welke zorgen er leven, welke uitdagingen er zijn. We spreken de taal en vertalen dat letterlijk en figuurlijk een op een naar de raad. En vergeet niet de korte lijntjes, via ons, tussen politiek en bijvoorbeeld een moskee.’

Koude kermis

Een rolmodel wil Mahmood zichzelf niet noemen. ‘Ik voel me meer een vertegenwoordiger, iemand die er staat als ze me nodig hebben. Ik breng de politiek dichter bij de islamitische bevolking, zodat ze niet meer van een koude kermis thuiskomen als ze bij het stadhuis aankloppen. Politiek is meer dan een dichte deur, we willen oprecht iets veranderen. Mensen zien dat en krijgen weer vertrouwen in de politiek.’

Mahmood is dan ook trots op zijn ombudswerk, zoals hij het zelf noemt. Mensen helpen die er zelf niet meer uitkomen, die de weg niet weten te vinden. Die eigenlijk de moed al op hadden gegeven. Maar ook: ‘Ik ben blij dat we de uitdagingen van onze achterban op de kaart van het stadhuis hebben kunnen zetten. We blijven dat ook doen, als een soort waakhond.’

Tips

  • Houd vast aan je idealen, voer uit waarom je ooit de politiek bent ingegaan.
  • Bijt je vast in een aantal grote dossiers, probeer niet van alles een beetje te doen.
  • Fractiediscipline is belangrijk, maar kijk óók naar jezelf als raadslid.
  • Werk aan vertrouwen tussen burgers en politiek. Verklein de afstand door de straat op te gaan.

Onderzoek

De gemeenteraad is geen goede afspiegeling van de samenleving dat bleek uit een verkennend onderzoek onder raadsleden uit de 31 grote gemeenten, uitgevoerd door de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.
Een betere afspiegeling is nodig want een raad met meer jongeren, vrouwen en raadsleden met een niet-Nederlandse achtergrond is beter in staat de inwoners te vertegenwoordigen. Lees hier meer over het onderzoek.

Serie interviews

Dit is het achtste interview in een reeks over diversiteit en inclusiviteit in de gemeenteraad. Voor deze serie zijn raadsleden met een migratieachtergrond en vrouwelijke raadsleden door Marielle van Bussel geïnterviewd over waar ze in de raad tegenaan lopen, welke ondersteuning zij nodig hebben, wat ze hebben bereikt en hoe ze dat voor elkaar hebben gekregen. De eerder verschenen interviews vindt u hier.