Raadslidmaatschap onnodig onaantrekkelijk voor uitkeringsgerechtigden
Voor raadsleden met uitkering gelden andere regels als het gaat om de raadsvergoeding dan voor andere, gewone raadsleden. De angst voor fraude, complexe regelgeving, tussenkomst van het UWV en uiteindelijk een lagere vergoeding maken het ambt voor deze groep onnodig onaantrekkelijk.
Inwoners met een uitkering zien door de huidige situatie vaak af van het raadslidmaatschap, blijkt uit gesprekken die de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden heeft gevoerd met uitkeringsgerechtigde (voormalig) raadsleden en commissieleden.
De ervaringen van de uitkeringsgerechtigden schetsen een onrechtvaardig beeld als het gaat om de vergoeding die zij krijgen voor het tijdrovende raadswerk.
Angst voor fraude
Raadsleden die een uitkering ontvangen, komen terecht in een situatie waarbij een aanpassing van de raadsvergoeding of uitkering noodzakelijk is om te voldoen aan de huidige wetgeving.
Zo wordt men gedwongen om een korting op hun raadsvergoeding te vragen om het recht op hun uitkering te behouden. Als zij dat niet op tijd doen of onzorgvuldig lopen ze niet alleen het risico dat hun uitkering later alsnog wordt gekort, maar ook dat zij van fraude worden beschuldigd.
Gebrek aan kennis
De praktijk leert bovendien dat het vaak ontbreekt aan de noodzakelijke kennis en expertise bij griffier, die geacht wordt de korting op de vergoeding te regelen, en het UWV, die verantwoordelijk is voor het vaststellen en het korten van de uitkering. Door de onduidelijkheid en onzekerheid groeit de angst om als fraudeur bestempeld te worden.
Stoppen
“Je moet zoveel dingen regelen om uiteindelijk tot het juiste bedrag te komen, dat je bijna zegt: laat die hele vergoeding maar zitten”, zegt één van de raadsleden met een uitkering die de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden voor dit onderzoek heeft gesproken.
De praktijk laat zien dat de onduidelijkheid over het korten van de vergoeding als raadslid en het verlagen tijdelijk van de uitkering veel uitkeringsgerechtigden zelfs helemaal doet laten afzien van het uiteindelijke raadslidmaatschap.
Lagere vergoeding, hetzelfde werk
Dat raadsleden met een uitkering uiteindelijk een lagere vergoeding ontvangen, voelt onrechtvaardig. “Hoewel het mij niet zozeer gaat om die vergoeding, voelt het wel oneerlijk. Hetzelfde doen, minder ontvangen”, aldus één van de uitkeringsgerechtigden.
Strafmaatregel
De vergoedingsregeling wordt beleefd als een strafmaatregel om toch maar af te zien van het raadslidmaatschap en het gevoel overheerst bij alle gesprekspartners dat het ambt van raadslid niet voor uitkeringsgerechtigden is bedoeld.
Verandering noodzakelijk
De verhalen van raadsleden en kandidaatraadsleden met een uitkering zijn terug te lezen in het rapport ‘Uitkeringsgerechtigden en de raadsvergoeding’. In dit rapport doet de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden aanbevelingen over hoe en op welke wijze het aangekaarte probleem kan worden aangepakt.
De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden heeft het rapport ter kennis gebracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en gaat het gesprek er over voeren met het ministerie en anderen. Het doel is om de toegang van uitkeringsgerechtigden tot het raadslidmaatschap niet langer onnodige te laten beperken. Daarvoor wil de vereniging inzetten op een versimpeling van de huidige regelgeving, of een volledige vervanging.
Meer informatie
Voor het volledige rapport ‘Uitkeringsgerechtigden en de raadsvergoeding’, klikt u hier.
De namen van de acht gesprekspartners die hebben meegewerkt aan het rapport zijn bekend bij de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.