
Burgerparticipatie moet geen speeltje zijn van hoger opgeleiden
Is burgerparticipatie een speeltje voor enkelingen en dan in het bijzonder voor hoog opgeleiden? In de evaluatie van de werkgroep Burgerparticipatie in Berg en Dal klinkt meermaals die verzuchting.
De Gelderse gemeente Berg en Dal stopt veel energie in burgerparticipatie, en dat al enkele jaren. Hetzelfde geldt ook voor groepjes inwoners, die zich serieus genomen voelen. Maar de mensen die actief aan de slag gaan met burgerparticipatie komen vaak wel uit een beperkt segment van de bevolking, valt betrokkenen op. “De gemeente moet actief proberen ook de zwakkeren in de samenleving bij burgerparticipatie te betrekken”, zegt een lid van het college van Burgemeester en Wethouders in de evaluatie. En, valt een lid van een burgerinitiatief op: “De ‘trekkers’ zijn hoogopgeleid: vijf ingenieurs en 60-plussers; geen nieuwkomers.” Een ander voegt eraan toe: “De meest actieve mensen zijn duidelijk hoger opgeleid.”
Niet samen aan de slag
“Het gevoel om samen aan de slag te zijn ontbreekt”, luidt een andere opmerking in het verslag. “Toch zijn er zeer veel mensen bezig in hun eigen gemeenschap. Er zijn misschien ook wel te weinig mensen actief in het gemeentelijk apparaat. Er wordt nog te veel in en niet buiten het gemeentehuis gewerkt. Ik zie te weinig verbinding tussen gemeentelijk apparaat en de burger.”
Een zo groot mogelijk draagvlak moet het streven zijn van burgerparticipatie, aldus de werkgroep. Dan worden meer belangen meegewogen. Een suggestie is ‘moeilijk bereikbare’ burgers van alle leeftijden specifiek uit te nodigen: laaggeletterden, sociaal kwetsbaren, inwoners die wat wantrouwend in de samenleving staan, of verbaal minder onderlegd zijn.
Raad is ‘afwezig’
De werkgroep merkt verder op dat de gemeenteraad van Berg en Dal nog niet zo goed mee komt met burgerparticipatie. Het meest genoemde woord met betrekking tot de rol van de raad is ‘afwezig’. Zowel van de kant van de burgerinitiatieven als van de kant van het college en van de ambtenaren is te horen dat men niets van de raad heeft gemerkt. Zelfs niet van de door de raad ingestelde werkgroep Bestuurlijke Vernieuwing.
Dat valt niet alleen raadsleden aan te wrijven. Anders dan het college krijgen ze weinig informatie. En indien wel, betreft het vaak het niet geanalyseerde data, die weinig discussiestof bieden. Aanbeveling is dat de gemeenteraad het proces van burgerparticipatie volgt en bewaakt en zich beter laat informeren. En dat hij zich minder ‘topdown’ opstelt en meer optrekt met participerende inwoners. Bijvoorbeeld als het gaat om dorpsagenda’s en energiecoöperaties.