Combinatie raadswerk en werken voor een gemeenschappelijke regeling

Combinatie raadswerk en werken voor een gemeenschappelijke regeling

Minister Bruins Slot wil geen algeheel verbod op het combineren van het raadswerk met het werk als ambtenaar binnen een gemeenschappelijke regeling. Een te strikte wetgeving zou raadsleden te vele beperken. Ook zou het af kunnen doen aan de aantrekkelijkheid van het ambt.

Hoewel de minister geen onnodige belemmeringen wil veroorzaken, vindt zij het wel belangrijk om duidelijkheid te scheppen. Een raadslid mag geen werkzaamheden verrichten binnen een gemeenschappelijke regeling ten behoeve van de gemeente waar het raadslid in het gemeentebestuur zit. Over de precieze formulering en uitwerking hiervan, wordt in Den Haag het gesprek gevoerd. Dit blijkt uit het antwoord van de minister op Kamervragen van PvdA-Kamerlid Julian Bushoff.

Hiërarchie

De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en de Vereniging van Griffiers zijn van mening dat er alleen problemen kunnen ontstaan als er sprake is van een directe hiërarchische relatie in de werkfunctie van het raadslid en het gemeentebestuur. De minister vindt deze bewoording niet concreet genoeg. Uit de wettekst moet duidelijk blijken wanneer een raadslid wel en niet werkzaam kan zijn bij een samenwerkingsverband. Om die reden hecht de minister er waarde aan dat de wet als volgt wordt verduidelijkt: ‘een raadslid mag als ambtenaar van een gemeenschappelijke regeling niet werkzaam zijn ten behoeve van de gemeente waar hij of zij raadslid is’. Bruins Slot is voornemens met de eerder genoemde verenigingen in gesprek te gaan om een eenduidige interpretatie en toepassing van artikel 13 van de Gemeentewet te waarborgen.

Specifieke gemeenten

Sinds 1 januari 2023 is in de wet geregeld dat een ambtenaar niet werkzaam mag zijn ten behoeve van de gemeente waar hij of zij raadslid is. Deze bepaling heeft gezorgd voor onduidelijkheid bij raadsleden die ook ambtenaar zijn bij een gemeenschappelijke regeling. In de bepaling is namelijk niet opgenomen wanneer een werkzaamheid wordt geclassificeerd als ‘ten behoeve van een specifieke gemeente’ en wanneer niet. Dit is afhankelijk van de precieze functie van de ambtenaar.  Het is ingewikkeld om dit in een bepaling vast te leggen vanwege de grote verscheidenheid aan gemeenschappelijke regelingen. Het doel van de bepaling is om te waarborgen dat het werk als ambtenaar onafhankelijk gebeurt van het gemeentebestuur van de gemeente waar hij of zij raadslid is. Kortom mag een ambtenaar niet ondergeschikt zijn aan (een lid van) het gemeentebestuur. Als taken niet uit te splitsen zijn in werkzaamheden voor specifieke gemeenten, is er volgens de Gemeentewet geen sprake van een probleem. Als deze taken wel uit te splitsen zijn in werkzaamheden voor specifieke gemeenten, dient een ambtenaar niet te werken voor de gemeente waar hij of zij raadslid is.

Meer informatie

Hier vindt u de volledige reactie van minister Bruins Slot op de vragen van Kamerlid Bushoff.

Lees hier meer informatie over het combineren van het raadslidmaatschap met nevenfuncties.