
Crisis in opvang: gemeenteraad aan zet
De gemeenteraad dient vaker en sneller betrokken te worden bij crisisopvang. Te vaak, zoals bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen, wordt de raad alleen maar achteraf geïnformeerd. De gemeenteraad moet daarom voluit worden betrokken en niet buitenspel worden gezet bij de opvang van vluchtelingen, vindt de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.
Een grotere rol voor de gemeenteraad is ook bepleit door de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) in het advies “Van crisis naar opgave”, een analyse van de wijze waarop de coronacrisis door gemeenten, burgemeesters en gemeenteraden is aangepakt.
Gemeenteraden, worden door de ROB aanbevolen, om hun rol, voor zover zij dat nog niet hebben gedaan, zoveel mogelijk te herpakken en bij een volgende soortgelijke langdurige situatie krachtdadiger kaders te stellen en te controleren. Het is daarbij van groot belang dat gemeenteraden goed op de hoogte zijn de bevoegdheden die ze hebben. De griffiers kunnen door het actief informeren van de raden hierbij een cruciale rol spelen in het versterken van de positie van de gemeenteraad als hoogste orgaan.
“We zien dat bij de opvang van vluchtelingen uit de Oekraïne deze les nog niet is geleerd. Gemeenteraden moeten hun rol pakken want gemeenteraden gaan over draagvlak en zijn het hoogste orgaan. Wij merken aan onze raadsleden dat er in veel gemeenten discussies zijn over het tekort aan woningen. Burgemeesters roepen in het kader van de crisisopvang dat zij er allemaal niets aan kunnen doen omdat de Veiligheidsregio het allemaal bepaalt. Maar burgemeesters zouden eigenlijk moeten zeggen: “Ik informeer en overleg met de raad als vertegenwoordigers van onze inwoners, want ik heb de democratische legitimatie van de raad nodig voor hoe wij in onze gemeente met de opvang van vluchtelingen omgaan’,” zegt Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.
Crisisstructuur
De Raad van het Openbaar Bestuur benadrukt in zijn advies het belang van een wettelijke inrichting van de crisisstructuur. Deze zou in de toekomst moeten verhinderen dat gemeenteraden geen verantwoording kunnen afdwingen voor een onbepaald lange periode. Dit beperkt de lokale democratie te zeer in haar functioneren, waarschuwt de Raad voor Openbaar Bestuur.
“Het is de spijker op de kop”, aldus Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. “Wij vinden dat een sterke Raad ertoe doet. Dat betekent ook dat gemeenteraden zelf in dit soort kwesties hun verantwoordelijkheid nemen, maar ook dat griffiers als ondersteuners van de raad een actievere rol moeten gaan spelen bij de raden bewust maken van hun bevoegdheden. Want het gaat ook om keuzes voor welke onderwerpen en thema’s de ambtenaren van de gemeenten worden ingezet.” Vaak zijn raden ook niet op hoogte welke bevoegdheden ze hebben in crisissituaties, dus hierbij ook een oproep aan de griffiers om ook hun rol te pakken als het gaat om informatievoorziening. Het inwerktraject voor raadsleden is bijvoorbeeld hiervoor een uitgelezen mogelijkheid.
Noodwet
De VNG liet onlangs weten dat zij in ieder geval geen voorstander zijn van de ingevoerde Noodwet. Zo pleitte de overleggroep van zes grote gemeenten binnen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) juist voor minder inmenging van de overheid. In deze ‘kopgroep’ zitten bestuurders uit Breda, Groningen, Nijmegen, Utrecht, Amsterdam en Den Haag. Daar tegenover staan kortere of versnelde procedures, om zo sneller woningen te kunnen bouwen, ook voor vluchtelingen. Ook vreest de kopgroep dat de noodwetgeving leidt tot minder draagvlak onder de (lokale) bevolking.
Meer informatie
Door de toename van de vraag naar de opvang van vluchtelingen door de oorlog in Oekraïne, en de recente ingestelde Noodwet als reactie daarop, is deze aanbeveling momenteel van groot belang voor Nederlandse raadsleden.
Voor meer informatie zie ook de handreiking Gemeentelijke Opvang Oekraieners.
Voor het volledige advies “Van crisis naar opvang” van de Raad voor het Openbaar Bestuur, klik hier.