Data en regionale samenwerking als bouwstenen van de lokale arbeidsmarkt

Data en regionale samenwerking als bouwstenen van de lokale arbeidsmarkt

DEN HAAG - De gemeenteraad heeft sinds de invoering van de Participatiewet een aardige stem in het regionale en lokale beleid op het gebied van de arbeidsmarkt. Het arbeidsmarktbeleid van gemeenten beperkt zich allang niet meer tot werkzoekenden. Vanuit een preventief en economisch perspectief wordt ook gekeken naar mensen die een baan hebben.

En terecht, want door robotisering, digitalisering van werkprocessen en de introductie van nieuwe businessmodellen verdwijnen er arbeidsplaatsen en worden er nieuwe competenties verlangd.

Een grote groep werkenden dreigt daardoor buiten de boot te vallen, vooral werknemers op (v)mbo niveau 2 en 3. Het gat tussen de competenties waarover (toekomstige) werknemers op (v)mbo niveau beschikken en de vaardigheden die de zogenoemde ‘jobs of the future’ vragen neemt jaarlijks toe.

Daarvoor zijn twee oorzaken aan te wijzen: ten eerste worden veel studenten opgeleid voor werk in krimpende sectoren en met vaardigheden die niet passen bij wat werkgevers vragen. Daardoor zijn er nauwelijks passende banen voor hen beschikbaar. Ten tweede wordt het arbeidsmarktperspectief voor grote groepen werkenden uit krimpsectoren somberder.

Door het krachtige herstel van de economie zijn er gelukkig ook genoeg groeisectoren, die goede werkkansen bieden voor genoemde groepen. Door gericht te investeren in het ontwikkelen van de gevraagde competenties kan de ‘mismatch’ met de huidige vraag van werkgevers worden verkleind. En daarmee de dreigende tweedeling tussen verschillende groepen inwoners van een gemeente worden voorkomen.

De rol van de gemeenteraad

In het succesvol dichten van de geschetste kloof tussen gevraagde en aangeboden competenties speelt de gemeente een cruciale rol. Daarvoor is allereerst lef nodig om meerjarig te investeren in een duurzame langetermijnoplossing en het creëren van een leercultuur. Daarbij is het betrekken van de partijen in het lokale, regionale en nationale ecosysteem van arbeidsmarktbeleid nodig.

Samenwerking met publieke en private opleiders, het werkgeversservicepunt, brancheorganisaties en sectorfondsen zorgt dat een gemeente dan de data rond vaardigheden van werkzoekenden kan koppelen aan de data rond de gevraagde competenties van bedrijven.

Een juiste ‘match’ tussen die gegevens leidt tot:

  • Betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt
  • Een aantrekkelijk vestigingsklimaat, door het aanbod aan geschikte arbeidskrachten
  • Minder instroom in de WWB

Dat draagt bij aan een goed functionerende regionale economie en aan het verminderen van armoede in de stad.

Een voorbeeld uit de praktijk laat zien hoe regionale partijen samen vorm en inhoud geven aan een succesvol arbeidsmarktbeleid, door het gericht aanwenden van middelen en het benutten van data.

Concrete handvatten voor raadsleden

Enkele adviezen voor meer resultaat van uw arbeidsmarktbeleid op basis van regionale samenwerking en de inzet van data-analyse:

Kennis van de regionale arbeidsmarkt

Zorg dat u als gemeenteraad beschikt over een gedegen analyse van de groei- en krimpsectoren en van de skills die werkgevers in uw regio vragen.

Biedt ruimte voor innovatie en data-analyse

Geef voorlopers experimenteer- en regelruimte en faciliteer de opschaling van succesvolle initiatieven. Bedenk wat datagedreven oplossingen u kunnen bieden en wie voor u de relevante spelers hierin zijn. Stimuleer innovatie met behulp van data en dataplatforms.

Benut het beroepsonderwijs voor post-initiële omscholing

Ondersteun het beroepsonderwijs om zich voor te bereiden op het omscholen van werkenden en andere groepen van zij-instromers. Denk daarbij ook aan de statushouders.

Verruim de horizon tot na deze collegeperiode

De geschetste transitie op de arbeidsmarkt voltrekt zich niet in één collegeperiode. Formuleer daarom realistische mijlpalen, ook voorbij de huidige periode en stel kritische vragen over het behalen van doelstellingen van gemeentelijke arbeidsmarktprojecten.

Wees terughoudend met interventies

Geef de partijen waarmee u samenwerkt de ruimte. Treedt als gemeente alleen op wanneer er sprake is van falen, want pas dat geeft u legitimatie voor een interventie. De bijdrage van u als gemeente is de rol van aanjager, facilitator en regisseur, niet die van uitvoerder.

House of Skills in Metropoolregio Amsterdam

House of Skills is een samenwerkingsverband van bedrijven, brancheorganisaties, werknemers- en werkgeversorganisaties, kennisinstellingen, onderwijs en bestuurders uit de Metropoolregio Amsterdam. Het realiseren van omscholing is niet eenvoudig. Weliswaar bestaan er opleidings- en ontwikkelingsfondsen, maar deze zijn vooral gericht op een specifieke sector. Omscholing naar een andere sector is vaak niet mogelijk, terwijl de nieuwe banen juist vaak in andere branches te vinden zijn. House of Skills voorziet in deze behoefte. Het is een fysieke en virtuele omgeving waar bewoners uit de Metropoolregio Amsterdam terecht kunnen voor loopbaanadvies, informatie over de kansen en mogelijkheden in andere sectoren, en trainingen om nieuwe vaardigheden aan te leren. Programma’s zijn op maat gemaakt: onder meer assessments, competentiescans, het samenstellen van een skills-paspoort en matching op basis van skills. House of Skills bevestigt niet alleen de meerwaarde van samenwerking tussen regionale partijen. Dit initiatief toont vooral ook aan hoe waardevol het is omdata over de arbeidsmarkt uit te wisselen en te benutten.

Annelies Spork, programmadirecteur House of Skills: ‘’Stop met het ongericht rondpompen van geld gericht op de talloze landelijke arbeidsmarktinitiatieven. Steek gemeentelijk geld gericht in de regio, daar waar het echt nodig is voor het aantoonbaar verwerven van een (nieuwe) baan.” Een opstellen van een zogenoemde skills agenda helpt hierbij, en maakt voor ieder beleidsveld inzichtelijk waar de kansen liggen. Denk bijvoorbeeld aan de groei in de zorgsector, de ‘groene’ werkgelegenheid in de energietransitie en het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. ´Zorg er voor dat er geen onnodige concurrentie komt en daarmee prijsopdrijving’.