
“De raad moet een actief platform zijn om de dialoog met en voor inwoners aan te gaan”
De politiek op lokaal niveau is geen oplossingsmachine. “De raad moet de samenleving kennen en een actief platform zijn om de dialoog met en voor de inwoners aan te gaan. Het is daarom ook veel nuttiger als de raad de vraagstukken van de samenleving adresseert. Het betekent dat de raad erop dient te letten dat iedere inwoner wordt uitgenodigd om mee te doen en dat iedereen kán meedoen en meepraten.”
Het is daarom volgens Arwin van Buuren, universitair hoofddocent bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit en raadslid voor de SGP in Capelle aan den IJssel, belangrijk om als gemeenteraad te investeren in een gezamenlijke positiebepaling. Het gaat daarbij niet zozeer om gezamenlijke inhoudelijke standpunten, maar vooral ook om het proces dat de vraagstukken en knelpunten uit de samenleving op een goede participerende wijze worden besproken.
“Het hoe is bijna net zo belangrijk als het wat. Als je als raad je niet bezighoudt met het hoe, mis je echt wat”, aldus Van Buuren in zijn bijdrage aan de serie lezingen over het Gezag van de Raad, macht en tegenmacht in de lokale democratie.
Wapenwedloop
Het gezag van de raad wordt niet alleen verdiend doordat de raad aandacht heeft voor wet- en regelgeving, maar ook door de manier waarop de raad zijn werk uitvoert. Bescheidenheid is volgens Van Buuren van belang, zeker bij grote, complexe projecten. In Capelle bijvoorbeeld wordt de raad geconfronteerd met de transformatie van een bedrijvenkantorenpark naar een woonwijk voor vijfduizend inwoners.
“Het is ongelooflijk ingewikkeld om als burger en raadslid daar iets van te vinden. Wat ik zie is dat de raad al snel in de reflex schiet van meer rapporten te vragen. Ik zou zeggen: waak ervoor dat je in een wapenwedloop met het college terecht komt over meer kennis. Het is vaak nuttiger om experts te raadplegen en ik zou zeggen: knip de besluitvorming in stukjes zodat je gemakkelijker kunt bijsturen.”
Mondige inwoners
Het gezag van de raad wordt ook bepaald door de wijze waarop de raad omgaat met mondige inwoners. “De tijd is voorbij dat wij als raad meer weten. We moeten ons daarom echt bekwamen om kaders te stellen voor participatie. Controleren gaat dus ook steeds meer over het proces van participatie.
Bovendien moeten we als raad niet denken dat we neutraal kunnen blijven. Het is daarom belangrijk dat we hoor en wederhoor met de burger zelf organiseren én dat we gemaakte afwegingen als raad ook uitleggen.”
Versimpeling
Een bedreiging voor het gezag van de raad is ook het groeiende wantrouwen jegens de overheid. “Wanneer je als raad niet uitkijkt, word je meegezogen in die versimpeling van heldere doelstellingen en het daarop afrekenen van wethouders. Afrekenen van wethouders is de natuurlijke reflex. Ik zou zeggen: controleer op lerend vermogen van wethouders voor de vraag of een college door kan gaan. En het is belangrijk dat we als volksvertegenwoordigers objectiviteit en redelijkheid inbrengen.”
Ondersteuning
Het gezag van de raad wordt volgens Van Buuren ook bepaald door de eigen effectiviteit van de raad en daarmee de mate van ondersteuning. “We moeten als raad goed nadenken hoe we het werkgeverschap van de griffie inrichten. Ik ken geen dienstbaarder orgaan dan de griffie. Als raad is het belangrijk om aan te geven wat we van de griffie verwachten. Zoals we als raad ook de burgemeester in positie moeten brengen zodat hij de zorgen van de raad tijdig adresseert om zo het gezag van de raad te waarborgen.”
Terugkijken
Arwin van Buuren was de tiende spreker in een serie bijeenkomsten over het gezag van de raad en over macht en tegenmacht. Wie zijn presentatie wil terugzien, klik hier.
Serie Gezag van de raad
De volgende bijeenkomsten in de serie over het Gezag van de Raad zijn:
- op woensdagmiddag 23 juni om 11.45 uur spreekt Laurens de Graaf, burgemeester van Lopik, over de Eerste Kamerfunctie van de raad. Aanmelden voor deze sessie kan hier.
- donderdagmiddag 24 juni om 12 uur gaat Gerda van Dijk, hoogleraar publiek leiderschap aan de VU en directeur van het Zijlstra Centre, in op het belang van verantwoording. Aanmelden kan hier.
- vrijdagmiddag 25 juni om 13 uur spreekt Ank Michels, universitair hoofddocent Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht, over de vraag of burgerfora de positie van de gemeenteraad versterken of verzwakken. Aanmelden voor deze bijeenkomst kan hier.
- op maandagavond 28 juni gaat Geerten Boogaard, hoogleraar Decentrale Overheden aan de Thorbecke Leerstoel Universiteit Leiden, in op de stelling dat we moeten ophouden met de kaderstellende rol van de raad. Aanmelden voor deze bijeenkomst kan hier.
Voor een overzicht van alle lezingen in de serie Gezag van de raad, klik hier.
Eerdere sessies in de serie Gezag van de raad, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, Nederlands Genootschap van Burgemeesters en Vereniging van Griffiers in het kader van het programma Democratie in Actie:
- Han Warmelink – “Er is geen debat in de raad, alles ligt vast”.
- John Bijl - Raad heeft gezag in eigen hand.
- Klaartje Peters - “Als raadsleden van coalitie en oppositie samen controleren, stijgt het gezag van de raad”.
- Niels Karsten – “Het verhaal van de raad en het lokaal bestuur is het maken van verschil”.
- Rien Fraanje – “De raad moet geen Tweede Kamer spelen”.
- Marcel Boogers – “Je ziet heel weinig dat de raad zelf de agenderende rol pakt”.
- Evelien Tonkens – “Raad: ga in gesprek met inwoners”.
- Caspar van den Berg - “Raadsleden lopen met grote boog om regionalisering”.
- Bernard ter Haar - “Raad, ga er voor staan dat je lasten met elkaar moet delen”.