
Durf als raadslid grensontkennend samen te werken
Een raadslid hoeft geen angst te hebben voor regionale samenwerking. ‘Kom uit de angststand en durf grensontkennend samen te werken. Als je niet wilt verdwalen in regionale samenwerking, moet je niet op ontdekkingstocht gaan.’ De boodschap van Dirk Louter, de eerste spreker op het deelcongres over regionale samenwerking, geïnspireerd door ontdekkingsreiziger David Livingstone, loog er niet om: raadsleden moeten niet bang zijn voor het onbekende van regionale samenwerking.
Volgens Louter doen raadsleden er niet verstandig aan om te blijven zitten in de beperkte rol van controleur van besluiten en voornemens. Raadsleden bemoeien zich actief met wat er in hun regio gebeurt. Grenzen bestaan niet. Louter gaf het voorbeeld van raadsleden uit gemeenten in het Vijfheerenland (de Zuid-Hollandse gemeenten Leerdam en Zederik en het Utrechtse Vianen). Die raadsleden hebben met elkaar afgesproken te kijken wat er nodig is voor de inwoners. ‘Zij hebben een afspraak gemaakt om zich niet te laten leiden door grenzen. Ze werken grensontkennend samen.’
Raadsleden kunnen ambassadeur van regionale samenwerking zijn. In de Gooi- en Vechtstreek bijvoorbeeld hebben raadsleden uit diverse gemeenten zich verenigd als raadsambassadeurs om samen een regionale samenwerkingsagenda te maken.
‘Vergeet ook niet dat je als raadsleden echt wat te brengen hebt. Want zorg- en andere maatschappelijke instellingen willen maar wat graag weten wat de overheid wil en willen ook weten wat ze van de overheid kunnen verwachten’, vertelde Louter.
Risicoprofiel van samenwerking
Raadslid (in het Brabantse Halderberge) en griffier (in Hendrik Ido Ambacht) Gert Logt vertelde in zijn bijdrage hoe in West-Brabant en in de Drechtsteden geprobeerd wordt de grip op regionale samenwerking te vergroten. Een van zijn belangrijkste tips: maak als gemeenteraad altijd van elke samenwerkingsvorm een bestuurlijk en financieel risicoprofiel. Wanneer je vaststelt dat het risicoprofiel hoog is dan neem je extra maatregelen om de controle en greep er op te houden en kijk je dus meer naar de betreffende samenwerkingsvorm om. Bijvoorbeeld door het houden van rekenkameronderzoek. Waar het risicoprofiel laag is, besteed je weinig aandacht aan. In West-Brabant hebben ze met dat uitgangspunt ook een zestal spelregels vastgelegd.
Informatie op 1 A4’tje
De zoektocht naar grip en controle op regionale samenwerking gaat met vallen en opstaan, zo bleek in de discussie. Een van de belangrijkste adviezen, ook aan de aanwezige en afwezige wethouders en burgemeesters: probeer raadsleden aan de voorkant van het proces van beslis- en besluitvorming te plaatsen (zie ook de adviezen uit het rapport-Wisselwerking van de Raad voor het Openbaar Bestuur).
Het Wassenaarse raadslid Anouk van Eekelen vertelde dat ze al twee jaar om een ambtelijke samenvatting vraagt van onderwerpen. Volgens een van de aanwezige wethouders mag dat geen probleem zijn: een ambtelijke samenvatting kan direct zowel naar college als raadsleden. Het was in ieder geval een van de tips van het deelcongres: met een A4’tje kan een raadslid prima tijdig en eenvoudig worden geïnformeerd over wat er aan de hand is en wat de plannen zijn. Daar hoeft niet mee gewacht te worden tot alles in kannen en kruiken is.