Een motie voor meer samenwerking
Hoe krijgt de gemeenteraad meer greep op regionale samenwerking? Met deze vraag als uitgangspunt start de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden een zoektocht om in beeld te brengen hoe gemeenteraden meer invloed en greep krijgen op regionale samenwerking. Na Twente nu de tweede aflevering, afkomstig uit West-Brabant.
De gemeente Halderberge neemt deel aan diverse gemeenschappelijke regelingen, waaronder de regio West-Brabant. Voor alle regelingen geldt dat burgemeesters en wethouders van de deelnemende gemeenten het bestuur vormen. Gemeenteraden mogen zienswijzen indienen. Maar het Halderbergse raadslid Gert Logt vindt niet duidelijk wat er vervolgens met die zienswijzen gebeurt. Er is tussen de raden immers geen afstemming. Doordat zienswijzen niet worden gedeeld kunnen het dagelijks en het algemeen bestuur van een gemeenschappelijke regeling te veel hun eigen gang gaan, vindt Logt. Meer invloed van de deelnemende raden is de inzet van zijn motie, die tijdens de raadsvergadering van 12 februari 2015 ter tafel lag.
Gert Logt is een oude rot in het vak. Niet alleen omdat hij aan zijn vierde raadsperiode bezig is, maar ook omdat hij gemeentesecretaris was van Ouderkerk, totdat die gemeente per 1 januari 2015 opging in Krimpenerwaard. Nu is Logt in zijn leven raadsgriffier in de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht.
Na omzwervingen bij verschillende partijen, vormt hij sinds gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014 de eenmansfractie voor het Vrijzinnig Democratisch Genootschap (VDG), inmiddels omgedoopt tot Voor De Gemeenschap.
Logt heeft moeite met de beperkte invloed die de Halderbergse raad heeft op de samenwerkingsverbanden waarin de gemeente opereert. De belangrijkste is de regio West-Brabant, waaraan 18 Brabantse gemeenten deelnemen, plus de Zeeuwse gemeente Tholen. Daarnaast is er een samenwerkingsverband van zes gemeenten met een intergemeentelijke sociale dienst. Onder aanmoediging van de provincie Noord-Brabant, dat in 2013 kwam met het rapport 'Veerkrachtig bestuur in West-Brabant', proberen de colleges van de zes gemeenten er nu meer van te maken.
'Aan de voorkant'
Logt is voorstander van samenwerking, als alternatief voor herindeling. Maar hij is ontevreden over de invloed van de gemeenteraden op de beleidsagenda's die in de samenwerkingsverbanden worden opgesteld. 'De strategische agenda van de regio West-Brabant wordt momenteel aangepast', zegt hij, voorafgaand aan de raadsvergadering. 'Maar of de raadsleden van de deelnemende gemeenten daar ook wat van vinden, lijkt helemaal niet van belang. We krijgen een voorstel en mogen daar onze zienswijze op geven. Op die manier blijft de raad altijd op achterstand: we reageren in plaats van dat we de agenda zetten. Ik wil een proces waarbij we aan de voorkant van het proces invloed hebben. In gezamenlijkheid met de andere betrokken raden.'
'Aan de voorkant' is een veel gebezigde term in Halderberge. Hoe die invloed aan de voorkant er precies uit moet zien, weet ook Logt niet. 'Het begint in ieder geval dat raadsleden van de verschillende gemeenten elkaar beter weten te vinden. Daarna kun je zoeken naar een vorm die recht doet aan de kaderstellende en agenderende rol van de raad.'
Met dit doel heeft Logt een motie in elkaar gezet, waaronder ook de VVD-fractie haar handtekening heeft gezet.
Hamerstuk
De regio West-Brabant heeft de notitie 'Kaders Actualisering voor het Uitvoeringsprogramma Strategische Agenda' opgesteld. Tijdens de Halderbergse raadsvergadering van 12 februari is de zienswijze van de raad op deze notitie een van de eerste agendapunten.Het college heeft de zienswijze van de raad al voorbereid en met de vergaderstukken meegestuurd. Het blijkt een hamerstuk, mede omdat de motie van Logt later op de agenda staat. 'Twee partijen willen er iets over zeggen, de andere partijen zijn akkoord', zegt burgemeester Janssen. Janssen zit tevens in het algemeen bestuur van de regio. Logt meldt dat hij zijn kruit droog houdt tot behandeling van de motie later op de avond en een ander raadslid sluit zich daarbij aan. Waarmee de zienswijze van Halderberge is vastgesteld.
Beginnetje
Een uur later is de motie van Logt aan de orde. In zijn toelichting maakt hij samengevat duidelijk dat colleges en ambtenaren de dienst uitmaken in samenwerkingsverbanden en dat de raden consequent achter de feiten aanlopen. Drie jaar geleden is met behulp van communicatiemedewerkers van de regio West-Brabant het initiatief genomen om te zorgen voor meer frequente informatie-uitwisseling tussen raadsleden van verschillende gemeenten. Logt steunt het initiatief, maar vindt het hooguit een beginnetje. 'We weten elkaar niet structureel te vinden, we kennen elkaar onvoldoende', stelt hij. En vooruitgang ziet hij onvoldoende. 'Dat baart mij zorgen. De Wet gemeenschappelijke regelingen is gewijzigd, onder meer is de periode voor het indienen van zienswijzen verlengd naar acht weken. Doel daarvan is dat raden de gelegenheid krijgen elkaar op te zoeken, zodat ze gezamenlijke zienswijzen te kunnen indienen.' Daar moeten de gemeenteraden in de regio werk van maken, vindt Logt, om te beginnen zijn eigen raad. Om vervolgens van een gezamenlijke zienswijze tot een gezamenlijke kaderstelling te komen. Tot dusverre gebeurt het omgekeerde. Zo heeft hij uit de regionale krant moeten vernemen dat de colleges van de zes gemeenten die deelnemen aan Werkplein 'Hart van West-Brabant' (de intergemeentelijke sociale dienst) plannen hebben om de samenwerking naar andere terreinen uit te breiden. Ook bij de VVD-fractie heeft dit kwaad bloed gezet.
In zijn motie roept Logt de 19 deelnemende gemeenten aan de regio West-Brabant op om ieder twee raadsleden (een van een coalitiepartij en een van een oppositiepartij) af te vaardigen naar een gemeenschappelijke bijeenkomst die moet gaan over mogelijke samenwerkingsvormen die bijdragen tot een meer agenderende rol van de raad. Dit, zo stelt de motie, omdat het de verantwoordelijkheid van volksvertegenwoordigers is om 'vooraf bij het stellen van kaders, bij tussentijdse controle en bij controle achteraf' afstemming te organiseren. En de andere raden 'deze motie over te nemen al dan niet met een aanvulling'.
Verkeerde moment
CDA-raadslid Theo Stehouwer is de eerste die op Logts motie reageert. Het is zijn eerste raadsperiode, maar hij is al wel aangehaakt bij het informele 'communicatieoverleg' dat een aantal raadsleden van verschillende gemeenten regionaal heeft. Anders dan Logt vindt hij juist dat heel veel gaande is om de raden 'aan de voorkant' te krijgen. 'Er zijn diverse initiatieven gaande of worden binnenkort opgestart. Dan kan deze motie juist averechts werken.' Logt geeft aan dat juist deze versnippering niet leidt tot een structurele oplossing. Andere raadsfracties denken ongeveer in dezelfde richting. Ze zijn het overwegend eens met de strekking van Logts motie – 'sympathiek', 'eens dat we meer aan de voorkant moeten zitten', 'we willen hetzelfde', zijn de kwalificaties – maar omdat er al het een en ander gebeurt, komt de motie op het verkeerde moment. Alleen VVD-raadslid Thomas Melisse is het hartgrondig met Logt eens. 'Ten aanzien van regionale samenwerking gaat het college op de stoel van de raad zitten. Als raad hadden wij net een benen-op-tafel-overleg gehad om te praten over samenwerking tussen de zes Werkplein-gemeenten. En dan krijgen we opeens bericht dat we met die zes gemeenten van alles gaan doen.'
'Heel begrijpelijk'
Dan is het woord aan portefeuillehouder en raadsvoorzitter burgemeester Janssen. Hij stelt dat hij in de raad weldegelijk 'een opmerking heeft gemaakt' over samenwerking tussen zes gemeenten, 'maar misschien niet zo nadrukkelijk'. Verder toont hij begrip voor de motie, maar meer ook niet. 'Dat u met z'n allen probeert om meer aan de voorkant te komen als het gaat om gemeenschappelijke regelingen, is heel begrijpelijk. Het college heeft ook altijd gevonden dat dit eigenlijk zou moeten.' Maar, zo stelt ook Janssen, er gebeurt meer dan Logt stelt. 'Adjudanten' – vooruitgeschoven ambtenaren – actualiseren momenteel een nota 'Verbonden Partijen'. Daar komen spelregels uit voort, ook over het 'aan de voorkant' brengen van de gemeenteraden. Ook de raadsgriffiers houden zich daar momenteel mee bezig. Die vernieuwde nota Verbonden Partijen gaat in juni of juli naar alle raden. 'Dan krijgt u dus een beter beeld van wat er aan u wordt voorgesteld om raden beter te betrekken bij de gemeenschappelijke regelingen', zegt Janssen. 'En niet alleen die van de regio, maar ook voor andere gemeenschappelijke regelingen.' Wat betreft de samenwerking tussen de zes gemeenten, zegt Janssen dat de zes colleges hebben gekeken of er mogelijkheden zijn tot verdere samenwerking. 'Met de nadrukkelijke opmerking: wij gaan daar niet over, dat bent u. Maar wij vinden dat we daar als colleges voorwerk op kunnen verrichten.' Rond april, mei ligt er een voorstel voor het betrekken van de raden bij de samenwerking. Janssen vraagt de raad om geduld, om de discussie beter te kunnen voeren wanneer er uitgekristalliseerde voorstellen liggen.
Slimmigheidje
Logt vindt dat Janssens betoog illustreert wat er niet deugt. 'Adjudanten zijn bezig, griffiers zijn bezig, colleges zijn bezig. En dan zegt u dat u begrijpt dat raden graag aan de voorkant van het proces willen komen. Waarom krijgen wij dan straks een geactualiseerde nota, waar wij als raden niet bij betrokken zijn geweest en waarop we ja of ja mogen zeggen? Waarom de raden niet vooraf laten praten over de mogelijkheden?'
Met een slimmigheidje probeert Logt zijn motie nog te redden: nog niet in stemming brengen, maar al wel rondsturen naar de andere raden in de regio. Daar steekt de Janssen een stokje voor: Logt moet de motie of in stemming brengen of terugtrekken. Het wordt stemmen. Behalve Logt zelf, de VVD en een lid van Lokaal Halderberge verwerpt de raad de motie. Een vervolg van de discussie vindt daarmee niet eerder plaats dan na de zomer.
Regio West-Brabant
Regiovorming begon in West-Brabant in 2007, met de instelling van een 'West-Brabantse Vergadering'. Op 1 januari 2011 werd een nieuwe gemeenschappelijke regeling van kracht. De 19 deelnemende gemeenten – 18 Brabantse plus het Zeeuwse Tholen – willen vooral op de thema's ruimtelijke een duurzame ontwikkeling, economie, bereikbaarheid en voorzieningen gezamenlijk optrekken.
Het algemeen bestuur van de regio het nog steeds de West-Brabantse Vergadering, waarin iedere gemeente één collegelid vertegenwoordigd heeft. Besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen, zij het dat die meerderheid wel ten minste de helft van het aantal inwoners van de regio moet vertegenwoordigen. Het dagelijks bestuur bestaat uit zes leden, waarvan drie uit de zes grootste gemeenten.
De West-Brabantse Vergadering heeft een informatieplicht richting de gemeenteraden, over onderwerpen van strategisch belang (conform de artikelen 169 en 180 Gemeentewet). Ook kunnen raadsleden uit eigen beweging om informatie vragen. Minstens twee keer per jaar organiseert het regiobestuur een informatiebijeenkomst voor raadsleden.
De motie van Gert Logt is hier te vinden.
Dit artikel is onderdeel van de reeks 'In de ban van Regionale samenwerking'. Alle artikelen uit deze reeks:
- Zonder regioraad meer raadsbetrokkenheid?
- Een motie voor meer samenwerking
- Gaan de Drechtsteden aan democratie ten onder?
- Tussenstand: helderheid in de mist
- Een regioraad met louter raadsleden, een taai gevecht in Twente
- Nieuwe West-Brabantse raadsleden met procesafspraken meer grip op regio
- Wel samenwerken in Drechtsteden, geen bevoegdheden overdragen
- Twentse verwarring over een 'herfstcompromis'
- Regioraad Twente ter ziele
- Afstemming tussen 19 tinten blauw van West-Brabantse raden
- De lessen en tips van 2015
- Greep op de regio dient het lokale belang
- Het FC Twentegevoel van raadslid Vic van Dijk
- Oog en oor hebben voor onze inwoners, zowel lokaal als in de regio
- Beducht op het Galliër-effect
- Gemeenteraden Zuidoost-Brabant kiezen voor democratische betrokkenheid
- Je vertegenwoordigt een mix van lokaal- en regiobelang
- Greep op regionale samenwerking? Maak het politiek!
- Regionale samenwerking: liefde ontluiken, geen uithuwelijking
- Grenzeloos denken om meer voor je inwoners binnen te halen
- Informatie uit regio naar behoefte van raadsleden