![Geen of ‘slapende’ rekenkamer in tientallen gemeenten](/assets/news/2022/rekenkamer_vrouwenhand_0__ScaleHeightWzY1MF0.jpg)
Geen of ‘slapende’ rekenkamer in tientallen gemeenten
Ondanks een wettelijke plicht beschikken ongeveer dertig Nederlandse gemeenten niet over een lokale rekenkamer. Of ze bestaan wel in naam, maar zijn feitelijk inactief en zonder budget.
Sinds 2006 moeten gemeenten een rekenkamer hebben, of ze kunnen samen met andere gemeenten een gemeenschappelijke rekenkamer instellen. Eerder liet voormalig minister Ollongren van Binnenlandse Zaken weten dat een slapende rekenkamer strijdig is met de Gemeentewet. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden ziet de meerwaarde van lokale rekenkamers, maar vindt dat gemeenteraden zelf gaan over de invulling en het budget, niet de landelijke overheid. Rekenkameronderzoek kan een gemeenteraad helpen bij de uitoefening van wettelijke taken, en kan onderzoek uitvoeren voor de raad die als lekenbestuur daar zelf geen tijd voor heeft. Het gaat dan om onderzoek om te zien hoe het college van burgemeester en wethouders is omgegaan met de (controle op) gemaakte afspraken over de koers van de gemeente.
Geen cent opzij gezet
Het actualiteitenprogramma Nieuwsuur maakte een inventarisatie en constateerde dat tenminste tien gemeenten de afgelopen twee jaar geen cent opzij zetten voor een rekenkamer. Tenminste zeventien gemeenten beschikken op papier wel over een rekenkamer of rekenkamercommissie, maar die leiden een slapend bestaan en deden de afgelopen twee jaar geen onderzoek.
Directeur Jan de Ridder van de Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies vraagt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Hanke Bruins Slot om in te grijpen bij gemeenten die in gebreke blijven.
Nieuw wetsvoorstel
Een nieuw wetsvoorstel laat gemeenteraden zelf de ruimte om vast te stellen hoeveel budget jaarlijks wordt uitgetrokken. “Dat maakt het mogelijk dat de raad het budget op nul euro gaat vaststellen. Dan gebeurt er nog niets", aldus De Ridders kritiek op het wetsvoorstel. Ook de Raad voor het Openbaar Bestuur heeft eerder gepleit voor een ondergrens.
Ook minimale vorm
Zoals gezegd erkent de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden rekenkamers als ‘bondgenoot’, om beter controle kunnen uitoefenen op de bereikte effecten van beleid en de besteding van middelen. Maar anders dan de koepel van rekenkamers staat de vereniging op het standpunt dat gemeenteraden zelf beslissen of en in hoeverre ze gebruik maken van het instrument. Ook is het aan hen om het budget te bepalen, aldus directeur Henk Bouwmans. “Zorgelijk is wel dat zeker in de genoemde gemeenten de norm van een euro per inwoner voor onderzoek bij lange na niet wordt gehaald.”
Niet te springen
Sommige gemeenten, vooral de kleine, zitten niet te springen om rekenkameronderzoek. Raden in gemeenten met ongeveer tienduizend inwoners hebben doorgaans behoefte aan één onderzoek en een kleine nevenactiviteit vanuit de rekenkamer, blijkt uit eerder onderzoek. Gemeenteraden hikken vaak aan tegen de kosten; zo kost een onderzoek in een gemeente van tienduizend inwoners al gauw circa achtduizend euro. Bij gemeenten vanaf 170.000 inwoners neemt de behoefte gemiddeld toe tot vier complete onderzoeken, of drie onderzoeken en twee kleinere rekenkamer-activiteiten.
Meer informatie
De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden heeft meerdere artikelen gepubliceerd over rekenkamers, en meegewerkt aan onder meer ‘inspiratiekaders’ met aanbevelingen en best practices: Inspiratiekaders effectieve invulling lokale rekenkamer. Gemeenteraden kunnen met dit document zelf aan de slag.
De inzet van de Rekenkamer door de raad is een van de mogelijkheden om de positie van de gemeenteraad te versterken. De Rekenkamer is daarom een belangrijke hulptroep van de raad. Waarom de Rekenkamer onmisbaar is en hoe je de Rekenkamer het beste kunt gebruiken, wordt verteld in de Goede Raad-video "De Rekenkamer als hulptroep van de raad"