Geen representatieve democratie zonder volksvertegenwoordiging

Geen representatieve democratie zonder volksvertegenwoordiging

Gemiddeld werken gemeenten in 33 verbanden samen. Omdat raadsleden geen zicht, invloed en controle hebben op de regionale samenwerkingsverbanden, ontstaat er een gebrek aan democratische legitimiteit.Op zoek naar een betere democratische legitimatie pleiten Marije van den Berg en Geerten Boogaard voor minder samenwerkingsverbanden en meer democratische controle door een vierde bestuurslaag met verkozen volksvertegenwoordigers.

Regionale samenwerkingsverbanden worden geregeld in Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Door een pijnlijk gebrek aan democratische legitimiteit, is deze wet toe aan herziening. Het voorstel van kabinet-Rutte III om deze wet aan te passen en de positie van onder andere raadsleden te versterken, wordt binnenkort plenair behandeld door de Tweede Kamer.

Alternatief

Daarnaast heeft de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen een alternatief voor de Wgr, namelijk de aanstelling van een onafhankelijke interbestuurlijke taskforce. Deze taskforce moet zorgen voor meer ruimte en flexibiliteit in de samenwerkingen tussen de overheden.
Lees hier de bijdrage van de voorzitter van de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen Bernard ter Haar in het kader van het Gezag van de Raad over samenqerken en één overheid.

Geen invloed

Uit onderzoek in 2017 bleek al dat regionale samenwerking iets ongrijpbaars is voor raadsleden. Een ruime meerderheid van de raadsleden gaf aan geen invloed te hebben op de besluitvorming rondom de regionale samenwerking, waardoor de democratische legitimiteit van gemeenschappelijke regelingen in het gedrang komt.

Drie patronen

In het artikel ‘Geen democratie zonder politiek, ook niet in de regio’s’ ontdekken Marije van den Berg (onderzoeker/adviseur democratische kwaliteit) en Geerten Boogaard (hoogleraar decentrale overheden aan de Universiteit Leiden) drie patronen die het probleem van democratische legitimatie in stand houden.
Het eerste patroon is depolitisering. Samenwerking gaat makkelijker als de materie wordt benaderd en gepresenteerd als apolitiek. In het kader van regionale samenwerkingen staat het regionaal belang boven het eigen gemeentebelang. Vaak worden zulke verbanden gesloten tussen colleges van burgemeester en wethouders. Op die manier wordt het lastig voor raadsleden om hun controlerende taak uit te oefenen.

Teveel

Een tweede patroon is de grote hoeveelheid samenwerkingsverbanden waarin een gemeente is verwikkeld. Raadsleden kunnen daardoor door de bomen het bos niet meer zien en hun vertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende taak niet uitoefenen. Die veelvoud aan versnipperde gemeenschappelijke regelingen (samenwerkingsverbanden) zou dus plaats moeten maken voor een paar grote en belangrijke regelingen waarin veel gebeurt.

Taboe

Het derde patroon die het gebrek aan democratische legitimatie van regionale samenwerkingsverbanden verklaart, zijn de taboes over provincies en de vierde bestuurslaag. Historisch gezien waren de provincies in het verleden erg machtig, denk aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden waarin een aantal provincies de dienst uitmaakten. Nu gaan gemeenten regionale samenwerkingen aan die in de oppervlakte soms precies de hele provincie dekken of inhoudelijk dicht tegen de provinciale huishouding aan zitten.
Om te voorkomen dat provincies weer te machtig worden, slaan gemeenten dus gezamenlijk de handen ineen. Een democratisch gekozen regionale overheid kan een oplossing bieden voor het gebrek aan democratie op regionaal niveau. Maar het taboe dat hierop berust, is dat Nederland geen ruimte heeft voor een vierde bestuurslaag.

Geen democratie zonder burgers

In de zoektocht naar oplossingen voor het gebrek aan democratie legitimatie van regionale samenwerkingsverbanden, hanteren Marije van den Berg en Geerten Boogaard het volgende uitgangspunt: geen democratie zonder burgers, geen representatieve democratie zonder volksvertegenwoordiging en vooral: geen democratie zonder politiek. Ook niet regionaal.
In dit kader pleiten de auteurs voor een sterke vermindering van de vele verschillende samenwerkingsverbanden. Alles wat niet bijdraagt aan het uitgangspunt ‘geen democratie zonder vertegenwoordiging’ moet stoppen.

Vierde bestuurslaag

Verder pleiten de auteurs voor het doorbreken van het taboe op een regionale bestuurslaag. Volksvertegenwoordigers op regionaal niveau moeten direct door het volk worden gekozen. Zij moeten dan de dagelijkse bestuurders controleren en waar nodig bijsturen. Op die manier wordt het politieker én democratischer; daarmee wordt het ook legitiemer dan nu.

Meer informatie

- Lees hier het volledige artikel van Marije van den Berg en Geerten Boogaard.
Bernard ter Haar, voorzitter van de studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen, over het belang van 1 overheid.
Caspar van den Berg, hoogleraar Global en Local Governance van de Rijksuniversiteit Groningen, over de regionale overheid.