Gelijkwaardig speelveld in alle opzichten voor alle raadsleden

Gelijkwaardig speelveld in alle opzichten voor alle raadsleden

Een gelijkwaardig speelveld voor raadsleden van lokale en landelijke partijen vereist niet alleen een financieel gelijke vorm van ondersteuning van partijen en afdelingen, zoals het wetsvoorstel financiering politieke partijen beoogd. Er is meer nodig om niet alleen raadsleden van lokale partijen maar ook alle raadsleden beter en sterker in positie te brengen, vindt de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.

Gelijkwaardigheid vereist ook dat de VNG zich uitspreekt voor een sterke positie en waardering van de griffier op voet van gelijkwaardigheid in de lokale driehoek. Want een sterke griffier en een volwassen griffie als belangrijkste ondersteuner van de raad is essentieel voor alle raadsleden, en dus ook voor raadsleden van lokale partijen. Gelijkwaardigheid kan ook pas worden bereikt als er voldoende geld is voor opleiding en ondersteuning van alle raadsleden, en daarmee dus ook voor raadsleden van lokale partijen.

VNG-bestuur en commissies

Een gelijkwaardige positie van raadsleden van lokale partijen vraagt ook dat binnen de VNG niet alleen raadsleden van lokale partijen een ruimere plek krijgen. Van alle 225 bestuurs- en commissieleden (burgemeesters, wethouders, raadsleden) binnen de VNG is een kwart lid van een lokale partij. “Dat percentage is qua aantal raadsleden binnen de VNG nog lang niet bereikt”, zo zei Hanneke Willemstein, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden in haar panelbijdrage tijdens de Jan van Zanenlezing.

Wet financiering politieke partijen

De grootste zorg, zo bleek tijdens deze lezing, is dat de wet financiering politieke partijen voor een financieel gelijkwaardig speelveld voor raadsleden van lokale en landelijke partijen niet op tijd, voor de raadsverkiezingen van 2026, door de nieuwe Tweede Kamer wordt vastgesteld. Dit wetsvoorstel ligt nog bij het ministerie, moet nog worden beoordeeld door de Raad van State en daarna worden vastgesteld door Tweede en Eerste Kamer. Voor een gelijkwaardig speelveld van alle raadsleden is een gelijke financiering van landelijke en lokale politieke partijen niet voldoende.

Lessen

Jan van Zanen, burgemeester van Den Haag, naar wie de Jan van Zanenlezing is vernoemd onderstreepte in zijn dankwoord dat de VNG en anderen nog een heleboel lessen kunnen leren van lokale partijen. “Eenvoud, dichtbij en direct zijn mijn drie trefwoorden om lokale partijen te omschrijven. Als ik het met een woord moet zeggen is het: aanraakbaar. Dat is misschien wel het belangrijkste van lokale partijen”, aldus Van Zanen. De lezing is naar hem vernoemd omdat Van Zanen zich heeft ingezet voor een grotere rol en positie van raadsleden en bestuurders van lokale partijen binnen de VNG.

Meer informatie

De eerste Jan van Zanen lezing is gehouden door de Utrechtse wetenschapper en politicoloog Hans Vollaard. Hij stelt vast dat raadsleden van lokale partijen een tikkeltje beter hun volksvertegenwoordigende rol invullen dan raadsleden van landelijke partijen.