Gemeenteraad als reservevoorziening

Gemeenteraad als reservevoorziening

De gemeenteraad dient zich te schikken in zijn nieuwe rol van loslaten en mogelijk maken zodat burgers worden gestimuleerd zelf initiatieven te ontwikkelen. Jante Schmidt, onderzoeker aan de Universiteit voor Humanistiek, bepleitte deze vorm van een andere rol voor de raad tijdens bijeenkomsten van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden in Almelo en Venlo. ‘En mocht er iets misgaan tussen burgers onderling, hebben we de gemeenteraad als reservevoorziening waarbij het in een juridiserende rol intervenieert in plaats van als een politiek orgaan”.

De vernieuwingen in de (lokale) democratie en de verschuivingen/veranderingen binnen de (rol van de) gemeenteraad, typeert Schmidt als de ‘Montessori-democratie’. In het gelijknamige boek ‘’Montessori-democratie: spanningen tussen burgerparticipatie en lokale politiek’’ verklaart Schmidt (et al) wat dit fenomeen inhoudt:

‘’(…) Lokale democratische vernieuwing met een beroep op burgerinitiatief kan daarom op enthousiasme rekenen. Veel mensen die betrokken zijn in het publiek domein zijn er dan ook voor, om los te laten. We typeren deze lokale democratische vernieuwing als een Montessori-democratie. Op Montessorischolen laten leerkrachten leerlingen vrij om zich in eigen tempo te ontwikkelen (..).Soms gaat dat goed, maar soms ook helemaal niet omdat leerlingen, maar ook burgers behoefte hebben aan meer sturing en houvast (..)’’.  

We hebben ons als samenleving bewogen in een richting waarbij we zelf willen creëren, zelf willen doen en, wellicht het meest belangrijk, zelf willen initiëren. Het advies van Schmidt: maak dat mogelijk als gemeenteraad: ‘’Als er vanuit de samenleving geluiden komen voor zelfsturing, maak dat dan ook mogelijk. Burgerinitiatieven ontstaan waar burgers expertise hebben. Uiteindelijk is dit de wijze waarop de maatschappij vooruitgang boekt én waar de democratie ontstaat.’’

Van representatief naar participatief

De ontwikkeling die de samenleving heeft doorgemaakt én waaruit de doe-democratie is voortgevloeid, heeft er niet alleen voor gezorgd dat de gemeenteraad een andere rol dient te vervullen: we kunnen zelfs van een nieuwe vorm van democratie spreken, namelijk de participatieve democratie.  

Maar wat houdt deze participatieve democratie in en welk onderscheid kunnen we tussen beiden maken? Schmidt: ‘’De democratische vorm die we ‘nu’ kennen, is er één waarbij we gerepresenteerd worden door mensen die wij zelf hebben gekozen, en die als taak hebben het algemeen belang te dienen. Oftewel:  ‘’De overheid zal het wel doen’’. De participatieve democratie gaat uit van de burger. Participeren is meepraten en meedoen met zaken die op lokaal niveau geregeld kunnen worden. We hebben als samenleving steeds meer de behoefte om van eigen kracht uit te gaan. En de rol van de gemeenteraad dient een rol op de achtergrond te zijn. Loslaten waar mogelijk, sturen waar nodig.’’

Loyaal, positief-kritisch of afzijdig?

Uiteraard participeert niet iedereen noch heeft daar  behoefte toe. Schmidt onderscheidt drie type burgers: de loyale burger, de positief-kritische burger en de afzijdige burger.  

  1. De personen die tot de eerste groep behoren, zijn degenen die trouw zijn aan c.q. vertrouwen hebben in (de deskundigheid van) de volksvertegenwoordiger én de gemeentepolitiek, máár zijn niet per sé voorstander van de omslag naar een participatieve democratie, waarbij  de burger inspraak krijgt over gemeentepolitieke zaken.
  2. De tweede groep, de positief-kritische burger, is dat wel. Tevens heeft deze tweede groep ook vertrouwen in de gemeentepolitiek én in de deskundigheid van de burger. Deze ‘groep’ is volgens Schmidt het meest tevreden met de participatieve democratie.
  3. De afzijdige burger, de derde en laatste type burger, is er een die zich aan de wetten en kaders houdt en in ruil daarvoor zaken geregeld wilt zien door de gemeente. Zelf participeren in gemeentelijke taken zien ze niet zitten, evenals inspraak van medeburgers over hiervoor genoemde zaken.