Gemeenteraad Leiderdorp verwart bij participatie proces met inhoud
Na een kritisch rekenkamerrapport over burgerparticipatie is in Leiderdorp de gemeenteraad aan zet. Uit dat rapport klinkt het volgende advies: zorg voor een griffie met kennis van burgerparticipatie, leg criteria vast om burgerparticipatie te beoordelen, en spreek je ambities uit.
Harde noten kraakte de rekenkamercommissie van Leiden en Leiderdorp vorig jaar in haar rapport over de manier waarop de gemeenteraad van Leiderdorp de kwaliteit van burgerparticipatie in de gaten houdt. Zo constateert ze: ‘Grosso modo is het beeld dat de raad vooraf nauwelijks actief is of wordt betrokken bij de vormgeving van de participatie.’ En: ‘Participatie wordt vooral als collegezaak bezien, de raad ziet voor zichzelf geen grote rol weggelegd.’
Complimenten
De rekenkamer nam vier casussen onder de loep, waaronder burgerparticipatie bij de Transitievisie Warmte. De raad kreeg daarbij vooraf het participatieplan ‘ter kennisname’, maar heeft er niet op gereageerd. Dit terwijl volgens de spelregels, vastgelegd in het protocol Interactieve Beleidsontwikkeling uit 2002, de raad bij visie- en beleidsvorming beslist over participatie. ‘Ook tussentijds is niet gereageerd op participatie’, aldus de rekenkamer. ‘Bij de vaststelling gaf de raad complimenten voor het heldere stuk en inzet van ambtenaren rond de participatie, zonder specifiek in te gaan op de doorlopen participatie.’
Kritische vragen
In het algemeen komt in Leiderdorp participatie pas aan bod als er kritische vragen komen van inwoners, concludeert de rekenkamer. En in dat geval praat de raad vooral over de inhoud van het besluit en niet over het participatieproces zelf: hoe is er geluisterd naar de inwoners? Hoe waren de verhoudingen? De rekenkamer constateert dat de raad amper aandacht heeft voor ‘de relationele kant van participatieprocessen’. ‘Met andere woorden: wanneer de raad spreekt over participatie lopen inhoud en proces vaak door elkaar. Dat vertroebelt het zicht op de kwaliteit van het participatieproces.’
Verschillende beelden
Raadslid Sarah van Roemburg van PvdA-GroenLinks beaamt dat de raad niet goed lijkt te weten welke rol hij heeft in participatie. In de gevallen waarin de raad constateert dat burgerparticipatie niet goed van de grond is gekomen, kijken de verschillende fracties daar niet hetzelfde naar, aldus Van Roemburg. ‘Daar spelen de inhoudelijke besluiten erg doorheen. Zo van: het is niet geworden wat wil.’
Onvoldoende capaciteit
De rekenkamer legt de vinger op de zere plek, als ze over burgerparticipatie schrijft: ‘De ambities op dit vlak verschillen per fractie, en zijn als raad niet helder uitgesproken. Daarbij lijken raadsleden beperkte kennis te hebben van burgerparticipatie. Er zijn geen (expliciete) kwaliteitscriteria waarnaar wordt verwezen als gesproken wordt over participatie. Dat maakt het voor de raad lastig om toe te zien op de kwaliteit van participatie. De griffie heeft onvoldoende capaciteit om de raad hierin te adviseren of verder te ontwikkelen.’
Kant-en-klaar advies
Deze constateringen zijn, door ze om te draaien, te lezen als een kant-en-klaar advies. Er staat dan: raad, zorg dat de griffie voldoende capaciteit voor en voldoende kennis over burgerparticipatie heeft, zorg dat je weet hoe burgerparticipatie werkt, zorg voor criteria die laten zien of burgerparticipatie goed heeft gewerkt, en spreek je ambities uit voor burgerparticipatie.
Coalitieakkoord
Wat betreft ambities, in maart 2021 was er een raadswerkgroep participatie en communicatie gestart. Die had echter geen plan gemaakt, zo constateert de rekenkamer. Het nieuwe coalitieakkoord besteedt veel aandacht aan participatie, maar ‘het akkoord straalt niet uit dat de raad voor zichzelf een grote actieve rol ziet qua – verbetering van – participatie.’ Daarbij helpt het niet dat de raad het rekenkamerrapport niet in een plenaire vergadering heeft besproken. ‘Het presidium heeft op voorhand bepaald dat het niet in de raad hoefde’, vertelt raadslid Van Roemburg.
Bewuster
Wel is, als opvolger van de werkgroep participatie en communicatie, een werkgroep participatie gestart, waar Van Roemburg ook lid van is. Ook deze werkgroep heeft nog geen plan, ‘maar we hebben wel afspraken en acties.’ Van Roemburg wil het beeld dat het rekenkamerrapport schetst nuanceren. ‘Het rapport gaat vooral over de vorige periode. Ik bestrijd niet wat de rekenkamer heeft gezien, maar we zijn ons daar als raadsleden nu wel bewuster van.’ Ze hoopt dat de nieuwe participatieverordening, die de gemeenteraad in Leiderdorp binnenkort behandelt, participatie een duw in de rug geeft. En dat de raad zijn eigen rol goed daarbij onder de loep neemt. ‘Wat deze raad te leren heeft is in plaats van controlerende meer kaderstellende afspraken maken.’
Raad in Beweging
Raadsleden die willen reageren op nieuwe initiatieven voor burgerparticipatie kunnen daarover meepraten op het platform Raad in Beweging. Wil je weten wat Raad in Beweging inhoudt en wil je meepraten klik dan hier voor meer informatie.