Gemeenteraden krijgen te weinig informatie voor invloed op jeugdzorg
De informatievoorziening aan gemeenteraden over jeugdzorgbeleid is onvoldoende om invloed te kunnen uitoefenen. De informatievoorziening en de besluitvorming door de gemeenteraden is bovendien niet op één lijn gebracht, terwijl de uitvoering en het overleg tussen de betrokken wethouders wel is gecentraliseerd. Dit is opvallend want de informatievoorziening door de gemeenteraden is vooraf als topprioriteit benoemd.
Dit blijkt uit het onderzoek “Regionale samenwerking jeugdzorg en legitimiteit van de gemeenteraad” dat de Rotterdamse student Ryan Ensign heeft uitgevoerd in de regio Midden-Holland. De regionale samenwerking van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Waddinxveen, Zuidplas, Krimpenerwaard en Gouda op jeugdzorg gaat ten koste van de democratische controle door de gemeenteraden. Maar er is wel sprake van een hogere effectiviteit en efficiëntie, concludeert Ensign.
Wethouders overleggen
Direct overleg of discussie tussen de gemeenteraden over de koers van het jeugdzorgbeleid ontbreekt. De belangrijkste reden daarvoor is dat de betrokken wethouders van de vijf gemeenten met elkaar overleggen en pas daarna de eigen raad informeren. Het zou helpen wanneer gemeenteraden ook het bestuur van de regionale samenwerking kunnen aanspreken. Bovendien beveelt Ensign aan dat de griffiers ervoor zorgen dat informatie vooraf wordt gegeven.
Financieel keurslijf
De rol van de gemeenteraden op het beleid in de jeugdzorg wordt beheerst door het gebrek aan financiën als gevolg van het Rijksbeleid. Door de forse bezuinigingen die Den Haag gelijktijdig met de overheveling van de jeugdzorgtaken in 2015 van de provincies oplegde, moeten gemeenten hun taken in de jeugdzorg met te weinig geld uitvoeren.
Bovendien bepaalt Den Haag jaarlijks hoeveel budget er beschikbaar is. In Zuidplas leidt dat er bijvoorbeeld toe dat minder dan 5 procent van het beschikbare budget vrij besteedbaar is, de rest van het budget zijn verplichte en vaste kosten. De decentralisatie heeft er dus toe geleid dat niet gemeenten een maatwerk jeugdzorgbeleid dichter bij de burger kunnen opstellen en uitvoeren, maar dat vooral het belang van de Rijksoverheid – met minder budget uitvoeren van de jeugdzorg – gediend wordt.
Democratische controle
Ondanks het gebrek aan gezamenlijk overleg is er toch sprake van een hoge mate van consensus tussen de betrokken gemeenteraden, constateert Ensign. Een belangrijke verklaring daarvoor is de gedeelde wens van gemeenteraden om “goede zorg” te leveren. De raden zien dat regionale samenwerking gemeneten een sterkere onderhandelingspositie ten opzichte van zorgverleners biedt en schaalvoordeel bij de inkoop van zorg. Bovendien voelen alle gemeenteraden een grote druk op de financiën en willen daarom de jeugdzorg zo efficiënt mogelijk uitvoeren.
Ensign beveelt de gemeenteraden aan om meer te kijken naar de maatschappelijke effecten van het regionaal uitgevoerde jeugdzorgbeleid. “Het is noodzakelijk om gepaste beleidsindicatoren te ontwikkelen of te leren en deze toe te passen zodat er gemonitord kan worden op gewenste maatschappelijke effecten die voort dienen te vloeien uit het beleid.”
Meer informatie
Klik hier voor het onderzoek “Regionale samenwerking jeugdzorg en legitimiteit van de gemeenteraad” in de regio Midden-Holland dat Ryan Ensign van de Erasmus Universiteit in 2020 heeft uitgevoerd.
Raadsleden Regio Den Haag slaan handen ineen op jeugdzorg
Raadsleden Regio Rivierenland grijpen initiatief in regionale samenwerking
Raad kan gele kaart trekken voor controle op gemeenschappelijke regelingen