“De experimenten met de lokale democratie, het moeizame functioneren van nogal wat gemeenteraden, maar ook de onoverzichtelijke tijd waarin wij leven met problemen die uiteenlopen van klimaatramp en terrorisme tot ‘precaritaat’ en antidemocratisch populisme nopen immers tot een aansprekende verdediging van de liberale democratie (en wat mij betreft ook tot een gloedvol pleidooi voor een actievere overheid).” Dit is wat beschrijft Annemarie Kok in haar boek ‘Herinnering aan de rechtsstaat’ ; een lofzang over de democratische rechtsstaat met al haar instituties zoals we die vandaag de dag nog kennen.
Haar lofzang voor de democratische rechtsstaat is een reactie op de politieke verandering van een geïnstitutionaliseerde representatieve democratie naar een participatiedemocratie. Annemarie Kok stelt dat het zijn van een representatieve democratie helemaal geen slechte zaak is en dat er juist vele voordelen aan verbonden zijn.
Zo is er het voordeel dat er sociale instituties zijn ingesteld die als vangnet dienen voor de burgers die in de maatschappij achterblijven op de rest van de samenleving. Er wordt een bepaald niveau van welzijn en welvaart gecreëerd waarin burgers zijn voorzien in zaken als werkgelegenheid, uitkeringen, huisvesting, gezondheidszorg, goed leefmilieu en onderwijs. De principes gelijkheid en solidariteit die hierop van toepassing zijn, zijn in de rechtsstaat geïnstitutionaliseerde begrippen waaraan veel waarde wordt gehecht. Dat is ook de reden dat ze in de grondwet verankerd zijn.
Daarnaast is representativiteit kenmerkend aan onze democratie en politieke instituties om voor goed bestuur te zorgen. Niet iedereen kan of wil besturen, waardoor (gekozen) vertegenwoordigers die dat wel kunnen een wijze oplossing is voor dat probleem. Aan de hand van geschreven regels en procedures zijn zij in staat om verschillende inzichten, botsende en gedeelde belangen over ingewikkelde zaken af te wegen en een oordeel te vellen in het belang van de samenleving. Deze beslissingen zijn op basis van de indirecte democratie ook legitiem te noemen. De maatschappij is daarom gebaat bij een krachtig bestuur, sterke instituties en het volgen van de regels en procedures om chaos in de maatschappij te voorkomen.
Annemarie Kok beschrijft de rechtstaat bondig in een enkele zin: “Formele structuren, indirecte democratie, hiërarchie, systeemdenken, checks and balances, vrijheid, gelijkheid en sociale vaardigheid zijn met die rechtsstaat onlosmakelijk verbonden.” Dit is wat de samenleving aan voordelen heeft bij het zijn van een democratische rechtsstaat.
Zowel nationale als lokale overheden hebben de verantwoordelijkheid om het algemeen belang te dienen. De volksvertegenwoordigers hebben hiervoor een legitiem mandaat gekregen middels verkiezingen. Dit is onderdeel van het systeem van instituties binnen de rechtsstaat. Maar representativiteit en legitimiteit zijn niet het enige kenmerk. Door de regels en procedures die zijn gemaakt, is er ook ruimte voor pluriformiteit.
Het achterliggend idee van deze pluriformiteit is dat er in het openbaar bestuur voldoende ruimte voor verschillende ideeën en initiatieven moet zijn. Representatieve democratie hindert meer democratie niet, integendeel. Ondanks dat burgers volksvertegenwoordigers aanwijzen die beleid in het algemeen belang maken, hebben ze voldoende mogelijkheden om zelf invloed uit te oefenen op dat beleid. Naast het stemmen op een partij of persoon kunnen ze zelf een politieke partij of beweging oprichten, kunnen ze zelf in contact gaan met de gekozen volksvertegenwoordigers, inspreken bij (raads)vergaderingen of een maatschappelijk initiatief opzetten. Dit kan allemaal binnen de regels die rechtsstatelijk/constitutioneel zijn opgesteld.
Annemarie Kok probeert in haar boek raadsleden en andere politieke vertegenwoordigers eraan te herinneren dat de politiek de hoogste instantie in de samenleving is. De maatschappij bestaat uit instituties die de normen en waarden van de samenleving bevatten en uitdragen. Beschreven in onze constitutie is dat de hoeksteen van onze samenleving.
Volksvertegenwoordigers zijn in onze representatieve democratie gekozen als één van de instituties in de rechtsstaat om aan deze waarden, zoals vrijheid, gelijkheid en solidariteit, uiting te geven in de vorm van een visie voor het algemeen belang. Zij houden de samenleving in stand, zij houden onze normen en waarden in stand en het gemaakte beleid fungeert als bindmiddel in de samenleving. Dat is de verantwoordelijkheid die de volksvertegenwoordigers hebben en die zij volgens Annemarie Kok weer moeten herinneren.
Voor raadsleden geldt dat zij in hun gemeente de verantwoordelijkheid moeten nemen om beleid in het algemeen belang van de hele gemeente te maken. Zij representeren de gemeente en hebben de legitieme verantwoordelijkheid gekregen voor het verdedigen en uitdragen van onze normen en waarden. Doen ze dat niet, dan raken deze normen en waarden in vergetelheid en ontstaat er (politieke) chaos in de maatschappij. De democratische rechtsstaat ís onze maatschappij en raadsleden zijn één van de instituties om die in stand te houden. Raadsleden hebben deze verantwoordelijkheid en macht, maar moeten vooral zelf beseffen hoe belangrijk zij in onze rechtsstaat zijn.
Annemarie Kok vat deze conclusie samen als: “De politieke instituties zoals wij die kennen, zijn ons belangrijkste collectieve bezit. Samen vormen deze organen een systeem dat staat voor de waarde van recht en democratie, eenheid en verschil, kennis en kritiek, debat en samenwerking, vertrouwen en verantwoording, verandering en stabiliteit. Voor beschaving, kortom.”
Het boek ‘Herinnering aan de rechtsstaat. Pleidooi voor serieus openbaar bestuur’ is hier in zijn geheel te lezen.