Hoe ben je een goed raadslid en politicus?
Martin Schulz (NSOB) sprak afgelopen dinsdag met zo’n 50 raadsleden, griffiers, gemeentesecretarissen en burgemeesters over zijn essay ‘Gemeenteraden positioneren’. Dit gebeurde op de deelsessie van het VNG-jaarcongres over de gemeenteraad als lekenbestuur. Hij betoogde dat het niet moet gaan om het professionaliseren van de raad, maar juist over het politiseren ervan. Wat volgde was een interessant interactief gesprek over de rol van de raad.
Schulz schetste de essentie van politiek. Hij zette politiek neer als een beschaafde manier waarin we verschillen niet beslechten met fysiek geweld, maar op een fatsoenlijke manier met elkaar in debat gaan. Vervolgens werden de convergerende en divergerende krachten van de raad geïntroduceerd. Dit houdt enerzijds in dat de raad soms convergerend werkt, waarbij raadsleden samen bestuursorgaan zijn. Anderzijds is er een divergerende kracht, waarbij raadsleden op het scherpst van de snede elkaar op verschillen bevechten. Dan is het helemaal niet erg als er tot op het bod verdeeldheid heerst, aangezien de politieke arena zich juist leent voor de beslechting daarvan. Deze krachten zijn tegelijkertijd in de raad aanwezig.
Stamppot
Als raad is het goed om constant te blijven reflecteren, omdat alleen politiek zichzelf de maat kan nemen. Als voorbeeld vertelde Schulz over een gemeente in Zeeland, waarbij de fractievoorzitters gezamenlijk stamppot aten om met elkaar te reflecteren op de rol en sfeer in de raad. Raadsleden deelden ook hun ervaringen. Raadsleden gaven aan dat ook het borrelen na afloop van de raadsvergadering een waardevolle reflectiemethode kan zijn.
Verschillende rollen
Na de pauze dachten de deelnemers na over hun eigen rol bij het politiseren van de raad. Zo gaf een raadslid aan dat er vooraf al te veel wordt bekokstoofd: “Ik vind het jammer dat er veel hamerstukken zijn, een goed debat is dan haast niet meer mogelijk”. Een ander raadslid beaamde deze ervaring: “Het valt mij op dat veel raadsleden te veel afgaan op hetgeen door de wethouders wordt aangereikt. Probeer als gemeenteraad agendasettend te zijn”.
Burgermeesters gaven aan dat het soms goed is om tijdens raadsvergaderingen de touwtjes te laten vieren: “Als je het strak houdt, is je rol makkelijker. Maar dat maakt het debat niet aantrekkelijker”. Ook het reglement van orde is belangrijk hierbij. Zo gaf een raadslid aan: “Ik vind het belangrijk dat het reglement van orde gehandhaafd wordt. Dat schept echt voorwaarden voor een gepolitiseerd debat”.
Door een griffier werd vervolgens gesteld dat dé raad niet bestaat en ze deed een oproep aan collega griffiers om een eigen visie te ontwikkelen: “De raad bestaat niet. De raad is opgedeeld in heel veel stukjes, en je spreekt de raad nooit als geheel. Ontwikkel dus zelf een visie hoe je de rol van de raad kunt versterken.”
Tot slot deelde een gemeentesecretaris vanuit haar ervaring een tip: “Maak expliciet wat je rol als raad is. Burgers zien niet snel het verschil tussen de verschillende organen, zij maken geen onderscheid en zien vooral een gemeente”.
Meer info
Het volledige essay is hier te vinden.
Dat onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.