Ingrijpen door minister of commissaris op integriteit strijdig met lokale autonomie
Het inzetten van nieuwe middelen of instrumenten waardoor de minister of de commissaris van de Koning ongewenst integriteitsbeleid of bestuurlijke problemen in een gemeente kan aanpakken, is in strijd met de zelfstandige positie van de gemeente en de gemeenteraad. “Het is passend om eerst binnen het lokaal bestuur op zoek te gaan naar innovatieve vormen van toezicht, want er zijn ruime mogelijkheden om het intern toezicht binnen gemeenten te versterken en het zelfreinigend vermogen van het lokaal bestuur te vergroten.”.
De Tilburgse wetenschapper Niels Karsten schrijft dit in het artikel “Interbestuurlijk toezicht op bestuurlijke integriteit” in het Tijdschrift voor Toezicht. Aanleiding voor dat artikel is de wens van minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Kajsa Ollongren om meer mogelijkheden te hebben om in te grijpen wanneer gemeenten en gemeenteraden in haar ogen in strijd functioneren met de democratische rechtsstaat. Ollongren pleitte in 2017 voor het wegsturen van wethouder Palmen in Brunssum door de gemeenteraad of anders door anderen. Liesbeth Spies, voorzitter van het Nederlands Genootschap voor Burgemeesters (NGB), pleitte met de opgestapte Brunssumse burgemeester Luc Winants voor aanvullende bevoegdheden om de integriteit van het lokaal bestuur te bevorderen. Zo zouden burgemeesters, volgens het NGB, wethouders kunnen voordragen voor ontslag als deze een integriteitsrisico vormen.
Autonomie
Extra taken voor de minister of voor de commissaris van de Koning om bij lokale bestuurlijke of integriteitsproblemen in te grijpen, staat volgens Karsten op gespannen voet met de lokale autonomie. Bovendien miskent ingrijpen ‘van bovenaf’ het zelfreinigend vermogen van het lokaal bestuur. Karsten concludeert daarom dat bij de aanpak van aanhoudende bestuurlijke problemen in gemeenten en de versterking van de integriteit van het lokaal bestuur vanuit de Rijksoverheid interbestuurlijk toezicht niet meteen de aangewezen weg is.
Lokale alternatieven
Er zijn volgens Karsten nog verschillende mogelijkheden om het zelfreinigende vermogen van het lokaal bestuur van Rijkswege te versterken met respect voor de bestaande bestuurlijke verhoudingen.
Naar Duits voorbeeld zou de commissaris van de Koning de mogelijkheid gegeven kunnen worden om deel te nemen aan de beraadslagingen van gemeenteraad en college. Doorslaggevend is dan uitsluitend het informele gezag van de commissaris om de raad en de lokale bestuurders te overtuigen andere keuzes te maken.
Naar Engels voorbeeld zouden zogeheten scrunity committees vanuit de raad of ethics committees of integrity officers vanuit een meer onafhankelijke positie toezicht kunnen houden op bestuurlijke integriteit. "Hieruit spreekt meer vertrouwen dan uit bovenlokale integriteitscommissies zoals de miniter die overweegt”, aldus Karsten.
Stemming belangenverstrengeling
Daarnaast zijn er de mogelijkheden van handreikingen en trainingen, een Verklaring omtrent Gedrag in de wet opnemen als benoembaarheidsvereiste voor een wethouder en het aanscherpen van de bepalingen inzake belangenverstrengeling van raadsleden en bestuurders. In dit geval zou artikel 28 van de Gemeentewet moeten worden aangescherpt waardoor raadsleden in het geval van belangenverstrengeling worden uitgesloten van deelname aan de stemming. “Zo’n maatregel zou de autonomie van het lokaal bestuur wel enigszins inperken, maar tegelijk beter recht doen aan de bestaande interbestuurlijke verhoudingen dan een aantal andere voorgestelde maatregelen en minder afhankelijk zijn van interbestuurlijk toezicht dat ingrijpt in de lokale beleidsruimte”, aldus Karsten in zijn artikel waarin hij een werkbare balans bepleit tussen lokale autonomie en bovenlokale doorzettingsmacht.
Meer informatie
Het volledige artikel is hier te raadplegen: Interbestuurlijk toezicht op bestuurlijke integriteit
De reactie van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden op de plannen van de minister vindt u hier: Initiatief voor integriteitsbeleid hoort bij de raad.