Integriteit wethouders samenspel tussen burgemeester én raad
De commissie van de geloofsbrieven uit de gemeenteraad onderzoekt of kandidaatswethouders voldoen aan de wettelijke vereisten voor het wethouderschap. In de nieuwe opzet krijgt deze commissie wellicht meer bevoegdheden om integriteitskwesties bij wethoudersbenoemingen aan te kaarten of te onderzoeken, luidt een advies.
Dit bepleit Dick De Cloe in zijn onderzoeksverslag ‘Zorgplicht Bestuurlijke Integriteit’. De Cloe, voormalig Tweede Kamerlid en oud-burgemeester stelt dat deze commissie, in samenspraak met de burgemeester, een breder mandaat moet krijgen tijdens de benoemingsprocedure. Deze aanbeveling komt overeen met de aanbeveling uit het onderzoek van Elzinga & Korsten over de benoemingsprocedure van de Brunssumse wethouder Palmen.
De commissie zou aanspreekpunt moeten zijn voor de burgemeester en constructieve tegenkracht kunnen bieden. Indien er vermoedens zijn van integriteitsrisico bij de benoeming van een kandidaat-wethouder moet de commissie de raad adviseren om de benoeming aan te houden totdat er nader onderzoek is verricht. Hiermee wordt het integriteitsonderzoek een collectieve aangelegenheid voor de raad en de burgemeester. Ook krijgt de burgemeester een (wettelijk) geregelde context waarin hij/zij kan opereren.
Ontslagbescherming burgemeester
Het Nederlands Genootschap voor Burgemeesters (NGB) vindt juist dat burgemeesters garanties moeten krijgen bij de uitvoering van integriteitsonderzoeken. Tijdens het Rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over ‘Integriteit in het openbaar bestuur’ pleitte het NGB dat de positie van burgemeesters in de nasleep van integriteitsonderzoeken niet ter discussie mag staan. Het NGB bepleit daarom ontslagbescherming voor burgemeesters. Zodra er het vermoeden bestaat dat het opzeggen van het vertrouwen in de burgemeester het (in)directe gevolg is van het aankaarten van integriteitszaken mag het verzoek tot ontslag van de burgemeester niet worden gehonoreerd, vindt het NGB. In dat geval zou bijvoorbeeld de Commissaris van de Koning een raadsbesluit kunnen blokkeren, omdat er vermoedens zijn dat het ontslag gemotiveerd is door het handelen op integriteit. Een maatregel die autonomie van de raad aantast.
Samenspel met raadsfracties
De Cloe pleitte eerder voor aandacht voor een wettelijke procedure voor het ‘onderzoek risicoanalyse integriteit’ in de gemeentewet. Hiermee wordt wettelijk vastgelegd welke procedures doorlopen moeten worden op het gebied van integriteit bij de benoeming van bestuurders. Het is de taak van de burgemeester om in een vroeg stadium dit onder de aandacht van de fracties te brengen, voorafgaand aan verkiezingen. Verder zou de rol van de locoburgemeester of adviesrol van de Commissaris van de Koning als adviseur uitgebreid kunnen worden. Hiermee wordt het bevorderen van de integriteit meer een onderdeel van de cultuur en meerdere actoren, dan dat dit (bijna) volledig op de conto van de burgemeester wordt toegeschreven.
Meer informatie
Dick De Cloe heeft in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties diverse gesprekken gevoerd met (voormalig) bestuurders, ambtenaren en de koepels om te inventariseren wat de praktijkbehoefte op het vlak van de zorgplicht van de burgemeester in het kader van integriteit en specifiek bij de benoeming van wethouders is.
Zie ook de module Toolkit Democratische Weerbaarheid in de leeromgeving. Hierin komt aan bod hoe je als volksvertegenwoordiger integer handelt en integriteit bij andere bevordert.