Investeer in bewustwording
De vorm en inrichting van een goed functionerende Rekenkamer hoort niet in Den Haag te worden bepaald, noch te worden belast met een uitspraak daarover vanuit Den Haag. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden vindt dat de gemeenteraad zelf moet kunnen bepalen welke vorm en inrichting van de Rekenkamer het beste bij de gemeente past. Dit schrijft voorzitter Mark den Boer in het CDA-Bestuursforum.
De Rekenkamer staat volop in de schijnwerpers. Afgelopen zomer presenteerde minister Plasterk van Binnenlandse Zaken een ‘actieplan lokale rekenkamers’. De aanleiding hiervoor was zijn constatering dat er nogal wat gemeenten zijn waar geen Rekenkamer of Rekenkamercommissie bestaat of waar sprake is van een slapend bestaan. Ook zijn er gemeenten waar de rekenkamerfunctie door alleen raadsleden wordt uitgevoerd. In al die gevallen wordt volgens Plasterk ‘aan het belang van een goede rekenkamerfunctie onvoldoende gewicht toegekend’. Om de positie van rekenkameronderzoek te versterken stelt de minister onder andere voor raadsleden geen lid van de Rekenkamer meer te laten zijn. Maar daarmee lost hij het probleem niet op.
Het belang van een goed functionerende rekenkamerfunctie is met de decentralisatie van taken alleen maar groter geworden. Gemeenten krijgen steeds meer taken op hun bord. Zij voeren taken vaak op afstand uit, in gemeenschappelijke regelingen. De rekenkamer is juist ook bij deze nieuwe taken het orgaan dat namens de gemeenteraad onderzoek kan doen naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van gemeenschappelijke regelingen. De Rekenkamer is dus een belangrijk instrument van de raad om haar controlerende rol goed in te kunnen vullen.
Gemeenten kunnen de rekenkamerfunctie op dit moment vrijwel volledig naar eigen wens invullen. Dat is volgens Plasterk de oorzaak van het slechte functioneren. ‘De huidige vormgeving van de rekenkamerfunctie geeft gemeenten te weinig richting, waardoor de wettelijke opdracht onvoldoende gewicht wordt toegekend of soms zelfs wordt genegeerd’, aldus de minister. De vorm en inrichting van een goed functionerende Rekenkamer hoort echter niet in Den Haag te worden bepaald, noch te worden belast met een uitspraak daarover vanuit Den Haag. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden dat de gemeenteraad zelf moet kunnen bepalen welke vorm en inrichting van de Rekenkamer het beste bij de gemeente past.
Rekenkamers kunnen prima functioneren als er ook raadsleden in plaatsnemen. Dit blijkt uit de vele reacties die zijn binnengestroomd na een brief van de Nederlansde Vereniging voor Raadsleden aan gemeenteraden over het actieplan van minister Plasterk. We ontvingen talloze voorbeelden van rekenkamers en rekenkamercommissies bestaande uit raadsleden en onder (bege)leiding van een of twee externe leden die al jarenlang succesvol zijn en naar tevredenheid functioneren. Raadsleden weten immers zelf vaak het beste wat er in de gemeente of regio speelt.
Veel raadsleden zijn zich echter onvoldoende bewust van het belang van de rekenkamer als controle-instrument of hebben überhaupt geen weet van het bestaan hiervan. Na iedere gemeenteraadsverkiezing is de helft van de raadsleden nieuw en dan is de ietwat stoffig klinkende Rekenkamer nou niet het eerste onderwerp waar je je als kersvers raadslid. Op stort. Daarnaast zijn raden vaak ook ontevreden over de inhoud en bruikbaarheid van de rekenkamerrapporten. Dit zijn waarschijnlijk redenen waarom veel gemeenteraden de afgelopen jaren flink hebben bezuinigd op het budget voor rekenkameronderzoek, soms tot het volledig schrappen van het budget aan toe. Minister Plasterk zou er daarom beter aan doen eerst met de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies te investeren in bewustwording onder raadsleden. De volgende stap is dan het op een goede manier inzetten van het instrument rekenkamer. Maar daar zijn de gemeenteraden prima zelf toe in staat.
Bron: CDA Bestuursforum, 11 november 2015.