Investeer in de decentrale democratie

Investeer in de decentrale democratie

De beroeps- en belangenverenigingen in het decentrale bestuur luiden de noodklok. De aantrekkelijkheid van het politieke ambt neemt af, en de uitvoeringskracht van decentrale overheden wordt beperkt door werkdruk en onvoldoende ondersteuning voor ambtsdragers. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de kwaliteit van de decentrale democratie, maar ook voor het gezag van het bestuur.

In een gezamenlijke brief aan de informateurs Dijkgraaf en Van Zwol vragen de verenigingen om dringend te investeren in de decentrale democratie. Het pleidooi komt op een cruciaal moment, nu een programkabinet wordt overwogen tussen PVV, VVD, NSC en BBB.

Zes punten

De verenigingen vragen op een zestal punten aandacht:

  1. De aantrekkelijkheid van de ambten: Steeds minder mensen willen bestuurder of volksvertegenwoordiger zijn. De werkdruk is hoog en structurele investeringen zijn nodig om decentrale overheden te voorzien van kwaliteit en gezag.
  2. Ondersteuning: Het werk is de afgelopen jaren alleen maar inhoudelijk complexer en praktisch lastig te combineren met een baan en privéleven. Investeren in de ondersteuning van de volksvertegenwoordiging is daarom essentieel.
  3. Agressie en intimidatie: In 2014 had ongeveer 20% van de politieke ambtsdragers te maken met vormen van verbale of fysieke agressie, intimidatie en bedreigingen. In 2022 zijn deze cijfers verdubbeld, wat een negatieve spiraal veroorzaakt en geïnteresseerden afschrikt.
  4. Korte zittingsduur van volksvertegenwoordigers: De zittingsduur van volksvertegenwoordigers is relatief kort, vooral in gemeenteraden waar bijna de helft van de raadsleden bij elke verkiezingen wordt vervangen. In provinciale staten zit slechts 2/3 één periode van vier jaar, en ongeveer 20% van de statenleden vertrekt tussentijds vanwege werk, verhuizing of onvoldoende tijd.
  5. Onvrijwillig tussentijds vertrek van dagelijks bestuurders: Het tussentijds vertrek van dagelijks bestuurders, zoals wethouders en gedeputeerden, is helaas gebruikelijk geworden. Gemiddeld zit een wethouder nog maar twee jaar en tien maanden, wat de continuïteit van bestuur onder druk zet.
  6. Veranderingen in training en scholing: Politieke partijen verzorgden vroeger zelf vakbekwame bestuurders en volksvertegenwoordigers, maar dat is veranderd. Door de hoge werkdruk en omloopsnelheid is het leren van ervaren ambtsdragers of fractieleden nu lastiger.

Stevige agenda

“Een stevige agenda is nodig om in de toekomst goede bestuurders en volksvertegenwoordigers te hebben die het ‘ambacht’ in het openbaar bestuur willen en kunnen uitvoeren.”

De verenigingen juichen het toe dat de onderhandelende partijen het thema ‘goed bestuur’ centraal willen stellen om hierover concrete afspraken te maken. De beroeps- en belangenverenigingen zitten niet stil om de problemen alleen te beschouwen.

De beroeps- en belangenverenigingen in de lokale en provinciale democratie maken duidelijk dat zij graag zoeken naar oplossingen, ook vanwege hun expertise op training en toerusting van politieke ambtsdragers. De verenigingen voeren graag met de minister van BZK zoeken naar verbeteringen van de positie van ambtsdragers in het openbaar bestuur.

Meer informatie

Klik hier voor de gezamenlijke brief van Nederlands Genootschap van Burgemeesters, Wethoudersvereniging, StatenlidNu, Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, Vereniging van Gemeentesecretarissen, Vereniging van Griffiers, de Kringvoorzitters van Waterschappen en de Vereniging voor Waterschapsbestuurders.