’Je hart slaat een keer over als een auto naast je stopt’
Ze werd gestalkt, bespuugd en geïntimideerd. Lange tijd probeerde Winnie Prins, wethouder in Zeewolde*, deze ervaringen te bagatelliseren. Ondertussen sprak ze er met niemand over. Nu wil ze als peer in het Ondersteuningsteam van het Netwerk Weerbaar Bestuur een luisterend oor zijn voor collega’s die hetzelfde meemaken. ‘Het moet doordringen tot bestuurders dat we de grenzen te ver opgerekt hebben.’
Het begon in 2008, vlak na haar aftreden als wethouder in Zeewolde. De man had een probleem met zijn buren en vroeg Winnie Prins, die ook als mediator werkte, om hulp. Toen ze met hem in gesprek ging bleek hij zoveel problemen te hebben dat Prins moest besluiten dat deze casus niet voor haar was weggelegd. De afwijzing was het begin van een lange periode met ellende. ‘Het begon met mailtjes waarin hij me verweet hem geen hulp te bieden. Die mailtjes bleven maar komen. Maar ook schreef hij brieven naar juristen, de burgemeester en allerlei instanties, waaronder de Nationale Ombudsman, met klachten over mij. In het begin reageerde ik nog netjes, maar daar ben ik na een tijdje ook mee gestopt.’
Altijd alert
Toen Prins in 2010 weer aantrad als wethouder was dat voor de man het signaal om zijn activiteiten richting Prins op te voeren. Op Facebook, met persoonlijke mails, maar ook verkondigde hij overal waar hij de kans kreeg dat ‘de wethouder’ hem het leven zuur maakte. ‘Ik probeerde het langs me heen te laten gaan, maar ondertussen deed het natuurlijk wel iets met me. Ik was altijd alert. Hij woonde schuin tegenover me, dus als ik mijn hond uitliet en ik hem zag aankomen in de auto keek ik altijd naar mogelijkheden om uit te wijken. Want hij zou maar eens op het gaspedaal trappen…’
Verjaardagstaart
Het dieptepunt was de verjaardag van Prins’ dochter in hun voortuin. De man had zijn eigen verjaardag niet kunnen vieren omdat de bakker zijn verjaardagstaart niet had kunnen bakken. ‘Dat was mijn schuld, vond hij. “De wethouder” had ervoor gezorgd dat hij geen verjaardagstaart had. Tijdens het feestje van mijn dochter ben ik constant gespannen geweest, omdat ik bang was dat hij “langs zou komen”. Ik heb toen voor het eerst gedacht aan het inroepen van beveiliging, maar dat vond ik toen nog te ver gaan.’
Bagatelliseren
In de vijftien jaar dat Prins wethouder is (tot juni 2021), kreeg ze verschillende keren te maken met agressie en intimidatie. Scheldende mensen op straat, gespuug in het gezicht tijdens een verkiezingsmarkt, mailtjes, Facebook-berichten. De stalkende man – die later psychiatrisch patiënt bleek te zijn - was het heftigst, vindt ze. Maar ook die keer dat boze bewoners van een recreatiepark (Prins wilde permanente bewoning verbieden, MvB) ’s avonds laat haar tuin in liepen en door het raam naar binnen keken voelde bedreigend. Beide keren deelde ze haar ervaring met niemand.
‘Het zal wel meevallen, dacht ik dan, misschien maak ik het groter dan het is. Of: het hoort bij mijn werk. Ik was op mijn hoede, maar tegelijkertijd probeerde ik het te bagatelliseren. Door het klein te maken beschermde ik mezelf. Ik moest voorkomen dat ik te angstig zou worden, anders zou ik mijn werk niet meer kunnen doen.’
Eenzaam
Die keer dat ze haar mailbox opende en dertig berichten zag binnenkomen van haar stalker, besloot ze het dan toch maar te delen met de burgemeester. ‘”Dat krijg je als je op Facebook zit”, was zijn reactie.’ Ik voelde me totaal niet serieus genomen. Uiteindelijk heeft hij toch melding gedaan bij de politie, maar die reageerde met de uitspraak dat ik deze intimidatie kon verwachten als ik deel uitmaakte van een partij als Leefbaar Zeewolde.’ Het is alweer jaren geleden, maar ze is er nog beduusd van.
Geïrriteerd: ‘Hoe kunnen een burgemeester en een rechercheur zo reageren? Ik voelde me zo alleen staan. Ik had geen partner op dat moment en wilde het natuurlijk niet met mijn puberkinderen delen. Achteraf gezien was dat het zwaarste, dat ik het alleen moest dragen en dat ik mijn hart bij niemand kon luchten. Ik ging gewoon door met mijn werk, maar stond wel in de overlevingsstand. Het vrat aan me.’
Je hart luchten
Deze eenzame ervaringen waren de reden dat Prins zich in 2018 aanmeldde bij het Netwerk Weerbaar Bestuur, het samenwerkingsverband dat zich richt op bedreigde bestuurders. Ook werd ze peer in het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur. Dit team biedt advies, nazorg en een luisterend oor voor burgemeesters, wethouders en raadsleden die te maken krijgen met agressie of intimidatie.
‘Had ik destijds maar een collega-wethouder gehad bij wie ik mijn hart kon luchten, dacht ik vaak. Nu wil ík die collega zijn, daarom ben ik peer geworden. We weten uit onderzoek dat wethouders en burgemeesters, maar ook raadsleden, regelmatig te maken krijgen met agressie en intimidatie. Dat kan gaan om bedreigingen via de mail, maar helaas ook om een pistool op je voorhoofd of vuurwerk in de tuin. Als je dit soort ervaringen meemaakt, moet je het bespreekbaar maken. Anders ga je eraan onderdoor. Het Ondersteuningsteam is om die reden opgericht.’
Stoere houding
Als peer wil ze niet alleen een luisterend oor bieden, maar ook haar ervaringen delen. Zodat een bedreigde collega weet dat hij niet alleen staat. Dat hij niet de enige is die dit meemaakt. ‘Iemand moet je zeggen dat het niet normaal is dat dit gebeurt, dat je dus aangifte moet doen. Die boodschap is hard nodig, want veel bestuurders vinden het er allemaal maar bij horen.’
Dat geldt nog steeds, denkt Prins. Want in die drie jaar dat ze nu als peer deel uitmaakt van het Ondersteuningsteam heeft er welgeteld niemand bij haar aangeklopt. ‘Nog steeds denken bestuurders dat dit grensoverschrijdende gedrag erbij hoort. Misschien schamen bestuurders zich dát ze zich geïntimideerd voelen? Voelen zij zich zwak? Zeker mannen hebben een stoere houding en zullen niet snel toegeven dat dit gedrag aan hen vreet. Maar ondertussen slaat je hart wel een keer over als er een auto naast je stopt.’
Grenzen
In haar coachingspraktijk – Prins is ook zelfstandig coach van onder meer wethouders - merkt ze het ook. Gesprekken met wethouders gaan over allerlei problemen, maar het thema geweld en intimidatie komt zelden op tafel. ‘Naast je neerleggen en doorgaan, is het credo. Maar als ik merk dat het bij iemand wél speelt, dan pak ik door. Het moet echt doordringen tot bestuurders dat geweld niet geaccepteerd hoeft te worden, dat we de grenzen te ver opgerekt hebben. Praat erover, als je iets meegemaakt hebt, met je burgemeester, de Vereniging van Wethouders of het Netwerk Weerbaar Bestuur.’
Agenderen
In haar gemeente Zeewolde staat het onderwerp nauwelijks op de agenda. ‘Als er iets gebeurt, pakt de burgemeester het op, doet aangifte, en dan komt er drie keer per dag een politieauto surveilleren. Dat is het dan.’ En ook zelf heeft Prins nooit het initiatief genomen om het in het College aan de orde te stellen, geeft ze toe. ‘Als wethouder werkte ik vijftig tot zeventig uur per week, wanneer agendeer je zoiets? Elk kwartaal als er niets gebeurd is? Of pas als er íets gebeurd is? Vorig jaar hebben we eens een bijeenkomst gehad waarbij een nieuw instrument, de voorloper van de app Ondermijning, gepresenteerd werd, maar er is nooit een vervolg gekomen.’
Prins is van mening dat agressie en intimidatie een gangbaar gespreksonderwerp moet zijn. ‘Zet het elk kwartaal op de agenda. Waar lopen we tegenaan? Wat speelt er in de samenleving? We moeten met elkaar vaststellen waar de grens ligt van wat acceptabel is. Dat kun je alleen doen door met elkaar ervaringen uit te wisselen. We zullen trainingen of workshops moeten organiseren waarbij we met fictieve casussen werken en zo kijken wat wel of niet kan en hoe we daarmee om moeten gaan. En dan niet een casus over een bedreiging met een pistool, want daar wordt wel aangifte bij gedaan, maar juist over al die incidenten op de laag daaronder.’
Cultuuromslag
Uiteindelijk is er een cultuuromslag nodig, denkt Prins. ‘Als er een vervelende brief binnenkomt, hebben we het meestal over hoe te reageren op die brief. In plaats van te vragen aan de ontvanger hoe hij of zij zich voelt. Daar moeten we naartoe.’
Zelf is Prins de zelfbenoemde naïviteit inmiddels kwijt. Bij haar laatste verhuizing liet ze voor het eerst beveiliging aanbrengen, iets wat ze nooit gedaan zou hebben als “gewone” burger. Ze probeert haar weerbaarheid te vergroten door veel te sporten én te sparren met haar netwerk. ‘Gelukkig heb ik na al die jaren een redelijk landelijk netwerk opgebouwd van collega-wethouders en burgemeesters. Met hen praat ik over allerlei zaken die ik als wethouder tegenkom. Je hart luchten is ontzettend belangrijk.’
*Dit interview vond plaats kort voordat Winnie Prins in juni met een motie van wantrouwen naar huis werd gestuurd.
Meer informatie
Dit interview is de eerste in een reeks vraaggesprekken met bestuurders en volksvertegenwoordigers over hoe zij omgingen met agressie en intimidatie maar ook hoe zij ondersteuning geven aan collega's die te maken krijgen met agressie, intimidatie en geweld. Het interview is gemaakt door Marielle van Bussel in opdracht van het Ondersteuningsteam (Nederlands Genootschap van Burgemeesters, Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en Wethoudersvereniging) Netwerk Weerbaar Bestuur.
Voor meer informatie over het ondersteuningsteam en hoe om te gaan met agressie en geweld, zie onze themapagina agressie en geweld
Contact
Wanneer u te maken krijgt met agressie en intimidatie kunt u 24/7 contact opnemen met het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur. Het Ondersteuningsteam is telefonisch bereikbaar op 070-373 8314. U komt dan in contact met een van onze vertrouwenspersonen. Bij eventuele vragen over het ondersteuningsteam kunt u ook contact opnemen met het secretariaat van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden via 070-373 8195 of info@raadsleden.nl.