![Lessen uit de raad van Den Helder](/assets/news/2019/den_helder__FocusFillWyIwLjAwIiwiMC4wMCIsMTA1Niw2MzJd.png)
Lessen uit de raad van Den Helder
De directeur van de regionale afvalverwerker HVC verdiende tot onvrede van de raad van Den Helder al jaren meer dan twee ton per jaar, ruim meer dan de Balkenende-norm voor salarissen in de publieke sector. De gemeenteraad van Den Helder sprak zich tegen het hoge salaris uit, maar andere gemeenteraden vonden het wel best. HVC kwam met een verklaring: “Zo is het nu eenmaal afgesproken”. En daar moesten de raadsleden van Den Helder het mee doen.
Het is een van de voorbeelden in het boek Palermo aan het Marsdiep dat de harde les illustreert dat gemeenteraden weinig te zeggen hebben over regionale samenwerking. Soms doen gemeenten vrijwillig mee, soms wordt de gemeente gepusht, soms is regionale samenwerking verplicht. Veel verschil maakt dat allemaal niet uit: gemeenteraden hebben formeel nog steeds de beslissingsbevoegdheid, maar hebben veel minder invloed.
Chris Aalberts analyseert in Palermo aan het Marsdiep door te beschrijven hoe de raadsleden in Den Helder te werk gaan het falen van het lokaal bestuur. Het boek schetst de kleurrijke maar ook problematische omgangsvormen in de raad van de marinestad met ego’s die ruzie maken, partijshoppende raadsleden en partijen zonder visie op waar het naar toe moet met Den Helder.
Verwarring over taken
Een groot probleem is dat er veel verwarring is over wat de taken van de gemeente zijn. Raadsleden willen en vinden van alles, maar in heel veel gevallen gaat de gemeente er niet over. De lange files in de stad richting de boot naar Texel, de gemeente heeft er geen invloed op. Blijft er een ziekenhuis in de stad? De gemeente gaat alleen over het bestemmingsplan. De krimp van de bevolking stoppen? Die is door de gemeente niet of nauwelijks te stoppen. Op zorg, werk en inkomen is onduidelijk waar de bevoegdheid van de gemeente begint en ophoudt. Zo kan de gemeente de hoogte van de uitkeringen niet verlagen in de hoop dat de werkzoekenden dan sneller aan het werk gaan. Het resultaat: raadsleden kunnen van alles vinden over deze onderwerpen, maar het leidt niet tot een andere aanpak van de gemeente.
Het ontbreekt de raad ook aan visie op de stad, omdat de politieke partijen niet in staat zijn een visie te formuleren op de gemeente. Er is slechts sprake van losse standpunten en beloften die door gebrek aan bevoegdheden van de gemeente niet kunnen worden waargemaakt. Het gevolg, zo laat Aalbers zien: Raadsleden lopen ambtenaren en wethouders voor de voeten omdat zij zich profileren op de problemen van individuele burgers, de uitvoering van concrete bouwprojecten en rechtszaken en aanbestedingen van de gemeente.
Geen controle op de raad
Raadsleden wisselen in Den Helder vaak en veel van partij. Als de partijen al leden hebben, is het hooguit een tiental. Het ontbreekt daardoor ook aan controle van lokale partijbesturen – de meeste van de Helderse partijen hebben niet eens een partijbestuur - op de eigen raadsleden. Het ontbreekt de partijen vaak ook aan statuten die de basiselementen voor interne partijdemocratie laten zien.
De verschillen tussen raadsleden van lokale en landelijke partijen zijn beperkt. Het enige belangrijke verschil lijkt dat raadsleden van landelijke partijen de bestaande structuren te accepteren. Raadsleden van lokale partijen verzetten zich daarentegen tegen het idee dat er samengewerkt moet worden met andere gemeenten, dat de gemeente in veel kwesties geen eigen koers kan varen en dat de gemeente niets over publieke instellingen op het gemeentelijke grondgebied te zeggen zouden hebben.
Aalberts ontzenuwt het verwijt dat landelijke partijafdelingen onder de plak zitten van het landelijke partijkantoor, een verwijt dat lokale partijen vaak uiten. Als het er op aankomt luisteren lokale afdelingen helemaal niet naar de landelijke partij. Het voorbeeld is volgens Aalbers de afdeling van de ChristenUnie die met de PVV in een college wilde. De Stadspartij verhinderde die combinatie en de lokale afdeling van de ChristenUnie nam nimmer afstand van het voornemen tot samenwerking met de PVV.
Verkiezingsprogramma
Palermo aan het Marsdiep staat vol voorbeelden en lessen die voor raadsleden uit andere gemeenten soms herkenbaar zullen zijn, maar die ook stof tot nadenken bieden. Een goed voorbeeld daarvan is het eerste hoofdstuk over de rol en de relatieve betekenis van het verkiezingsprogramma van een partij. “De les van Den Helder is dat partijen op lokaal niveau vaak dezelfde meningen hebben en een visie op de toekomst van de gemeente ontberen. Partijen hebben standpunten maar die verschillen onderling nauwelijks. Dat komt omdat partijen niet of nauwelijks een ideologie of uitgangspunten hebben waaraan zij hun standpunten ontlenen. (..) Het gevolg is een zeer onvoorspelbaar en onoverzichtelijk politiek landschap.”