Meer ambtenaren voor de raad, minder voor college
De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan, maar in de dagelijkse praktijk hebben de colleges van burgemeester en wethouders de grootste invloed op de koers van de gemeente. Twee veranderingen kunnen hier wat aan doen: meer ambtenaren voor de raad en minder voor het college, plus het opstellen van een samenlevingsagenda door de gemeenteraad.
Bestuurskundige Peter Hovens doet deze voorstellen in zijn publicatie “Lokale overheid vernieuwd. Een spoorboekje voor politici die willen veranderen”. Uitgangspunt van de redenering van Hovens is dat de gemeenteraad de vertegenwoordiger van de inwoners is. De raad heeft volgens Hovens terecht het hoogste gezag, omdat in een representatieve democratie het lokale gezag – en daarmee de verantwoordelijkheden en bevoegdheden – is neergelegd bij de lokale volksvertegenwoordiging. De raad is daarmee volksvertegenwoordiger. Maar krijgt daarmee ook als vertegenwoordiger van de inwoners de macht om besluiten te nemen (kaders te stellen) die gevolgen hebben voor de inwoners en de raad controleert of het college van burgemeester en wethouders werkt binnen de gestelde kaders.
Coalitie en oppositie
De positie van de raad als hoogste bestuursorgaan wordt volgens Hovens verzwakt ten gunste van het college doordat de gemeenteraad na de verkiezingen in twee kampen wordt verdeeld: coalitie en oppositie. De coalitiepartijen zitten opgesloten in een coalitieprogramma en de oppositie krijgt geen poot aan de grond. Dat brengt het college in de positie om de dienst uit te maken.
Volgens Hovens kan dit anders. Daarvoor is nodig dat de gemeenteraad als één orgaan een Samenlevingsagenda opstelt waarmee het de koers uitzet voor de nieuwe bestuursperiode. In de Samenlevingsagenda wordt beschreven welke maatschappelijke thema’s de hoogste prioriteit krijgen. Daarmee krijgen argumenten voorrang in de besluitvorming boven het blindelings volgen of onderuithalen van een portefeuillehouder. Unanimiteit is niet nodig; fracties als geheel, maar ook individuele raadsleden krijgen de ruimte om eigen afwegingen te maken. “Een andere manier van werken, dus zonder coalitie en oppositie, zorgt voor meer eenheid, minder ruzie, minder lange vergaderingen en beter beleid met een groter draagvlak.”
Meer ambtenaren
Wat ook de positie van de raad kan versterken is wanneer de gemeenteraad meer ambtenaren in de griffie krijgt die verstand hebben van het organiseren van beleidsprocessen waarbij de samenleving het vertrekpunt is. De huidige gang van zaken is dat ambtenaren werken in opdracht van het college waarbij het vertrekpunt meestal de politieke wens van de wethouder is dan wel de inhoudelijk kennis van de vakambtenaar. Meer ambtenaren die in opdracht van de raad voor de Samenlevingsagenda van de raad werken, versterkt de positie van de raad. Tegelijkertijd wordt het aantal vakambtenaren voor het college verkleind, zodat het geen extra geld hoeft te kosten.
Voorzitter
Hovens bepleit ook dat de burgemeester niet langer voorzitter van de gemeenteraad is. Bij “een meer volwassen positie van de gemeenteraad past het ook niet (meer) dat het voorzitterschap wordt bekleed door iemand die geen raadslid is. Dat zien we ook bij de Tweede Kamer. Deze kiest haar eigen voorzitter.” De voorzitter wordt daarmee uit de raad gekozen. Zie hierover ook het eerder verschenen artikel: Vice-voorzitter: meer dan stand-in voor burgemeester.
Meer informatie
Lokale overheid vernieuwd. Een spoorboekje voor politici die willen veranderen door bestuurskundige Peter Hovens, voormalig wethouder en raadslid. De uitgave bevat een stappenplan voor politieke fracties om de rol van de gemeenteraad te versterken.
De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden publiceerde begin 2020 haar herhalingsonderzoek naar de rol en positie van raadsleden. Daaruit bleek opnieuw, evenals in de vorige raadsperiode, dat de raad in de praktijk niet echt het hoogste bestuursorgaan is. Zie voor meer informatie: Minder raadsleden zien zichzelf als gelijkwaardige partner college.