“Neem als gemeenteraad de tijd om het gesprek te voeren hoe je verantwoording wenst”

“Neem als gemeenteraad de tijd om het gesprek te voeren hoe je verantwoording wenst”

Wil de gemeenteraad weten of de cijfertjes kloppen en de regels precies zijn nageleefd? Regel dan de verantwoording door te zien of de regels zijn gevolgd.Maar als de raad wil weten waarom en met welk doel bepaalde keuzes zijn gemaakt, is een ander type van verantwoording nodig.“Het gaat dan om maatwerk. In dat geval gaat het niet om de cijfers, maar gaat het om het vertellen van verhalen en het uitleggen hoe, bijvoorbeeld, de jeugdzorg in de praktijk werkt en te laten zien of dat wat is afgesproken ook goed heeft gewerkt.”

“Neem daarom als raad de tijd om het gesprek te voeren over welke type van processen (gebaseerd op regels en standaarden of gebaseerd op principes-red.) je verantwoording van B&W verwacht en hoe je dan de verantwoording wilt hebben.”

Gerda van Dijk, hoogleraar publiek leiderschap aan de Vrije Universiteit en directeur van het Zijlstra Centre, riep in haar bijdrage over het gezag van de raad raadsleden tijd en ruimte te nemen om hierover met elkaar te praten: “Het hoort tot de taak van de raad om met elkaar hierover het gesprek te voeren, en dus het gesprek te hebben over wat vinden we nu echt belangrijk: willen we verantwoording over de meetbare dingen of vragen we B&W wat er is gedaan met de gemaakte beloften?”

Rapportenfetisjisme

Raadsleden, griffiers, burgemeesters en wethouders kregen van Van Dijk ook een waarschuwing om zich niet te verliezen in het gesprek over rapporten. “Rapporten zijn vaak perfect in orde. Als lid van een Raad van Toezicht heb ik de vraag wel eens gesteld: hoe stuur je op alle indicatoren en wie heeft dat rapport gemaakt? Vaak zijn dat ambtenaren, de financiële man en de bestuurssecretaris. Ik zie te vaak dat raadsleden veel tijd steken in rapporten en gaan kijken of ergens iets niet klopt. De wethouder hoopt intussen dat hij geen vragen krijgt over een opmerking in paragraaf 12 op pagina 13.
Door zo verantwoording te doen, houden gemeenteraad en burgemeester en wethouders elkaar gevangen! Neem daarom ruimte aan de voorkant. Vraag wat de dilemma’s waren en door welke principes laat het bestuur zich leiden! En voer het gesprek met elkaar over wat we echt vinden.”

Raadslidmaatschap

De samenleving verwacht volgens Van Dijk ook dat raadsleden het gesprek voeren over waarom we dingen doen en op grond van welke principes we die willen uitvoeren. “We zijn wat kwijtgeraakt doordat we alles volgens strikte procedures bespreken. Daardoor krijgt je toeslagenaffaires. Het gaat in de politiek om te komen tot een meervoudige waardenafweging en daarover het gesprek te voeren. Te vaak zijn we alleen maar bezig met elkaar vliegen afvangen en beroepen we ons op trucs in plaats van met elkaar door te praten over wat vinden we belangrijk voor onze inwoners. Raadsleden zijn niet de politiek ingegaan om cijfertjes te checken maar omdat ze van betekenis willen zijn voor hun samenleving. Daarom zou elke nieuwe raad het gesprek moeten voeren: wat voor raad willen we zijn.”

Dialoog

Het voeren van het goede gesprek vereist een dialoog in de raad. “Heel vaak zie ik in een vergadering waar de voorzitter zegt: ‘We hebben een goede dialoog gehad”. Maar dat was dan in feite een discussie waarin iedereen heeft gezegd wat hij/zij ervan vindt. In een goede dialoog gaat het om het stellen van vragen: wat is er echt aan de hand? Waarom zegt iemand dit? Vanuit welk belang zegt hij dat? Wat vindt hij echt? Als je vragen gaat stellen, ga je onderzoeken. Het voordeel is dat de vraag dan centraal staat en niet het antwoord. En dat biedt ruimte om met elkaar nieuwe inzichten te ontwikkelen.”

Terugkijken

Gerda van Dijk was de twaalfde spreker in de serie bijeenkomsten over het gezag van de raad en over macht en tegenmacht. Wie haar presentatie wil terugzien en beter wil begrijpen wat het verschil is tussen een goede dialoog en een discussie, klik hier.

Serie Gezag van de Raad

De volgende bijeenkomsten in de serie over het Gezag van de Raad zijn:
- vrijdagmiddag 25 juni om 13 uur spreekt Ank Michels, universitair hoofddocent Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht, over de vraag of burgerfora de positie van de gemeenteraad versterken of verzwakken. Aanmelden voor deze bijeenkomst kan hier
- op maandagavond 28 juni om 19.30 uur gaat Geerten Boogaard, hoogleraar Decentrale Overheden aan de Thorbecke Leerstoel Universiteit Leiden, in op de stelling dat we moeten ophouden met de kaderstellende rol van de raad. Aanmelden voor deze bijeenkomst kan hier
- op vrijdag 2 juli van 13-14 uur spreekt Giedo Jansen, universitair docent aan de Universiteit Twente en projectleider Basismonitor Politieke Ambtsdragers, over de invloed van raadsleden, wethouders en burgemeesters en wat dat betekent voor het gezag van de raad en macht tegenmacht in de lokale democratie. Aaanmelden voor deze bijeenkomst kan hier

Voor een overzicht van alle lezingen in de serie Gezag van de raad, klik hier.

Eerdere sessies in de serie Gezag van de raad, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, Nederlands Genootschap van Burgemeesters en Vereniging van Griffiers in het kader van het programm Democratie in Actie:
- Han Warmelink – “Er is geen debat in de raad, alles ligt vast”.
- John Bijl - Raad heeft gezag in eigen hand.
- Klaartje Peters - “Als raadsleden van coalitie en oppositie samen controleren, stijgt het gezag van de raad”.
- Niels Karsten – “Het verhaal van de raad en het lokaal bestuur is het maken van verschil”.
- Rien Fraanje – “De raad moet geen Tweede Kamer spelen”.
- Marcel Boogers – “Je ziet heel weinig dat de raad zelf de agenderende rol pakt”.
- Evelien Tonkens – “Raad: ga in gesprek met inwoners”.
- Caspar van den Berg - “Raadsleden lopen met grote boog om regionalisering”.
- Bernard ter Haar - “Raad, ga er voor staan dat je lasten met elkaar moet delen”.
- Arwin van Buuren - “De raad moet een actief platform zijn om de dialoog met en voor inwoners aan te gaan”.
- Laurens de Graaf - “Het gezag van de raad gaat soms boven de macht van de raad”.