Opsterland werkt aan spoorboekje voor rolverdeling bij bewonersinitiatieven
Het college van het Friese Opsterland kreeg een milde tik op de vingers van de rekenkamer over participatie bij bewonersinitiatieven: de gemeente moet zorgen voor meer zicht op die initiatieven en de rol van de gemeenteraad verduidelijken. Raadslid Joke Brouwer pleit ervoor dat de raad naar het participatieproces kijkt en zich niet verliest in details van de uitkomst van dat proces.
Goed nieuws voor inwoners van Opsterland die iets willen ondernemen voor de gemeenschap: de gelijknamige gemeente heeft ‘een open houding ten aanzien van inwonersinitiatieven’, concludeert de lokale rekenkamer in haar recente rapport Inwonersinitiatieven en inwonersparticipatie. Per traject kijkt de gemeente hoe ze het beste steun kan geven aan inwonersinitiatieven.
Teleurstelling
Ondanks dit maatwerk is er soms sprake van teleurstelling, als een plan anders loopt dan vooraf was bedacht. Dan ontbreekt een overkoepelend participatiekader, schrijft de rekenkamer. Die noteert verder: ‘Ook is de rol van de raad bij inwonersinitiatieven nergens vastgelegd.’
Ingewikkeld
Volgens Joke Brouwer, fractievoorzitter van de PvdA in Opsterland, wordt de raad vooral betrokken als het misgaat en achteraan in de besluitvorming. ‘Bij ieder project zijn er mensen voor en mensen tegen. Met de mensen die tegen zijn, hebben we vaak contact mee. De mensen die voor zijn, daar horen we niet veel van. Om daar een goed beeld van te krijgen, dat is als raadslid best wel ingewikkeld.’
In gesprek
De raad zou vooral moeten kijken of het participatieproces goed is verlopen, vindt Brouwer. ‘We moeten meekijken hoe het proces loopt en in gesprek gaan met mensen die ermee te maken hebben. Op die manier blijf je het volgen. En onze rol is ook om als het proces niet lekker loopt het op de agenda te zetten van de raad, dat het besproken wordt.’ De uitkomst van het proces moet de raad niet ter discussie stellen, vindt het raadslid. ‘Wij moeten niet aan het eind alsnog de discussie gaan voeren: is dit wel nodig of moet dit gebouw een beetje naar links of naar rechts. Dat moet in het proces dan eigenlijk gebeurd zijn.’
Basisprincipes
De rekenkamer geeft de gemeenteraad als aanbeveling onder andere om ‘basisprincipes’ in te stellen voor inwonersinitiatieven en deze in een participatieverordening op te nemen. Daarbij kan de gemeenteraad een standpunt innemen over (1) het geld dat ze beschikbaar stelt om initiatiefnemers te ondersteunen bij participatie, (2) de informatie die de raad van het college wil krijgen over participatietrajecten en (3) evaluatie- en monitoringseisen waarop de raad achteraf kan controleren.
Hamerstuk
In de raad is het rekenkamerrapport afgehandeld als hamerstuk: het college heeft aangegeven alles te doen wat de rekenkamer aanbeveelt. ’Dat hadden wij ook al zelf eerder aangegeven’, aldus Brouwer. In de raad werd gesproken over een ‘spoorboekje’ dat er moest komen. ‘Er moet een verordening komen, zodat mensen weten: dít kunnen we van de gemeente verwachten en dát is de taak van de initiatiefnemer. Wie gaat waar over? Daar zijn we nu mee bezig. Dat wordt nu opgesteld.’
De rekenkamer zegt dat de gemeente onvoldoende zicht heeft op het verloop en het slagen van bewonersinitiatieven.
‘Wij zien niet alle initiatieven voorbijkomen. Althans, wij zagen dat niet. Wij hebben het college nu wel gevraagd om een voortgangsrapportage. Dus dat we ieder half jaar een overzicht krijgen van de initiatieven waaraan wordt gewerkt en wat de stand van zaken is. Dat is vorig jaar al ingevoerd, omdat wij vonden dat we daar te weinig zicht op hadden. Bij initiatieven uit de gemeenschap is de vraag: wanneer is de gemeente aan zet? Dat kunt u ook lezen in het rapport, dat het te onduidelijk is: hoe lopen die routes en wie gaat nu waarover en wie is verantwoordelijk voor wat?’
Volgens de rekenkamer ontbreken kaders om de kwaliteit van de participatie te toetsen. Zonder die kaders kun je als raad het proces niet goed beoordelen.
‘Per politieke partij kan je daar verschillend in staan. Dat maakt het lastig, want dat wordt het een soort politiek iets. Wij denken dat je met een participatieverordening, en zo’n spoorboekje daarin, straks kunt zeggen: de gemeente heeft de stappen gezet. Dus men kan dan ontevreden zijn, maar dit is wel wat het is.’
Wordt de rol van de raad groter? Het rekenkamerrapport lijkt namelijk te zeggen dat de raad er soms een beetje achteraan hangt en dat die niet voldoende kan beoordelen of de participatie bij een inwonersinitiatief wel of niet geslaagd is.
‘Zoals u het nu formuleert, daar ben ik het niet mee eens. Ik denk dat wij wel goed zicht hebben op de projecten. Daar moesten we wel zelf achteraan en dat gaat nu veranderen. We krijgen nu vanuit de gemeente meer informatie. Dat kregen we al wel, maar het was niet gestructureerd. Nu wordt het gestructureerd gedaan. Voorheen discussieerde de gemeenteraad tot in details als: komt er wel of niet een extra parkeerplek? Nu laat je dat over aan de initiatiefnemers en de mensen die erbij betrokken zijn. Dan moet je dat aan het einde niet meer doen. Onze rol zal zijn – dat is mijn persoonlijke mening – om het proces te volgen, en ons te informeren bij omstanders. Bij de besluitvorming kan er hier en daar een rimpelingetje zijn, maar dan hoeven wij er niet veel meer in te doen.’
Meer informatie
Raadsleden die meer willen weten over burgerparticipatie kunnen zich aanmelden voor de bijeenkomst Raad & Burgerparticipatie in Zeist op 2 december.