Raad houdt zeggenschap over waarnemer
De huidige rol van de gemeenteraad bij de aanstelling van een waarnemend burgemeester blijft intact. Dat wil zeggen dat de commissaris van de koning altijd overleg voert met (een vertegenwoordiging van) de raad. De commissaris is tot dat overleg niet alleen verplicht bij benoeming maar ook bij ontslag en/of schorsing.
Dit blijkt uit een brief die minister van Binnenlandse Zaken, Hanke Bruins Slot, heeft gestuurd aan de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Afgelopen najaar had de vereniging de minister per brief laten weten bezorgd te zijn dat de positie van de raad wordt uitgehold ten gunste van de commissaris bij het benoemen van een waarnemend burgemeester.
Scherpenzeel
De CdK is verplicht altijd overleg te voeren met de raad of de door de CdK voorgedragen kandidaat waarnemend burgemeester kan worden, tenzij er sprake is van een uitzonderlijke situatie. Bij schorsing of ontslag van een waarnemer moet de CdK altijd een deugdelijke motivering geven, zo stelt de minister vast met verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank over het optreden van de Gelderse CdK John Berends bij het ontslag van de toenmalige waarnemend burgemeester van Scherpenzeel.
Kroonbenoemde
Volgens de minister is de procedure voor benoeming, ontslag en/of schorsing van een waarnemend burgemeester anders dan bij de procedure voor benoeming, ontslag en/of schorsing van een zogeheten door de Kroon benoemde burgemeester. Het verschil zit in de tijdelijkheid van de aanstelling van de waarnemend burgemeester en dat de waarnemend burgemeester wordt aangesteld door de commissaris. Echter, de commissaris moet altijd rekening houden met wat de raad van de waarnemer vindt. “Dat neemt niet weg dat het gevoelen van de raad zwaar weegt”, schrijft de minister met verwijzing naar het voorbeeld van Zutphen toen de toenmalige Gelderse commissaris Clemens Cornielje partijgenoot Loek Hermans tegen de zin van de raad tot waarnemer wilde benoemen. Vanwege het verzet van de raad ging die benoeming niet door.
Tweede Kamer
Het benoemen van een waarnemend burgemeester is de verantwoordelijkheid van de Commissaris van de Koning, zo deelde de minister afgelopen najaar mee per brief. Aanleiding voor de brief van de minister was de kwestie-Scherpenzeel. Dat ging over het ontslag van de waarnemend burgemeester door de Commissaris van de Koning, tegen de zin van de raad. Als gevolg daarvan stelde de Tweede Kamer dat benoeming en ontslag van de waarnemend burgemeester in de wet onvoldoende is uitgewerkt. Dit werd door de minister in haar brief tegengesproken.
Rol van de Raad
De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden vreesde een uitholling van de rol en positie van de raad. ‘De minister legt hier te eenzijdig de verantwoordelijkheid bij de commissaris en miskent de praktijk. Een benoeming van een waarnemer moet altijd met instemming van de gemeenteraad gebeuren’, zo stelde Hanneke Willemstein, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden toen. ‘Wij roepen de minister daarom op de rol van de gemeenteraad ook in dit soort kwesties niet uit het oog te verliezen’. Met de brief aan de vereniging geeft de minister gehoor aan deze oproep.
Meer weten?
Lees hier de brief die de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden van de minister kreeg naar aanleiding van de zorgen over het uithollen van de rol en positie van de raad bij benoeming, ontslag en/of schorsing van een waarnemend burgemeester.
Lees hier de brief die de minister naar de kamer stuurde.
Wil je meer weten over de positie van (waarnemend) burgemeester? Klik dan hier