Tegen het verschijnsel spookraadsleden kan de gemeenteraad zelf maatregelen treffen. Wanneer de raad het belangrijk vindt om de zogeheten spookraadsleden aan te pakken, is het nodig daarover een regeling op te nemen in de nieuwe lokale verordening. Hiervoor heeft de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden een adviserende modelverordening opgesteld.
Om het verschijnsel spookraadsleden tegen te gaan, is het nodig dat de raad in de nieuwe lokale verordening vastlegt dat een deel van de vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden wordt aangemerkt als presentiegeld. Zogeheten spookraadsleden, die dus lange tijd niet deelnemen aan de raadsvergaderingen, worden daardoor getroffen, omdat zij dan op hun vergoeding worden gekort. Omgekeerd wordt dus het bijwonen van raadsvergaderingen door raadsleden beloond. Een deel van de vergoeding voor de werkzaamheden wordt aangemerkt als presentiegeld om zo de vergoeding voor mogelijke spookleden te beperken.
Het vastleggen van een spookraadsledenbepaling in de lokale verordening is aan de gemeenteraad overgelaten. De landelijke rechtspositieregeling heeft daarvoor geen landelijke dwingende afspraken gemaakt, maar gunt elke raad de vrijheid om te beslissen om dat wel of niet te doen. De wijze waarop dat kan worden gedaan, is omschreven in de adviserende modelverordening van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.
Deze modelverordening geeft adviezen op een zestal punten waar de vrijheid aan de gemeenteraad is gelaten om een regeling te treffen. Het gaat om de volgende onderwerpen:
Voor meer informatie over deze adviserende voorbeelden waar de raad zelf kan kiezen om er wel of niet een regeling te treffen, zie de adviserende modelverordening van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.