Raads- of coalitieakkoorden?
Wat zijn de kansen, valkuilen en ervaringen van raadsleden met raadsprogramma’s? In haar lezing op de Dag voor de Raad 2021 sprak Lianne van Kalken over haar eigen ervaringen met een raadsprogramma in Vlaardingen en over haar onderzoek naar raadsprogramma's. Lees hier een verslag van de lezing van Lianne.
Tijdens haar sessie vroeg Lianne van Kalken, docent en onderzoeker staatsrecht aan de Erasmus Universiteit, de deelnemers of ze de opkomst van het fenomeen raadsakkoord een positieve trend vinden.
Daarop antwoordde 70% het raadsakkoord te zien als een positieve vernieuwing, 22 procent heeft geen idee, maar wil er graag meer van weten. Slechts 8 procent van de deelnemers ziet er geen heil in. Daarmee volgden de deelnemers min of meer de trend.
Raadsbrede overeenstemming
Het beestje heeft niet altijd dezelfde naam, legt Van Kalken uit. Zo wordt naast de term raadsakkoord ook raadsprogramma gebruikt, evenals samenlevingsakkoord, beleidsakkoord en strategische agenda.
De intentie en motieven om te komen tot een raadsakkoord verschillen. De gemene deler is dat er sprake moet zijn van raadsbrede overeenstemming, die wordt vastgelegd in een document over het politiek-bestuurlijk proces en/of inhoudelijke thema’s. En er wordt met wisselende meerderheden gewerkt.
Niet zonder horten of stoten
Behalve professioneel (ze doet onderzoek naar raadsakkoorden voor zowel het ministerie van Binnenlandse Zaken als de Nederlandse Vereniging van Raadsleden) is van Kalken ook persoonlijk geïnteresseerd in het fenomeen raadsakkoord. Als fractievoorzitter van GroenLinks in de gemeenteraad van Vlaardingen kan ze uit eigen ervaringen putten. Na een volgens Van Kalken ‘pittige verkiezingscampagne’ koos haar gemeente er in 2018 voor om de stad te besturen op basis van een raadsakkoord in plaats van het gebruikelijke coalitieakkoord.
‘We legden alle verkiezingsprogramma’s naast elkaar en keken naar de overeenkomsten. Een aantal maanden werkten we aan een gezamenlijk raadsprogramma.’ Dat ging niet zonder horten of stoten’ vertelt ze. ‘Het was moeilijker dan gedacht om samen te werken, nadat partijen het elkaar in de verkiezingscampagne eerst moeilijk hadden gemaakt.’ Het eindigde ermee dat er wethouders opstapten en Vlaardingen vanwege het mislukte experiment de landelijke pers haalde.’
Rollen niet duidelijk
Net zoals in de huidige kabinetsformatie bleek volgens Van Kalken dat niet duidelijk was wie welke rol op zich moest nemen en hoe het college moest omgaan met de verschillende rollen.
Een externe onderzoeker oordeelde niet mals over het proces. En de gemeente keerde terug naar een ‘ouderwets’ coalitieakkoord. ‘Jammer. Ik was geïntrigeerd door het fenomeen raadsakkoord.’
Na de verkiezingen in 2018 startten 56 gemeenten met een raadsakkoord, weet Van Kalken. Bij 40 gemeenten tekende de hele raad mee. Opvallend is volgens haar verder dat er ook in 2014 na herindelingen al 22 gemeenteraden waren die aan de slag gingen met een raadsakkoord. Twee keer betrof het kleine groep gemeenten, ‘maar je ziet dat er toch iets borrelt in het lokale bestuur’, aldus Van Kalken.
‘Als een raadsakkoord een stap te ver is zou het een mooie tussenstap kunnen zijn om als raad vast te stellen wat de hoofdthema’s zijn die prioriteit krijgen in de raadsperiode.’
Waarom een raadsakkoord?
Er zijn volgens de onderzoeker allerlei redenen om te starten met een raadsakkoord of raadsprogramma. Gemeenteraden zeggen op een andere manier samen te willen werken, niet meer met een vaste coalitie en oppositie. Ze willen de samenleving meer betrekken bij wat de gemeenteraad wil en inwoners meer zeggenschap geven. Streven naar een betere besluitvorming, een beter samenspel tussen raad en college en het versterken van de bestuurskracht kunnen ook ten grondslag liggen aan de keus voor een raadsakkoord.
Als negatief argument zag Van Kalken weerzin tegen dichtgetimmerde coalitieakkoorden. ‘Die maken dat je als oppositie veel meer buitenspel staat, en als coalitiepartij vastzit.’
Volgens haar hoeft dat met een raadsakkoord niet per se zo te zijn. ‘Als oppositie zit je wel degelijk aan tafel bij het maken van de agenda voor de komende jaren. Het interessante van zo’n raadsakkoord is dat de onderhandeling niet direct na de verkiezingen, aan de voorkant plaatsvindt, maar de gedurende de gehele raadsperiode. Bij een begroting ben je dan ook weer steeds op zoek naar wisselende meerderheden. Als kleine oppositiepartij kun je echt meepraten.’
Fragmentatie
Een raadsbreed akkoord kan een uitkomst zijn voor moeilijk bestuurbare gemeenten, of gemeenten waar veel politieke versplintering is. ‘In de gemeenteraad waar ik werk, hebben we 35 raadszetels en inmiddels 15 partijen’, geeft Van Kalken als voorbeeld. ‘Dat maakt coalitievorming uiterst lastig. Waar vroeger PvdA of VVD en CDA groot waren, had je maar enkele partijen nodig om tot een coalitie te komen. Fragmentatie zorgt ervoor dat lokaal raden op zoek gaan naar andere werkwijzen om te kijken hoe ze de stad kunnen besturen.’
‘Minder geneuzel'
Kritische geluiden over raadsakkoorden zijn ook vaak te horen. Zo is er twijfel of de controlerende taak van de gemeenteraad nog naar behoren kan worden uitgevoerd. Ook het dualisme wordt als mogelijk obstakel ervaren. Verder worden volgens Van Kalken worden raadsprogramma’s in gemeenten die ermee werken vaak gezien als ‘weinig concreet’.
Fracties en raadsleden vrezen verder dat ze zich onvoldoende kunnen profileren. Een raadsakkoord leidt in de ogen van sommige raadsleden tot onvoldoende discussie, maar tegelijk leidt zo’n akkoord tot ‘minder geneuzel.’ Het heeft immers geen zin uitgebreid te praten over onderwerpen waarover fracties het al eens zijn. Het moeilijkste aan een raadsakkoord volgens ondervraagde betrokkenen: het volhouden.
Varianten
Van Kalken geeft een overzicht van varianten en tussenvarianten bij coalitievorming. Welke vorm het best werkt, verschilt volgens haar per gemeente, samenstelling van de raad en de lokale situatie.
Welke keus het ook wordt, zonder van tevoren afgesproken spel- en omgangsregels loopt het vast. ‘Het is nodig echt lokaal te kijken naar wat wenselijk en haalbaar is.’ Veel hangt naar haar idee af van de uitkomsten van de verkiezingen van 2022 en de lokale verhoudingen. ‘Als een raadsakkoord een stap te ver is zou het een mooie tussenstap kunnen zijn om als raad vast te stellen wat de hoofdthema’s zijn die prioriteit krijgen in de raadsperiode.’
Welke lessen?
Op 26 april om 16 uur presenteert de onderzoekgroep van Lianne van Kalken het rapport over de lessen die we kunnen trekken uit de ervaringen van gemeenteraden die met raadakkoorden werken. Als u meer wilt weten over deze ervringen, meldt u dan aan voor de online bijeenkomst ter gelegenheid van de presentatie van het onderzoeksrapport.
Meer informatie
- De presentatie van Lianne van Kalken tijdens de Dag voor de Raad.
- de module Coalitievorming in de digitale leeromgeving voor raadsleden.
- de themapagina Raadsakkoorden op de site van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.
Kijk de sessie van Lianne van Kalken terug.