“Raadsleden maken het waar”

“Raadsleden maken het waar”

Raadsleden vormen in de gemeenteraad het hoogste bestuursorgaan. Is dat in de praktijk ook zo en wat is er nodig om de nieuwe raad krachtiger te maken? De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden houdt over deze vragen op vrijdag 17 maart in Delft de Dag voor de Raad. Prof. dr. Michiel Herweijer, hoogleraar bestuurskunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, geeft nu al antwoord.

De gemeenteraad is volgens de wet het hoogste bestuursorgaan in het lokaal bestuur. Vindt u dat de gemeenteraad deze formele positie waarmaakt? 

‘’Er wordt in het openbaar vergaderd. De belangrijkste besluiten liggen ter vaststelling voor (zoals de begroting). De gekozen raadsleden benoemen formeel de wethouders en zijn in staat het vertrouwen in het college op te zeggen. Natuurlijk blijft het mensenwerk. Maar de raadsleden doen het – globaal genomen – goed. Zij worden in deze taak ondersteund door de griffie. Dat is een verbetering. Ja, de raadsleden maken het waar. Hoe zwaar deze taak ook is.’’  

Deze raadsperiode is de druk toegenomen op de raad om mee te werken aan de participatieve democratie. Wat vindt u van de inspanningen van de gemeenteraad om inwoners meer te betrekken bij de lokale democratie?

‘’Het zijn niet zozeer de raadsleden die de burgers betrekken bij het beleid, het zijn veeleer de dagelijkse bestuurders en de uitvoerende ambtenaren die de direct belanghebbende burgers betrekken bij ingrijpende besluiten (bijvoorbeeld een wegverlegging, plaatsing lantaarnpaal). Dat was overigens vroeger ook al zo. In veel gevallen is het horen en de inspraak ook verplicht. Er is veel over gesproken over hoe je als raadslid moet opstellen als de wethouder in overleg met de buurt met een mooi gedragen plan komt. Het raadslid kan dan toetsen of alle burgers wel zijn betrokken en of de wethouder op een redelijke manier met de ingebrachte belangen en bezwaren is omgegaan. Valt die terughoudende toets goed uit dan kan het raadslid gewoon ja zeggen het voorstel om een extra krediet te verkrijgen. Maar zijn partijen niet gehoord, zijn bepaalde (zachte) belangen genegeerd, dan kan de raad het dichtgetimmerde plan gewoon weg stemmen. Soms is daar ook moed voor nodig.’’ 

Raadsleden staan misschien wel voor de keuze tussen het vertegenwoordigen van ideeën en emoties van inwoners versus het vergaren van inhoudelijke kennis om in het gemeente/stadhuis een sterke rol te hebben. Wat is volgens u het belangrijkste voor een raadslid? 

‘’Op zich moet een raadslid aansluiten bij waarden, belangen en emoties die leven onder de achterban. Dat is een deel van de normatieve kant. Maar het raadslid zit in een positie om belangrijke besluiten te nemen: bijvoorbeeld over de begroting, het bestemmingsplan. Daarom moet het raadslid besluiten ook goed voorbereiden. Dat doen ze ook: onderzoeken, opiniërend discussiëren en dan na debat gezamenlijk tot een meerderheidsbeslissing komen. Belangrijk is dat het uitvoerbare en werkzame besluiten zijn waar de burgers ook echt wat aan hebben. Het duurt altijd een tijdje voordat beslissingen tot uitvoering worden gebracht. Meestal zie je het resultaat pas een raadsperiode later als de wijk wordt volgebouwd. Maar je ziet toch steeds weer in onderzoek dat Nederlandse burgers een hoge waardering hebben over betrouwbaar en stabiel uitgevoerd beleid. Het afval moet stipt worden opgehaald, de brug moet niet haperen, de uitkeringen dienen tijdig te worden verstrekt. De politici stellen daarvoor de financiële middelen ter beschikking. Je hebt zowel een betrouwbare bureaucratie als een politiek gevoelige raad nodig. Hier is sprake van een samenspel. Kortom: je moet je als raadslid wel goed verdiepen in de uitvoering en gevolgen van raadsvoorstellen.’’

In 2018 begint de nieuwe raadsperiode. Als u een advies zou mogen geven aan de raad en raadsleden hoe zou dat dan luiden?

‘’Neemt de tijd om goede besluiten te nemen waar u ook over tien jaar geen spijt van heeft. Kortom richt u op problemen die zich op de lange termijn voordoen (duurzaamheid) en zoek naar oplossingen daarvoor die ook op lange termijn houdbaar, duurzaam en betaalbaar zijn. Ga wel in gesprek met burgers maar probeer het debat te richten op dingen die er op de lange termijn echt toe doen (dus ook de levenskansen van hun kinderen). Probeer – hoe moeilijk dat ook is – niet te veel tijd te verliezen aan emoties en crisissituaties op de meest korte termijn. Makkelijk gezegd. Moeilijk om te doen. Maar ik houd het de raadsleden – niet de minsten – toch maar als advies voor.’’

Dag voor de Raad

De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden houdt op 17 maart in Delft de Dag voor de Raad. Meer informatie over programma en aanmelding is te vinden via deze link. Eerder is ook het bericht verschenen over de positie van de raad: Voor kwart raadsleden voelt de raad niet als hoogste bestuursorgaan.