Raadsleden minderheidsgroepen ervaren onvoldoende steun
Raadsleden uit ondervertegenwoordigde groepen weten zich niet altijd gesteund door hun politieke collega’s, als ze onprettig bejegend worden. Bijna een kwart (23 procent) kreeg naar eigen zeggen in zulke situaties onvoldoende bijstand van het college van burgemeesters en wethouders. Van het lokale bestuur van hun partij kreeg 14 procent die steun.
Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en EenVandaag onder bijna duizend huidige raadsleden. Voor de presentatie van de onderzoeksresultaten lees en kijk hier naar de reportage van 1Vandaag.
In de praktijk kwam dat tot ronduit vervelende ervaringen, zowel binnen als buiten de raad. Drie op de tien raadsleden uit ondervertegenwoordigde groepen kregen de afgelopen jaren minstens een keer een negatieve opmerking van burgers over wie ze zijn. Ongeveer evenveel van hen kregen die van raadsleden van andere partijen. Nog eens 15 procent werd wel eens negatief bejegend door een burgemeester of wethouder.
‘Huisvrouwtje’
“Als je me ‘mevrouwtje’ noemt, vind ik dat behoorlijk negatief. Vooral de toon die aangeslagen wordt als je een vraag stelt, is niet prettig. Zelfs de burgemeester had hier de neiging toe”, illustreert een raadslid in het onderzoek. Zelfs vrouwen in hoge posities in de raad geven voorbeelden waarin mannelijke collega’s op hen neerkijken: “Ik ben een “huisvrouwtje dat politicus wil spelen”. Ik ben geen huisvrouw, maar vice-voorzitter van de raad.”
Geen goede afspiegeling
Een grote groep (45 procent) raadsleden zegt in het onderzoek dat hun raad geen goede afspiegeling is van inwoners in de gemeente, een stuk meer dan raadsleden vier jaar geleden zeiden over hun toenmalige raad (29 procent). “Ze mochten maar doorgaan met hun negatieve gedrag en daar moet je maar tegen kunnen. Voor mij één van de redenen om als raadslid te stoppen”, aldus een ondervraagde.
Nadeel identiteit
Uit het onderzoek blijkt ook dat ondervertegenwoordigde groepen, zoals mensen met een migratieachtergrond, vrouwen en jongeren, nadeel ondervonden van hun identiteit. Een fors deel zegt zich niet altijd geaccepteerd te voelen om wie ze zijn door burgers (50 procent), raadsleden uit andere partijen (57 procent) of wethouders en de burgemeester (45 procent).
De Haagse politiek mag aan diversiteit gewonnen hebben, gemeenteraden zijn nog overwegend wit, man en grijs. Het samenstellen van een diverse kieslijst was bij veel lokale partijen ook deze verkiezingen geen prioriteit. Ondervraagde raadsleden misten de afgelopen vier jaar vooral collega’s met een beperking, met een migratieachtergrond, LHBTIQ+’ers en jongeren in hun raad. “Mijn raad, en degene die ik verder ken, bestaan vooral uit grijze mannen met tijd en zin om nog iets te doen. En de paar jongeren met interesse haken af op de vergoeding.”
Moeite met kandidaten vinden
Tegelijk lijkt wel het bewustzijn over het thema diversiteit de afgelopen jaren te zijn gegroeid. Een raadslid daarover: “Volgens mij zijn er in veel gemeenteraden wel meer kleuren bijgekomen, maar ik voel de laatste jaren toch steeds sterker dat de verhoudingen scheef zijn en dat dat niet goed is.”
Ondanks dat besef zegt een forse groep raadsleden (42 procent) dat een diverse kieslijst ook bij de komende verkiezingen geen prioriteit was. “Als je genoeg mensen gevraagd hebt en er geen animo is, dan ben je blij met diegenen die het wel aandurven”, vat een van de ondervraagde raadsleden de situatie treffend samen. Vier op de tien raadsleden (40 procent) zeggen in het onderzoek dat hun partij moeite had om deze verkiezingen kandidaten te vinden.
Verschil grote en kleine gemeenten
Opvallend is het contrast tussen stad en dorp. Volgens een kwart van de raadsleden in de grootste gemeenten (25 procent) waren geschikte kandidaten lastig te vinden. Dat cijfer is een stuk hoger (54 procent) onder raadsleden in kleinere gemeenten. Een raadslid uit zo’n gemeente licht toe: “Diversiteit is misschien hip in de landelijke politiek, maar de realiteit is hier dat we hard ons best moeten doen om überhaupt mensen te vinden.”
‘Raad hoeft geen afspiegeling te zijn’
Maar naast het beperkte aanbod aan kandidaten is er nog een andere verklaring voor het gebrek aan diversiteit op de kieslijst. Een flink deel van de ondervraagde raadsleden (29 procent) vindt het niet nodig dat de gemeenteraad een goede afspiegeling is, vooral omdat zij het idee hebben andere groepen inwoners zelf goed te kunnen vertegenwoordigen.
“Een witte man kan net zo goed de belangen van moslims behartigen of andersom, daar is niets mis mee”, aldus een ondervraagde. Andere raadsleden betwijfelen dat: “Veel raadsleden die ik ken, denken wel op te kunnen komen voor anderen. Ik vind dat naïef, je mist gewoon andere invalshoeken en bredere thema’s in de raad.”
Over dit onderzoek
In samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden voerde EenVandaag grootschalig onderzoek uit onder huidige Nederlandse raadsleden. De resultaten komen uit een onderzoek dat is gehouden van 10 tot en met 17 februari 2022. Aan dit onderzoek deden 947 raadsleden mee. Deze invullers komen voort uit de database van circa 8.000 huidige raadsleden van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. Ze zijn per e-mail uitgenodigd deel te nemen aan een online vragenlijst. De resultaten zijn na respons gewogen op kenmerken van raadsleden: geslacht, provincie, gemeentegrootte, de partij die zij vertegenwoordigen en de grootte van die partij.
Voor het terugkijken van de 1Vandaag-reportage en het onderzoek klik hier.