Raadsleden moeten wachten op hogere vergoeding

Raadsleden moeten wachten op hogere vergoeding

Een verhoging van de vergoeding voor raadsleden, zoals voor wethouders en burgemeesters, laat nog op zich wachten. Pas tegen het einde van het jaar wordt duidelijk met welk percentage de vergoeding voor raadsleden, de zogeheten indexering, mogelijk omhoog gaat. Ook op een verhoging van de vergoeding voor raadsleden uit kleine gemeenten is het nog even wachten.

De stijging van de vergoeding voor raadsleden hangt af van alle afspraken die worden gemaakt bij de cao’s voor overheidspersoneel. Het gemiddelde van de verhoging van de cao-lonen voor de sector Rijk, sector gemeenten, en het personeel voor provincies en waterschappen is bepalend voor een verhoging van de vergoeding voor raadsleden. Deze zogeheten indexering wordt jaarlijks uitgevoerd per 1 januari.

Wethouders en burgemeesters hoeven niet te wachten op de uitkomst van alle nieuwe afspraken van alle cao’s voor overheidspersoneel. Wethouders en burgemeesters vallen onder de cao voor het Rijk. Afgelopen zomer werd een nieuwe cao Rijk gesloten waarin is afgesproken dat de salarissen met 7 procent stijgen: 3 procent per 1 juli 2018 (met terugwerkende kracht dus), 2 procent per 1 juli 2019 en 2 procent per 1 januari 2020 plus naar rato van het dienstverband een eenmalige uitkering van 450 euro bruto per 1 januari 2019. De cao Rijk geldt voor rijksambtenaren, maar ook voor wethouders en burgemeesters en de medewerkers van de VNG. Zij vallen niet onder de cao gemeenten omdat zij dan over hun eigen salaris zouden onderhandelen.

Vergoeding kleine gemeenten

De verhoging van de vergoeding voor raadsleden uit kleine gemeenten is nog altijd onderwerp van gesprek tussen het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De minister stelde voor de zomer tien miljoen beschikbaar voor 2018. Een structurele afspraak lijkt dichtbij, maar hangt vooraf af van de besluitvorming binnen bestuur en commissies van de VNG. De belangenorganisatie voor gemeenten heeft moeite dat een deel van de structurele verhoging door de gemeenten moet worden betaald in plaats van door de minister. “De VNG heeft zich vorig jaar met ons uitgesproken voor een verhoging van de vergoeding van raadsleden uit kleine gemeenten. Wij begrijpen dat de VNG tijd nodig heeft, maar raadsleden uit kleine gemeenten hebben recht op duidelijkheid over een hogere vergoeding. Wij hebben dan ook goede hoop en verwachten dan ook dat er binnenkort duidelijkheid is en dat de verhoging van de vergoeding voor raadsleden uit kleine gemeenten met terugwerkende kracht tot 21 maart 2018 wordt ingevoerd”, aldus voorzitter Mark den Boer van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.