Raadsleden onduidelijk over koers regionale taken

Raadsleden onduidelijk over koers regionale taken

Raadsleden hebben nauwelijks betrokkenheid bij gemeentelijke taken die in regionale samenwerking of gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd. Zij vinden het lastig om aan te geven wat zij belangrijk vinden en verwachten. Gebrek aan tijd en ondersteuning is daarvoor een oorzaak.

Bovendien blijkt dat gemeenteraden niet alle instrumenten gebruiken die zij tot hun beschikking hebben bij het bepalen van de koers en de richting (de zogeheten kaderstelling) van de taken in en de controle op regionale samenwerking. ‘Wat is goede controle? Is het genoeg als raadsleden maandelijks over een samenwerkingsverband praten, of blijkt goede controle uit een verandering in beleid? ''Feit is dat er meer instrumenten beschikbaar zijn dan er worden gebruikt'', zo stelt bijzonder hoogleraar Lokaal en regionaal bestuur Klaartje Peters in een interview met het Binnenlands Bestuur.

Besluitvorming

De meest voorkomende klacht is dat raadsleden vinden dat zij onvoldoende mogelijkheden hebben om invloed uit te oefenen op de besluitvorming in regionale samenwerking. Dit blijkt allemaal uit het rapport ‘Regionale samenwerking en gemeenteraden’. Dit rapport is gemaakt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Wat raadsleden precies hindert in hun taakvervulling om hun taak minder goed uit te kunnen voeren is niet duidelijk, zo valt in het onderzoeksrapport te lezen.

Minister

Regionale samenwerking is een van de aandachtspunten van minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Hanke Bruins Slot. De minister vindt dat het aantal vormen van regionale samenwerking niet groter zou mogen worden, zo blijkt uit de brief die zij vorige maand over haar actieagenda naar de Tweede Kamer stuurde.

Gebrekkige democratische legitimiteit

Dat regionale samenwerking onvermijdelijk gepaard gaan met minder of gebrekkige democratische legitimiteit op het niveau van gemeenteraden staat niet ter discussie. Daarnaast komt uit het rapport naar voren dat het organiseren van rechtstreekse regionale democratische legitimiteit van samenwerkingsverbanden volgens velen niet wenselijk is. Dit leidt in de praktijk tot afstemmingsproblemen met de lokale democratie. Het beeld van de gebrekkige democratische legitimiteit van regionale samenwerking is niet eenduidig en objectief onderbouwd. Zo wordt er gesteld in het rapport dat er namelijk weinig objectieve onderzoeksgegevens beschikbaar over het functioneren van de regionale democratie.

Meer informatie

Lees hier het volledige rapport

Wil je meer weten over regionale samenwerkingen? Klik dan hier

Wil je de handreiking ‘Grip op regionale samenwerking’ lezen? Klik dan hier

Het hele interview van Klaartje Peters met het Binnenlands Bestuur lezen? klik dan hier