
Raadsleden over wat agressie en bedreiging met hen doet
Agressie, bedreiging en geweld doet wat met raadsleden. Vaak halen raadsleden de schouders op, want het hoort er nu eenmaal bij, maar de impact van agressie, bedreiging en geweld om de taak als volksvertegenwoordiger uit te oefenen, heeft effect op het raadswerk en op het persoonlijke leven van raadsleden. ‘Af en toe krijg ik het gevoel dat dit niet helemaal is waar ik om heb gevraagd toen ik mij verkiesbaar stelde.’ Het resultaat: 7 procent, enkele honderden raadsleden dus, dreigen zich niet meer te kandideren voor een nieuwe raadsperiode vanwege agressie en bedreiging.
Raadslid Harold Halewijn (Wormerland) werd in november 2015 getroffen doordat twee auto’s bij zijn huis in de brand werden gestoken. Halewijn vertelde vanmorgen bij Radio 1 dat er in de raad over wat bedreiging en geweld doet met raadsleden in de gemeenteraad niet over wordt gesproken. Voor Halewijn vormen de bedreigingen en intimidaties geen reden om te stoppen met het raadswerk. Enkele weken na de gebeurtenissen zei hij als raadslid van de week: ‘Maar nu we een paar weken verder zijn, krijg ik af en toe het gevoel dat dit niet helemaal is waar ik om heb gevraagd toen ik mij verkiesbaar stelde. Ik blijf het raadswerk leuk vinden maar het moet ook leuk blijven.’
Raadsleden willen niet wijken voor agressie
Het Rijswijkse raadslid Yvonne Hagenaars werd ook bedreigd en zei als raadslid van de week daarvoor niet te willen wijken: ‘Je moet je nooit door dreiging van een ander, of het nu iets heel kleins is als pesten, of iets heel groots als dreigen met de dood, van je eigen pad laten afbrengen.Je moet nooit ophouden de boodschap van solidariteit en verbondenheid te brengen.En…laat je niet gek maken.’
Nazorg voor raadsleden
De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden vindt dat er te weinig aandacht is voor nazorg. De eerste zorg, direct na agressie en bedreiging, is goed geregeld maar hoe ga je als raadslid weer verder en weer aan de slag. Op dat punt valt en moet nog veel worden gedaan, constateert vice-voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, Gerard Ram.
Halewijn uit Wormerland onderstreepte dat als raadslid van de week: ‘Ik denk dat nazorg zeker gegeven had kunnen en moeten worden. Wat kun je nog wel doen en wat moet je (een tijdje) niet meer doen en zeggen? Dat soort dingen. Ook over hoe je met de pers omgaat die mij nog dagelijks op de nek zit. Uiteraard heeft de politie slachtofferhulp gegeven maar dat zie ik toch meer als verlengstuk van de brandstichting en niet zozeer als hulp bij het werk dat je als openbaar persoon doet. Ook de gemeente wil op het gebied van communicatie hulp bieden, maar dat is niet helemaal waar ik behoefte aan heb gehad.’
Het Rijswijkse raadslid Hagenaars vindt dat er al veel mogelijkheden zijn: ‘Er is nazorg voor familieleden via slachtofferhulp. Er is een speciale unit bij de politie die zich met bedreigde politici bezighoudt en als er veel extra bewaking nodig is of als kinderen onder begeleiding naar school moeten, dan wordt daar allemaal voor gezorgd. Ik wil proberen alles in perspectief te zien, dus laten we ons ook op dit punt niet gek maken.’
Meld- en hulplijnen onbekend bij raadsleden
Uit de enquête die onder raadsleden is gehouden over de bejegening van raadsleden als gevolg van de discussies over de opvang van vluchtelingen blijkt dat een groot deel van de raadsleden nauwelijks op de hoogte is van de bestaande hulp- en meldlijnen. Zelfs de mogelijkheid van aangifte doen via de griffier en/of burgemeester is bij achttien procent onbekend, zie: zeven procent van de raadsleden dreigt te stoppen met raadswerk als gevolg van agressie en bejegening.
Gezin vormt de grens
Raadsleden gaven in de door Overheid in Nederland in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden uitgevoerde enquête aan dat wanneer bedreigingen invloed hebben op de privé-situatie een grens is bereikt:
- “Als er bedreigingen aan mijn adres komen, kan ik dat wel aan, maar als het ook invloed heeft op mijn thuissituatie (vrouw en kinderen) zal ik direct stoppen”.
- “Op het moment dat de situatie bedreigend wordt voor mijn gezin houdt het voor mij op”.
- “Ik merk dat door de soms toch wat intimiderende bejegening van burgers ik mij niet helemaal vrij voel om alles te zeggen wat ik wil. Als het erger wordt, bijvoorbeeld door fysieke bedreiging, zal het voor mij zeker meewegen in mijn afweging om nog eens een termijn beschikbaar te zijn.”
- “Het lijkt soms dat men jegens politici niet de meest elementaire fatsoensnormen in acht hoeft te nemen en dat is voor mij niet acceptabel.”