Raadslidmaatschap gaat vóór nevenfunctie
Raadsleden moeten nieuwe nevenfuncties direct melden. Dat is een nieuwe wettelijke verplichting die tot doel heeft de integriteit van het raadslidmaatschap te bevorderen.
Zowel de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en de Vereniging van Griffiers krijgen sinds de nieuwe wet steeds meer vragen over of elke nevenfunctie van een raadslid wel met het raadslidmaatschap is te combineren. Vooral raadsleden die werken als ambtenaar of medewerker bij een regionaal samenwerkingsverband krijgen met de vraag te maken of zij wel raadslid kunnen blijven.
Uitgangspunt is en blijft, ook onder de nieuwe wet, dat een raadslid, raadslid blijft tot dat het tegendeel blijkt. Er is geen automatisme dat een raadslid dat voor een regionaal samenwerkingsverband werkzaam is, zou moeten stoppen met het raadslidmaatschap.
Ambtenaar in regio
Aanleiding voor de vragen is de circulaire van het ministerie die rondom de jaarwisseling is verzonden en waarin staat dat “een lid van het volksvertegenwoordigend orgaan als ambtenaar van een gemeenschappelijke regeling geen werkzaamheden mag verrichten ten behoeve van de overheid (de gemeente de provincie of het waterschap) waar hij volksvertegenwoordiger is”. Voor de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden was deze zinsnede aanleiding om opheldering te vragen. Want volgens de vereniging verhoudt deze uitspraak in de circulaire zich niet tot de toezegging van de minister aan de Tweede Kamer dat de combinatie van raadslid zijn en werken bij een gemeenschappelijke regeling nog wel is toegestaan onder bepaalde voorwaarden, klik hier.
Uitleg
Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft nadere uitleg gegeven en meldt het volgende: “Het criterium dat een raadslid als ambtenaar van een gemeenschappelijke regeling niet werkzaam mag zijn ten behoeve van de gemeente waar hij raadslid is, betreft een nevengeschikt criterium naast het werkzaam zijn onder de directe verantwoordelijkheid van een lid van het gemeentebestuur van de gemeente waar hij raadslid is. Een raadslid die tevens ambtenaar is bij een gemeenschappelijke regeling mag, voor en ook na de wetswijziging van 1 januari 2023, niet werkzaam zijn onder de directe verantwoordelijkheid van een lid van het gemeentebestuur van de gemeente waar hij raadslid is. Dit betreft de positie van de ambtenaar binnen de organisatie. De nieuwe wet voegt daaraan toe dat een raadslid als ambtenaar van een gemeenschappelijke regeling niet werkzaam mag zijn ten behoeve van de gemeente waar hij raadslid is. Met de wijziging is dan ook beoogd te verduidelijken dat het werkzaam zijn bij een gemeenschappelijke regeling voor een raadslid is toegestaan, mits de werkzaamheden van de ambtenaar zich niet specifiek op de “eigen” gemeente richten.”
Takenpakket
Het ministerie vervolgt: “Het is mogelijk dat een raadslid als ambtenaar werkzaam is voor een gemeenschappelijke regeling waar de gemeente waar hij raadslid is deel van uitmaakt. Dit is echter afhankelijk van de concrete functie en het takenpakket van de betreffende ambtenaar. Het is aan de desbetreffende ambtenaar om hierover afspraken te maken met zijn werkgever. Onder omstandigheden kan de conclusie dan zijn dat er toch sprake is van een onverenigbare functie. De voorgestelde wetswijziging laat echter meer ruimte voor maatwerk dan het geval zou zijn geweest indien zou zijn gekozen voor een absoluut verbod voor raadsleden om werkzaam te zijn voor een gemeenschappelijke regeling waar de betreffende gemeente deel van uitmaakt, dan wel indien dit via de verboden handelingen zou zijn geregeld.”
Conclusie
De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden en de Vereniging van Griffiers concluderen dat alleen wanneer er sprake is van een directe hiërarchische relatie in de werkfunctie van het raadslid en het gemeentebestuur er een probleem kan ontstaan, zoals dat voor 1 januari 2023 ook het geval was. Het advies is om daarover goede afspraken te maken, want het uitgangspunt is dat een raadslid raadslid blijft, tot het tegendeel blijkt, en het doel van de nieuwe wet is niet om inwoners uit te sluiten van het raadslidmaatschap.
Openbaar maken
Het openbaar maken van de nevenfuncties door raadsleden dient elektronisch te gebeuren. Het meest praktisch is dus om dat te doen op de gemeentelijke website op de pagina van de gemeenteraad en van de raadsleden. Raadsleden dienen te beseffen dat het openbaar maken van nevenfuncties een eigen verantwoordelijkheid is, die niet kan worden afgeschoven op de raadsgriffier of de gemeente. De wet schrijft namelijk in artikel 12 lid 1 en lid 2 van de gemeentewet voor dat raadsleden zelf verantwoordelijk zijn voor het agenderen, bewaken en borgen van integriteit.
Ter inzage
Helemaal nieuw is het bekend maken van nevenfuncties niet. Voor 1 januari 2023 waren raadsleden al verplicht om een overzicht van nevenfuncties op een fysieke locatie ter inzage te leggen. De nieuwe wet bevorderen integriteit en functioneren decentraal bestuur maakt duidelijk dat het bekend maken van nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties op elektronische wijze openbaar gemaakt moeten worden.
Neveninkomsten
In de circulaire van het ministerie valt te lezen dat raadsleden verplicht zijn – zoals wethouders en burgemeesters – om de inkomsten uit nevenfuncties ook openbaar te maken. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden is daarover nooit een afspraak gemaakt. Op verzoek van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden heeft het ministerie ons desgevraagd laten weten: “De formulering in de circulaire is op dit punt wellicht wat verwarrend. Voor wie de verplichting tot openbaarmaking van neveninkomsten al bestond, blijft dat zo, voor wie die verplichting niet gold, geldt die nu ook niet. Voor raadsleden geldt de verplichting tot openbaarmaking dus alleen met betrekking tot de nevenfuncties zelf, niet de inkomsten hieruit. Daarin brengt de wet geen verandering.”
Stemonthouding
Met het bekendmaken van nevenfuncties scherpt de nieuwe wet sinds 1 januari 2023 duidelijker aan dat raadsleden in sommige gevallen zich van deelname aan de beraadslagingen moeten onthouden. Dat is het geval wanneer het raadslid een persoonlijk belang heeft. De regeling dat een raadslid zich van stemming moet onthouden als hij een persoonlijk belang heeft, is gehandhaafd.
Meer informatie
Voor meer informatie over de inhoud van de nieuwe wet bevordering integriteit en functioneren decentraal bestuur zie ook ons eerdere bericht met alle relevante informatie over de nieuwe regels.
Wanneer u vragen hebt over de toepassing van de nieuwe regels kunt u ons mailen op: info@raadsleden.nl