Raadswerk: maak onderscheid tussen groot en klein
ROTTERDAM/DEN HAAG - ‘Raadslidmaatschap moet lekenbestuur blijven’. ‘Raadswerk in 8 tot 12 uur is niet mogelijk!’ Dat waren twee van de belangrijkste conclusies na het debat over Raadswerk in 8 tot 12, afgelopen vrijdag in het stadhuis van Rotterdam. Dit debat maakte ook duidelijk dat het wenselijk is om een onderscheid te maken in raadswerk in grote gemeenten tegenover kleinere gemeenten.
Over drie andere punten waren de deelnemers aan het debat in Rotterdam het ook eens: raadswerk moet lekenbestuur blijven. De vergoeding voor raadsleden in kleine gemeenten moet omhoog. De vergoeding voor raadsleden in de grootste gemeenten moet zeker niet omlaag.
Aanleiding voor het debat in Rotterdam was het rapport van de Raad voor het Openbaar Bestuur (Rob) over het ambt van volksvertegenwoordiger. In “Voor de publieke zaak” kiest de Rob voor het behoud van het raadslidmaatschap als lekenbestuur. Door meer te focussen op de hoofdlijnen kan het raadswerk terug naar 8 tot 12 uur per week, aldus de Rob.
Aanleiding voor het rapport is de werkdruk voor raadsleden, gemiddeld 16 uur per week en in grote steden vaak meer dan twintig uur per week. Verkleining van de werklast dient tevens te worden bewerkstelligd door te investeren in de ondersteuning, namelijk in de griffie, Rekenkamer en fractieondersteuning. De verschillen tussen de raadsvergoedingen van kleine en grote gemeenten moet tevens kleiner worden. De Rob adviseert raadsvergoeding van €750 voor raadsleden van de kleinste gemeenten en een vergoeding van maximaal €1500 voor de grootste gemeenten.
Spreekpop voor professionals
Jan-Willem Verheij, raadslid en vicevoorzitter van de gemeenteraad in Rotterdam, benadrukte dat er ruimte moet blijven voor raadsleden om kritisch te zijn op de griffie en de rekenkamer. Indien de ondersteuning namelijk de overhand neemt, kunnen raadsleden een spreekpop voor professionals worden. Iets wat voorkomen dient te worden volgens Verheij.
Wel zou het raadswerk in minder tijd kunnen. Zo zouden veel raden teveel tijd stoppen in relatief onbelangrijke kwesties. Als voorbeeld noemde Verheij een debat over de spreektijd, in plaats van debatteren over wezenlijke kwesties. Op dat gebied valt er veel winst te behalen. Maar terug naar 8 tot 12 uur raadswerk per week in een grote stad als Rotterdam is volgens Verheij onmogelijk en onwenselijk. Raadsleden hebben veel meer uren nodig om actief zijn in de wijken van de stad, maar ook om in het stadhuis hun rol als raadslid goed uit te voeren.
Han van Midden, griffier in Rotterdam, sloot daarbij aan en voegde de nuance toe dat in het rapport van de Rob maatwerk ontbreekt. Namelijk een onderscheid tussen grote en kleine steden. Grote steden vragen immers om een grote tijdsinvestering en veel professionaliteit.
Robbert Lievense, raadslid in Schouwen-Duiveland en vicevoorzitter van de commissie Raadsleden & Griffiers van de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten, benadrukte dat hij zich in de adviezen van de Rob goed kan vinden voor kleine gemeenten. Maar het raadswerk in minder tijd uitvoeren is voor raadsleden uit gemeenten met meer dan zestigduizend inwoners niet te doen is, zo betoogde het Zeeuwse raadslid.
Oppasvergoeding en strippenkaart
Martijn Bolkestein, voormalig raadslid in de gemeente Bloemendaal en auteur van het boek ‘Dorpspolitiek’ pleitte voor ‘’Niet gaan praten met bakkers, maar er zelf één zijn.’’ Dat komt de volksvertegenwoordiging ten goede. Met betrekking tot de vergoeding voor het raadswerk, bepleitte hij een oppasvergoeding en een strippenkaart voor ondersteuning. Medeschrijver van ‘Dorpspolitiek’, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en voormalig raadslid in Bloemendaal Meindert Fennema bepleitte ook voor een betere representativiteit binnen de gemeenteraad. Ook hij benadrukte voor de vergoeding verschil te maken tussen grote en kleine gemeenten.
Conclusies
Tijdens het debat hebben de aanwezige raadsleden de volgende conclusies getrokken:
- Raadslidmaatschap moet lekenbestuur blijven;
- Raadswerk in 8 tot 12 uur is niet mogelijk;
- De vergoeding voor raadsleden in kleine gemeenten moet omhoog
- De ondersteuning (griffie) dient te worden versterkt;
- Verschil tussen grote en kleine gemeenten dient te worden erkent.
En verder?
Voorzitter Mark den Boer van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden kondigde aan dat de vereniging met de uitkomsten aan de slag gaat in het overleg aan de Haagse lobbytafels. Wie naar aanleiding van het debat in Rotterdam wil reageren, kan dat door te mailen naar: info@raadsleden.nl onder vermelding van ‘raadswerk lekenbestuur’.
Meer informatie
Voor meer informatie over het rapport “Voor de publieke zaak'':