Toetsing integriteit wethouder zaak van de raad

Toetsing integriteit wethouder zaak van de raad

De toetsing van de integriteit van een kandidaat-wethouder dient een zaak van de raad te blijven. Een landelijke uitgewerkte regeling met opgelegde voorwaarden over hoe raden integriteitstoetsing van wethouders zouden moeten uitvoeren, doet volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden afbreuk aan de bevoegdheid dat de gemeenteraad verantwoordelijk is voor de benoeming van de wethouders. 

De uitvoering en de wijze waarop vorm gegeven dient te worden aan het bewaken en het behouden van een integer bestuur ligt bij het lokaal bestuur, zo staat in de reactie van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden op een door de minister van Binnenlandse Zaken voorgestelde wetswijziging. Volgens de vereniging is aandacht voor integriteit een zorg van elke gemeenteraad.

Verantwoordelijkheid raad

De minister wil bij wet regelen dat wethouders voor installatie een risicoanalyse integriteit moeten ondergaan. 'Het integriteitsbeleid bevorderen door niet alleen “het wat” te benadrukken, maar ook door bij wet of regelgeving “het hoe” in te vullen, verdraagt zich niet met de eigen verantwoordelijkheid van het lokale bestuur binnen onze gedecentraliseerde eenheidsstaat.
Kortom, landelijke wetgeving op dit punt dient volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden hooguit een kader te schetsen, waarbinnen de gemeenteraad – zo mogelijk in afstemming met de burgemeester als hoeder van het integriteitsbeleid - vervolgens zijn rol op de door hem gewenste wijze in kan vullen', zo schrijft de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden in zijn reactie op het wetsvoorstel.

Welk probleem?

Bij de noodzakelijkheid voor een wettelijke landelijke regeling om de integriteit van wethouders te toetsen, plaatst de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden ook vraagtekens.
'Volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden is onvoldoende gemotiveerd welke urgentie er gemoeid is met deze wettelijke verankering. Het aantal wethouders wat te maken krijgt met integriteitsschendingen is relatief beperkt. Zo kwamen er in 2020 slechts twee wethouders ten val als gevolg van integriteitsschendingen. Ook in voorgaande jaren was het aantal wethouders dat ten val kwam als gevolg van integriteitsschendingen beperkt. Derhalve staat het voor de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden niet vast dat de voorgestelde wettelijke regeling bijdraagt aan het beoogde doel.'

Rol burgemeester

Een van de opties bij het mogelijk invoeren van een landelijke integriteitstoets voor kandidaat-wethouders is om de rol van de burgemeester, als hoeder van het lokale integriteitsbeleid, te vergroten. Volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden dient de rol van de burgemeester zich te beperken tot het informeren van de burgemeester over de uitkomsten van een risicoanalyse.
'De verantwoordelijkheid voor het proces van coalitie- en collegevorming inclusief de benoeming van wethouders ligt bij de gemeenteraad. Het kan dan ook niet anders dan dat de gemeenteraad over de uitkomsten van de risicoanalyse dient te worden geïnformeerd omdat de afweging of een wethouder wel of niet integer is (geweest) in het kader van de benoeming bij de gemeenteraad hoort te liggen. Wij begrijpen dat de privacy van gegevens voor de kandidaat-wethouder een punt van aandacht is, maar tegelijkertijd onderstreept het verplichten van een risicoanalyse integriteit dat dit nu eenmaal onderdeel is van het publieke ambt van het wethouderschap', stelt de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.

Meer informatie

Voor de volledige reactie van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden op het wetsvoorstel van de minister om een landelijke wettelijke regeling te maken voor het toetsen van de integriteit van kandidaat-wethouders, klik hier.