Veenendaal: koploper participatie waar het beter kan

Veenendaal: koploper participatie waar het beter kan

Participatie van inwoners in Veenendaal kan beter. In kleinere projecten ontbreekt het participatieplan. Vaak is er geen expliciete afweging om wel of niet een participatietraject te starten. Bovendien worden de afgesproken spelregels niet of niet volledig nageleefd. De lessen van de lokale rekenkamer worden ter harte genomen. De raad heeft inmiddels besloten bij grote projecten altijd een startnotitie te maken.

Er zijn signalen dat Veenendaal vooroploopt in burgerparticipatie. Het tijdschrift Publiek Denken schuift de gemeente in 2021 naar voren als een van de vijf koplopers volgens de Barometer Burgerparticipatie. En in 2022 laten de raadsfracties in hun raadsakkoord het uitgangspunt ‘participatie staat voorop’ noteren. Maar een brief die de rekenkamer later dat jaar naar de raad stuurt legt de vinger op een paar zere plekken.

Afspraken en plannen

Aan participatiebeleid ontbreekt het niet in Veenendaal, zo blijkt uit de rekenkamerbrief. Zo is er de Participatievisie Samen maken we de stad, heeft de raad het Veens Stappenplan Participatie vastgelegd, gevolgd door een Motie Participatie waarmee de raad de puntjes op de i wilde zetten. In 2021 kwam het college van B&W tot slot met het Implementatieplan Participatie.

Burger

Wordt de daad bij het woord gevoegd, vroeg de rekenkamer zich af. Niet alleen omdat de gemeenteraad heeft aangegeven een prominente rol voor burgerparticipatie te willen. De aanstaande Omgevingswet eist dat burgers in een vroeg stadium worden betrokken bij ontwikkelingen die onder deze wet vallen. ‘Dit zorgt ervoor dat de vrijblijvendheid van burgerparticipatie er af is’, meent de rekenkamer.

Onderzoek

Voor inzicht in de praktijk van participatie sprak de rekenkamer met ambtenaren en onderzocht ze 64 raadsvoorstellen. Bij één voorstel ontbrak de afgesproken participatieparagraaf, in 15 gevallen was die ‘zeer beperkt gevuld’. Begrijpelijk, vindt de rekenkamer, omdat het onderwerpen betreft die zich niet lenen voor participatie. Bij de resterende 48 gevallen was de invulling van de participatieparagraaf ‘zeer divers’ en zonder standaardstructuur. De individuele ambtenaar bepaalt hoe participatie vorm krijgt. ‘In slechts 16 van de 48 wordt ingegaan op het participatieniveau (de trede op de participatieladder).’ Een inschatting van de inzet van ambtenaren en kosten ontbreekt in alle gevallen op één na. En in 18 van de 48 gevallen ontbrak de doelgroep. De rekenkamer concludeert dat de Motie Participatie ‘niet of niet volledig wordt nageleefd.’

Keuze voor participatie

Een tweede punt van kritiek is dat in veel gevallen een expliciete afweging ontbreekt om wel of niet een participatietraject te starten. Elk raadsvoorstel zou, zo is uitgangspunt van beleid, zo’n afweging moeten bevatten. Die moet antwoord geven op de vragen of participatie toegevoegde waarde heeft, of de gemeente burgers hiermee niet overvraagt en wat de randvoorwaarden zijn. Het hiervoor bedachte afwegingskader is echter niet gebruikt. Ambtenaren geven aan dat ‘burgers niet op alle onderwerpen behoefte hebben aan participatie.’ De afweging wordt kortom ‘niet op een consequente en daarmee zorgvuldige wijze genomen.’

Kleine projecten

Verder noteert de rekenkamer dat zeker bij kleinere projecten het participatieplan vaak ontbreekt of onvolledig is. Vaak vindt de ambtenaar het onevenredig veel werk. Tot slot vinden ambtenaren dat ‘de gemeenteraad dikwijls (te) strakke kaders meegeeft voor gemeentelijke plannen’. Als de gemeenteraad burgers wil laten meedoen en meebeslissen ‘moet er wel “iets te kiezen zijn’, zeggen de ambtenaren.

Participatieladder

Gemeenteraadslid Jaap Pottjewijd van Lokaal Veenendaal herkent zich niet in de kritiek van de rekenkamer. ‘Mijn beeld is dat we het zeer goed doen’, laat hij weten met een verwijzing naar de beleidsstukken. Toch beaamt hij dat er ook zaken fout zijn gegaan. Zo is er onduidelijkheid binnen de gemeente of deze voor de participatietrap of voor de verdergaande participatieladder heeft gekozen. ‘Daardoor kreeg je misverstanden. En ook de onervarenheid van sommige afdelingen met participatie was vervelend’, aldus Pottjewijd. ‘Als je mensen gaat vragen: wat willen jullie? Dan krijg je een wensenlijstje. Je moet het eigenlijk in blokken opknippen, keuzes voorleggen en dáár de gesprekken over laten gaan.’ Verder vindt hij dat er beter verwachtingsmanagement nodig is. ‘Participatie is er om informatie op te halen bij inwoners en ondernemers om raadsleden in staat te stellen een goede belangenafweging te maken.’

Keuze van de politiek

De rekenkamer meent dat de participatie bij De Meesters, de bouw van twee woongebouwen, is misgelopen. Van tevoren is bewoners gezegd dat de participatie adviserend zou zijn, maar die bleek vooral informerend. De belangrijkste keuzes waren al gemaakt. Pottjewijd: ‘Als je als raad het belangrijk vindt dat er huizen worden toegevoegd, dan kan het zo zijn dat je moet uitleggen dat er een appartementencomplex komt waar mensen last van hebben. Die belangenafweging moet transparant worden gemaakt, maar dat is aan politieke partijen zelf om te doen. Dat is niet aan de gemeente.’ Wel heeft de raad besloten dat bij grote projecten voortaan eerst een startnotitie aangeeft hoe de participatie er komt uit te zien.

Raad in Beweging

Raadsleden die willen reageren op nieuwe initiatieven voor burgerparticipatie kunnen daarover meepraten op het platform Raad in Beweging. Wil je weten wat Raad in Beweging inhoudt en wil je meepraten klik dan hier voor meer informatie.