
Vergoeding raadsleden omhoog én omlaag
De vergoeding voor raadsleden in gemeenten tot 24 duizend inwoners moet omhoog. De vergoeding voor raadsleden in gemeenten met meer dan 100 duizend inwoners moet vanaf 2022 in termijnen gefaseerd omlaag. Dat adviseert de Raad voor het openbaar bestuur in het vandaag uitgebrachte advies “Voor de publieke zaak. Voor een aanlokkelijke perspectief voor de decentrale volksvertegenwoordiger”.
Het raadslidmaatschap is lekenbestuur en moet lekenbestuur blijven. Raadsleden, met name in de grote gemeenten, mogen niet afhankelijk worden van hun vergoeding. In gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners loopt de maandelijkse vergoeding op van bijna 1600 euro tot ruim 2350 euro voor de raadsleden uit de vier grote steden. De raad voor het openbaar bestuur vindt dat deze vergoeding met ingang van het jaar 2022 omlaag moet om zo te verzekeren dat raadsleden in deze grote gemeenten voor hun inkomsten niet afhankelijk zijn van het raadswerk. “In grote gemeenten (vanaf 100.000 inwoners) is het gemeenteraadslidmaatschap een halve baan en dat staat op gespannen voet met het principe dat het ambt een voor iedereen toegankelijke functie moet zijn”, zo schrijft de Raad voor het openbaar bestuur in zijn advies.
Vergoeding kleine gemeenten
De werklast voor raadsleden uit kleine gemeenten is fors, en verschilt weinig van de taak voor raadsleden uit grotere gemeenten. Raadsleden uit de kleinste gemeenten krijgen omgerekend 4,61 euro per uur; uit grote gemeenten 19,64 euro per uur. “Het verschil in beloning tussen gemeenteraadsleden van verschillende gemeentegrootte is naar het oordeel van de Raad voor het openbaar bestuur te groot. Daarom adviseert de Raad dat de vergoeding voor werkzaamheden van raadsleden uit kleine gemeenten tot 24 duizend inwoners omhoog gaat”.
Onderhandelingen over de vergoeding
Minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren onderhandelt met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten over het verhogen van de vergoeding voor raadsleden uit kleine gemeenten. De vraag is of de verhoging betaald moet worden uit het gemeentefonds, of uit extra middelen van de minister. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, Vereniging van Griffiers en de VNG hebben uitgesproken dat de raadsvergoeding voor raadsleden uit gemeenten tot 40 duizend inwoners omhoog moet. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden heeft daarbij opgeroepen om duidelijkheid te scheppen voor de raadsverkiezingen.
Ondersteuning versterken
Raadsleden besteden volgens de Raad voor het openbaar bestuur te veel tijd aan het raadswerk. “Passend bij de aard en omvang van een nevenfunctie, pleit de Raad ervoor dat de werkzaamheden van raadsleden behapbaar moet zijn met minder tijdsbesteding (pakweg 8 tot 12 uur) dan de 16 tot 20 uur die nu gemiddeld in het werk wordt gestoken door gemeenteraadsleden.”
Volgens de Raad voor het openbaar bestuur is het belangrijk dat de raad goede afspraken maakt over welke rol hij heeft te vervullen en over de ondersteuning door griffie en rekenkamer. “Bewuste rolneming en goede ondersteuning kunnen volgens de Raad bijdragen aan reeel minder tijdsbesteding en vergroten zo de aantrekkelijkheid van het ambt van raadslid.”
Raadswerk minder bestuurlijk
Raadsleden moeten vooral minder tijd besteden aan bestuurlijke activiteiten zoals vergaderen, stukken lezen en fractieberaad. “Dat kan allen als wordt geinvesteerd in een goede toerusting (griffie, rekenkamer, fractieondersteuning, scholing).
Meer informatie
Voor wie het advies “Voor de publieke zaak. Voor een aanlokkelijke perspectief voor de decentrale volksvertegenwoordiger” wil lezen, klik hier.