Verlofregeling raadsleden aan modernisering toe
De vervangingsregeling voor raadsleden, de zogeheten verlofregeling, is na twintig jaar aan modernisering toe. De verlofduur voor raadsleden, bij voorbeeld bij ziekte of zwangerschap, van drie keer 16 weken is te rigide en moet flexibeler. Bovendien wordt het raadslidmaatschap aantrekkelijker en toegankelijker wanneer er meer vormen van verlof mogelijk zijn.
Het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden heeft deze boodschap per brief aan minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren gestuurd. De minister heeft de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden afgelopen herfst, evenals enkele andere organisaties binnen het lokaal bestuur zoals VNG en Wethoudersvereniging, gevraagd hoe raadsleden oordelen over versoepeling van de vaste verlofduur voor volksvertegenwoordigers en of uitbreiding van de verlofvormen nodig zijn. Aanleiding voor dit verzoek is een initiatief van de gemeenteraad van Utrecht, Breda en Groningen dat door de Tweede Kamer is omarmd.
Bijna honderd reacties
Raadsleden en gemeenteraden zijn door de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden gevraagd te reageren over de wenselijkheid van de versoepeling van de verlofduur en de uitbreiding van de verlofvormen. Bijna honderd brieven, mails en reacties van raadsleden, griffiers en gemeenteraden heeft de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden ontvangen. De centrale boodschap: modernisering van de vervangingsregeling, de zogeheten verlofregeling, is hoognodig. Ook is het wenselijk om de verlofvormen uit te breiden.
Modernisering
Modernisering van de verlofregelingen is nodig, vindt de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden, omdat de vervangingsregeling bijvoorbeeld nog altijd ten onrechte het traditionele onderscheid tussen man en vrouw in stand houdt, alsof de samenleving in de afgelopen twintig jaar onveranderd is. Bovendien blijkt de ouderwetse verlofregeling het raadslidmaatschap onaantrekkelijk te maken voor mantelzorgers, ouders, pleegouders, adoptieouders, militairen, studenten en transgenders. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden roept de minister op daarom belemmeringen in de verlofregeling weg te halen en er voor te zorgen dat het raadslidmaatschap voor zo veel mogelijk groepen aantrekkelijk wordt.
Zestien weken
De verlofduur van drie keer 16 weken is volgens de vereniging te rigide. “Als de verlenging niet meteen 16 weken zou zijn, maar als die telkens met blokjes van vier weken verlengd zou kunnen worden, dan zou dat voor veel mensen de problemen weg halen”. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden neigt ernaar om de eerste periode van 16 weken in stand te houden, vanwege de organisatorische effecten, maar roept de minister wel op om te bezien of het mogelijk is om verlof voor 8 of 12 weken mogelijk te maken.
Arts
Een belangrijk punt waarvoor de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden ook aandacht vraagt is de beoordeling van het verlof door een arts. Huisartsen voelen daar in de regel niet voor, waardoor raadsleden vaak worden doorverwezen naar de bedrijfsarts van de gemeente, terwijl een raadslid geen medewerker is van de gemeente. De oorzaak voor de onduidelijkheid welke arts moet beoordelen of het raadslid in aanmerking komt voor ziekteverlof is volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden de onduidelijke regeling in artikel X11 lid 2 van de Kieswet. Bij verlenging van de verlofregeling zou volgens de vereniging geen tussenkomen van de arts noodzakelijk moeten zijn. Een overleg tussen het raadslid, vervangende raadslid en griffier zou voldoende moeten zijn voor verlenging.
Meer informatie
De volledige brief van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden aan minister Ollongren in het kader van de consultatieronde onder beroeps- en belangenverenigingen en koepels van gemeenten en provincies over de modernisering van de verlofregeling klik hier.
Video
Voorzitter Bahreddine Belhaj van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden over de noodzaak van de modernisering van de verlofregeling:
- YouTube