Versplintering van de gemeenteraad kans voor vernieuwing

Versplintering van de gemeenteraad kans voor vernieuwing

De versplintering van de gemeenteraad in steeds meer fracties biedt een kans tot vernieuwing en daarmee tot andere vormen van overleg, samenwerking en coalitievorming. Politieke fragmentatie mag niet worden geduid als een grotere kans op onbestuurbaarheid. Versplintering brengt tot uitdrukking dat de kiezer andere, open vormen van coalitiesamenwerking wenst, zonder strakke coalitiediscipline. Tot deze analyse komen Martin Schulz en Paul Frissen in de publicatie “Politieke fragmentatie. Balanceren tussen effectiviteit, legitimiteit en representativiteit.”

“Politieke fragmentatie” als kans voor vernieuwing vormt daarmee een antwoord op de bezorgde geluiden van bestuurders als de Overijsselse commissaris van de Koning, Boele Staal en diverse burgemeesters, zoals John Jorritsma (Eindhoven), Pauline Krikke (Den Haag) en Gerard Beukema (Delfzijl). Zij vrezen dat het bestuur door versplintering van de gemeenteraad onbestuurbaar wordt, zie: "Burgemeesters vrezen onbestuurbare gemeenten"(Trouw).

Volgens Schulz en Frissen miskennen deze bestuurders dat besturen om meer gaat dan alleen de effectiviteit van de bestuurlijke organisatie. Besturen en democratie gaat ook om de legitimiteit en representativiteit van het bestuur. “Het is niet aan bestuurders of ambtenaren om dit te beoordelen.”

Versplintering legitiem verschijnsel

Politieke fragmentatie of versplintering is ‘een volkomen legitiem verschijnsel’, schrijven de twee auteurs van de Nederlandse School voor het Openbaar Bestuur. “Fragmentatie hoort er bij en we zullen er op een of andere manier goed mee moeten omgaan, want daar waar fragmentatie zich voordoet, heeft de kiezer dat zo gewild. Die heeft de hoogste macht en wil kennelijk dat de politiek gefragmenteerd is.”

Het betekent volgens Schulz en Frissen ook dat de politiek de enige institutie is die er iets mee moet of – als ze dit wenselijk acht – iets mee kan doen. “En dat er mee doen, is geen kwestie van oplossen, wegnemen, doen verdwijnen of voorkomen, maar van het bepalen van een verhouding en het vinden van manieren om er mee om te gaan.”

Fragmentatie suggereert onterecht beeld

Diverse voorbeelden in het land tonen volgens beide auteurs aan dat politieke fragmentatie kansen biedt tot vernieuwing van samenwerking en overleg binnen gemeenteraden, en tot meer open coalitieverhoudingen. Van belang daarbij is het besef dat het woord fragmentatie een verkeerd beeld geeft van de lokale democratie.  

“Fragmentatie is een woord dat het uiteenvallen en kapotgaan van een toestand betekent, waarmee ook oplossingen meekomen als het lijmen van breuken en het bijeenrapen van snippers en splinters. Dat kapot gaat, in delen uiteenvallen, is bij politiek echter niet aan de orde. Het systeem is niet stuk, niet gefragmenteerd.”

Strakke coalitieakkoorden raken uit door fragmentatie

Het politieke gebruik in Nederland wordt gekleurd door het disciplinerende karakter van coalitievorming, gebaseerd op het vormen van coalities met minimale meerderheden met een in detail uit onderhandeld akkoord dat partijen bindt en verplicht. “Elkaar domineren en controleren is de kern van het akkoord. Dat akkoord wordt door middel van coalitie- en fractiediscipline in concrete besluiten door de volksvertegenwoordiging geloodst. Alleen de coalitiepartijen besturen en besluiten. Oppositiepartijen bevinden zich in de commentaarpositie, behalve als de coalitie zegt ze nodig te hebben.”

Dit systeem van politiek bedrijven via gedisciplineerde coalitievorming met strakke binding wordt door de versplintering van het politieke landschap in steeds meer en kleinere fracties “lastiger, zo niet onmogelijk”. Daarom is een nieuwe, verruimende politiek nodig en voor die werkwijze wordt in diverse gemeenten al gekozen.

Gunnen om tegen te stemmen

De nieuwe werkwijze houdt in: een coalitieakkoord op hoofdlijnen van een zo groot mogelijk aantal partijen dat elkaar gunt om ook af en toe eens tegen te stemmen. “Besturen heeft plaats over de grenzen van coalitie en oppositie heen waarmee wisselende meerderheden ontstaan. Elkaar ruimte laten en accepteren dat er soms ook voor een coalitiepartij onwelgevallige besluiten zijn, is de kern van het akkoord in deze politiek”.

Terwijl in meer gesloten coalitieverhoudingen het gebruikelijk is om er binnen de coalitie uit te komen, is er in open verhoudingen minder sprake van coalitie- en fractiediscipline. “Coalitiepartners waarderen dat er ook voorkeuren zijn die niet binnen de coalitie gerealiseerd kunnen worden. Ze gunnen elkaar dan dat er weleens buiten de coalitie overeenstemming komt, waarbij tegenstemmen binnen de coalitie ook gewoon mag.” In een gefragmenteerde raad en coalitie past, aldus Schulz en Frissen, “een meer open houding, omdat partijen in coalities van vijf of zes partijen er vanuit moeten gaan dat zie niet over alles tot overeenstemming komen.”

Gezamenlijke wethouder

In de Overijsselse gemeente Hellendoorn heeft het er toe geleid dat vier samenwerkende partijen gezamenlijk twee wethouders leveren die afkomstig zijn uit twee van deze vier partijen. “Twee partijen accepteren dus dat hun wethouder formeel van een andere politieke komaf is, maar hij is, echt hun wethouder”.

Minderheidscoalities

Zo zien de auteurs dat in Bunnik gezamenlijke politieke partijen worden gevormd: Liberalen (VVD, D66 en onafhankelijken) en P21 (PvdA, GroenLinks en onafhankelijken). Er worden ook neutrale colleges gevormd met wethouders die geen exclusieve binding hebben met een van de partijen (Enkhuizen, maar ook eerder in Harlingen en Grave). Ook blijken minderheidscoalities (Ameland, Almelo en Gorinchem) zonder grote problemen te overleven in een versplinterd politiek landschap.

Verhoging van de kiesdrempel

Schulz en Frissen spreken zich uit tegen het verhogen van de kiesdrempel om zo het aantal partijen in de raad te beperken. “Verhoging van de kiesdrempel gaat enkel om de effectiviteit van het bestuur en gaat voorbij aan de toegevoegde waarde van fragmentatie in termen van legitimiteit en representativiteit. En als we er heel precies naar kijken, stelt het verhogen van de kiesdrempel het proces van coalitievorming centraal. De gebruikelijke manier van coalitievorming (en daarbij behorende manieren van politiek bedrijven) zijn lastiger in een gefragmenteerde omgeving. En precies dat is de bedoeling van fragmentatie. Zij is de uitdrukking van een andere politiek en daarbij past een andere manier van coalities vormen.”

Coalitiedwang ongepast

Coalitiedwang is in dat nieuwe, gefragmenteerde landschap uit den boze want, de politiek kenmerkt zich dan “door grotere en opener coalities en soms zelfs door wisselende meerderheden. Daarin weegt datgene dat een bepaalde meerderheid wil realiseren zwaarder dan het voorkomen van besluiten van een dergelijke meerderheid door een coalitiepartij die er niet aan wil.”

Meer informatie

Voor wie “Politieke fragmentatie. Balanceren tussen effectiviteit, legitimiteit en representativiteit” wil lezen klik hier.