Versterk je sturende rol het sociaal domein als raad
Je kunt als gemeenteraadslid niet alle kennis tot je nemen over het complexe en snel veranderende veld van het sociaal domein. Als raadslid kun je daarom het beste sturen op visie met maatschappelijke waarden als leidraad. Op basis daarvan kunnen concrete doelen gesteld worden die met indicatoren af te meten zijn. Ook het college moet deze sturende rol van de raad faciliteren. Dit komt naar voren in rapport Decentrale taak is een politieke zaak van de Raad voor het openbaar bestuur (Rob). Het eerste exemplaar van dit rapport is donderdag aangeboden aan Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.
Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een nieuw pakket taken in het sociaal domein. Een decentralisatie die een aanzienlijke taakverzwaring met zich meebracht, was aanleiding voor het Rob om de gevolgen hiervan voor het lokaal bestuur te onderzoeken.
Het Rob heeft in negen gemeenten gesproken met ambtenaren, wethouders, gemeenteraadsleden en griffiers over de wijze waarop en de mate waarin de gemeenteraad erin slaagt politiek te sturen op de nieuwe taken in het sociaal domein: jeugdzorg, de taken in de Wmo en de uitvoering van de participatiewet.
In het onderzoek ligt de focus op het democratisch proces, dat wil zeggen de besluitvorming in de gemeenteraad rond de gemeentelijke taken in het sociaal domein. Het gaat hierbij om hoe het proces van plan- en besluitvorming plaatsvindt en hoe raadsleden dit ervaren; welke knelpunten ze in de sturing van beleid tegenkomen en hoe ze daarmee omgaan.
In de conclusie vat het Rob de belangrijkste bevindingen van het onderzoek samen. Deze zijn hieronder terug te lezen.
- De wettelijke kaders waarbinnen gemeenten bij de decentralisaties in het sociaal domein moeten werken beperken de beleidsvrijheid van de gemeenteraad.
- Gemeenteraadsleden hebben gemiddeld genomen maar beperkte kennis van de ruimte die zij binnen deze wettelijke kaders wel hebben.
- Door de beperkte financiële middelen en stijgende uitgaven, zijn financiële kaders in toenemende mate bepalend voor politieke keuzes. Dit wordt versterkt door een gevoel van taboe onder raadsleden op bezuinigingen op zorg, met name jeugdzorg.
- Uit kadernota’s vastgesteld door gemeenteraden blijkt dat een heldere visie op het sociaal domein ontbreekt. Het ontbreekt veelal aan concreet geformuleerde doelen, activiteiten en/of processen.
- De meeste raadsleden wensen actiever te sturen. Daarvoor is nodig dat het college en de ambtelijke organisatie inspelen op de (informatie)vraag vanuit de raad. Zij kunnen bijvoorbeeld bij het opstellen van adviezen en nota’s rekening houden met het perspectief en de sturende rol van de gemeenteraad.
- Gemeenteraden geven aan dat de dynamiek binnen het netwerk van het sociaal domein complex en moeilijk te voorspellen is, mede doordat zij slecht zicht op ontwikkelingen hebben. Zij hebben eigenlijk behoefte aan een periode van rust in de sector.
- Het sociaal domein is een gevoelige kwestie binnen veel gemeenteraden; het gaat tenslotte om impact op de levens van kwetsbare inwoners. Dit maakt dat keuzes minder gemakkelijk genomen worden.
- Raadsleden hebben ook oog voor andere belangen zoals de houdbaarheid van diverse gemeentelijke voorzieningen en de werkgelegenheid die lokale zorgbedrijven verschaffen. De financiële problematiek binnen het sociaal domein leidt veelal tot bezuinigingen op lokale voorzieningen in andere domeinen.
- De marktwerking onder zorgaanbieders staat haaks op de wens tot onderlinge samenwerking binnen het sociaal domein en het realiseren van maatschappelijke waarden en wensen.
- Het optuigen van regionale samenwerkingsverbanden ertoe dat de sturing (gedeeltelijk) verlegd wordt van de gemeenteraad naar de regio.
- Door blijvende bemoeienis van het Rijk blijft de autonomie van de gemeenteraad beperkt en de rolverdeling tussen gemeente en Rijk onduidelijk. Het Rijk moet een keuze durven maken.
Aanbevelingen voor raadsleden
Op basis van bovenstaande bevindingen formuleert het ROB een aantal aanbevelingen aan gemeenteraadsleden om sturing op het sociaal domein te verbeteren:
- Stel jezelf als raad op als opdrachtgever aan het college en maak een duidelijke taakverdeling, stel bovendien eisen aan wat volgens jou goede beleidskaders zijn.
- Maak maatschappelijke waarden leidend in kaderstelling en maak duidelijk welke concrete effecten bereikt dienen te worden.
- Stel indicatoren op waaraan beleidsdoelen af te meten zijn. Denk hierbij aan maatschappelijke effecten en procesmatige doelen. Koppel hieraan ook een informatievraag richting het college.
- Houd scherp in de gaten of ontwikkelingen vastgelegd in rapportages nog in lijn zijn met de vooraf opgestelde doelen.
- Zoek de samenwerking met andere gemeenteraden die betrokken zijn bij regionale samenwerking en stem ook daarmee af.
- Wees bereid te vragen om ondersteuning door de griffie en scholing die u ondersteunt in het uitvoeren van uw taak als raadslid.
Wil je het complete rapport inclusief aanbevelingen aan onder andere gemeenteraadsleden, maar ook aan wethouders, burgemeesters, griffies, het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) teruglezen? Klik dan hier om het rapport te downloaden (pdf).