Versterking rol en positie raad vraagt extra opleiding en ondersteuning

Versterking rol en positie raad vraagt extra opleiding en ondersteuning

Om de gemeenteraad effectiever te laten functioneren en zijn positie als hoogste bestuursorgaan waar te maken, is meer opleiding en betere ondersteuning nodig. Ook dient de raad zich minder te verliezen in details en zouden raadsleden beter en meer naar elkaar moeten luisteren. Raadsleden geven dat advies in het onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden “Rol en positie van de gemeenteraad”. 

⇒ Download

Behalve raadsleden hebben ook collegeleden meegewerkt aan de enquête over de rol en de positie van de raad. Wethouders en burgemeesters adviseren raadsleden en de raad, zo blijkt uit het onderzoek, vooral op een drietal punten zichzelf te verbeteren:

  1. Focus op hoofdlijnen en hoofdzaken;
  2. Bewustzijn van rol: algemeen belang gaat boven eigen belang;
  3. Kwaliteit van raadsleden verhogen.

Hoogste bestuursorgaan

Uit het onderzoek van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden blijkt dat krap de helft van de raadsleden (54 procent) vindt dat de raad ook echt het hoogste bestuursorgaan is. Voor een derde deel (32 procent) is de raad in de praktijk (zeker) niet het hoogste noch meest invloedrijke bestuursorgaan. Bovendien blijkt dat de loyaliteit van raadsleden vooral bij de eigen opvattingen en de eigen fractie ligt en nauwelijks bij de gemeenteraad.

Welke van de volgende aspecten vindt u als raadslid het meest belangrijk in uw functioneren?

  1. Loyaliteit aan mijn fractie - 45 procent
  2. Loyaliteit aan mijn eigen opvattingen - 41 procent
  3. Loyaliteit aan de gemeenteraad - 9 procent
  4. Loyaliteit aan de coalitie - 4 procent
  5. Weet ik niet/geen mening - 1 procent
  6. Loyaliteit aan de oppositie - 0 procent

De enquete is ingevuld door 1645 raadsleden, dat is 18,45 procent van de actieve raadsleden. Wethouders en burgemeesters is in hetzelfde onderzoek ook gevraagd hoe zij oordelen over de positie en invloed van de gemeenteraad. Voor bijna de helft (47 procent) van de collegeleden is in zijn/haar gemeente de gemeenteraad een gelijkwaardige partner van het college van B en W. Voor een kwart van de wethouders en burgemeesters (25 procent) is de gemeenteraad geen gelijkwaardige partner van het college van B en W.

Bijna een kwart (23 procent) van de collegeleden geeft de raad een onvoldoende, dat wil zeggen een 5 of lager. Gemiddeld geven wethouders en burgemeesters het cijfer 6,4 voor het functioneren van de gemeenteraad. Van 18 procent van de collegeleden krijgt de raad een 8 of hoger.

Wie heeft het meeste invloed

Raadsleden vinden dat wethouders de meeste invloed hebben op het gemeentelijk beleid, meer dus dan de gemeenteraad zelf. Ook de wethouders en burgemeesters vinden dat zij zelf meer invloed hebben op het gemeentelijk beleid dan de gemeenteraad als hoogste bestuursorgaan. De top-6 volgens raadsleden ziet er als volgt uit (met tussen haken de score volgens de burgemeesters en wethouders):

  1. Wethouders 38 procent (52 procent, volgens collegeleden)
  2. Gemeenteraad 35 procent (33 procent, volgens collegeleden)
  3. Ambtelijke organisatie 19 procent (8 procent, volgens collegeleden)
  4. Burgemeester 4 procent (3 procent, volgens collegeleden)
  5. Gemeentesecretaris 1 procent (0 procent, volgens collegeleden)
  6. Griffier 0 procent (0 procent, volgens collegeleden)

Taak van raadslid

De volksvertegenwoordigende rol wordt vaak door raadsleden genoemd als de belangrijkste van de drie rollen, kaders stellen, controleren en volksvertegenwoordiging. Meer dan de helft (59 procent) van de raadsleden onderstreept dat door het (zeer) eens te zijn met de stelling dat “je als raadslid moet weten wat er bij inwoners leeft en welke oplossingen men in gedachten heeft.”

Raadsleden verwoordden dat op diverse wijzen: “Emoties moeten zeker niet worden genegeerd, maar het vertolken is een ander verhaal. Een toetsing vooraf op redelijkheid en juistheid is noodzakelijk”. “Als raadslid is het belangrijk om het algemeen belang niet uit het oog te verliezen”. “Een raadslid is geen ‘doorgeefluik’ voor de opvattingen en emoties van inwoners. Wel is het van belang goed op de hoogte te zijn van wat er leeft”. “Ik ben het er zowel sterk mee eens als sterk mee oneens. Het is een paradox die constant levend gehouden moet worden. Luister naar de inwoners, handel overeenkomstig de waarden waar je zelf voor staat!”. “Je moet weten wat leeft onder inwoners, maar dat is wat anders dan met alle winden meewaaien.”

Desondanks scoort het vertegenwoordigen van de opvattingen en ideeën van inwoners met 44 procent onder raadsleden het hoogste, gevolgd door “met een volmacht van de kiezer handelen op basis van eigen ideeën en overwegingen” (22 procent) en het “uitvoeren van de politieke standpunten van de eigen partij” (18 procent). 

Kennis van wet- en regelgeving

Tegelijkertijd blijkt krap meer dan de helft (51 procent) van de raadsleden het (sterk) oneens te zijn met de stelling “voor een goed functioneren als raadslid is het niet noodzakelijk om veel kennis te hebben van wet en regelgeving”. Een kwart van de raadsleden is het (sterk) eens met deze stelling en vindt veel kennis van wet- en regelgeving dus niet noodzakelijk. “Je hoeft als raadslid niet ook een beleidsmedewerker te zijn”. “Het is niet noodzakelijk wanneer er een goede griffie is die helpt de wensen van raadsleden te vertolken naar concrete, goed onderbouwde eisen. Als die ondersteuning er niet is, moet het raadslid wel degelijk zelf kennis van wet- en regelgeving hebben om niet met een kluitje in het riet te worden gestuurd.” “Het raadslid hoeft geen jurist te zijn, maar moet wel weten waar zij/hij de kennis kan halen”.

Collegeleden vinden het ook belangrijk dat raadsleden kennis van wet- en regelgeving hebben. Iets meer dan een derde deel van de wethouders en burgemeesters (36 procent) vindt dat het “voor een goed functioneren als raadslid het niet noodzakelijk is om veel kennis te hebben van wet- en regelgeving”.

Functioneren van de gemeenteraad

De meeste ondersteuning krijgen raadsleden van de eigen fractie (86 procent). Verder scoren de griffier (76 procent) en de persoonlijke omgeving, dat wil zeggen familie en/of vrienden (47 procent) hoog op ondersteuning bij de uitvoering van werkzaamheden. De ondersteuning door de burgemeester (21 procent), de wethouder (33 procent) en de collega-raadsleden (27 procent) scoren duidelijk lager.

Helemaal verrassend is het daarom niet dat de griffier niet als beste scoort als het gaat om de ondersteuning van de raad. De eigen fractie krijgt van de raadsleden een rapportcijfer 7,7 en scoort daarmee nipt hoger dan de griffier die blijft steken op een 7,4. De andere actoren in de lokale democratie scoren lager: de burgemeester (6,8), de gemeenteraad als collectief (6,8), de ambtelijke organisatie (6,5) en de wethouder scoort het laagste met een 6,4.

Advies voor nieuwe raadsleden en raad

Om als raadslid effectief te kunnen functioneren, is raadsleden gevraagd welk advies zij hebben voor nieuwe raadsleden. De vaakst genoemde adviezen zijn:

  1. Doe vooraf veel kennis en ervaring op;
  2. Heb veel contact met fractieleden, andere partijen en inwoners;
  3. Blijf jezelf.

Om de gemeenteraad effectiever te laten functioneren, zijn ook veranderingen nodig, volgens de raadsleden. De belangrijkste veranderingen die het vaakst genoemd worden zijn:

  1. Het bieden van faciliteiten (kennis, scholing, cursus, ondersteuning voor professionalisering);
  2. Duidelijk en kort in hoofdlijnen, minder details;
  3. Meer en beter luisteren naar elkaar,  minder partijen en verjonging.

Ook collegeleden, zo blijkt uit het onderzoek, vinden het (zeer) noodzakelijk dat raadsleden meer opleiding en training volgen op de drie kernrollen van de raad (kaders stellen, controleren en volks vertegenwoordigen). Daarbij merkt 60 procent van de collegeleden op dat raadsleden te veel tijd besteden aan activiteiten binnen het gemeentehuis, zoals commissies en vergaderingen.

Verantwoording

Het onderzoek naar de rol en de positie van de gemeenteraad is door Overheid in Nederland in de eerste helft van 2017 uitgevoerd onder raadsleden en collegeleden om vast te stellen in hoeverre de gemeenteraad fungeert als het hoogste bestuursorgaan.

Voor de resultaten en toelichting op het onderzoek "Rol en positie van de gemeenteraad" klik hier.