
Vertrekkend rekenkamer-directeur: "Meer aandacht voor saaie dingen en routine"
Meer aandacht voor “de kleine kwaliteit” in ambtelijke organisaties zal de transparantie in het lokaal bestuur vergroten. Ook gemeenteraden profiteren daarvan, zegt Jan de Ridder, vertrekkend directeur van de Rekenkamer Metropool Amsterdam.
“De saaie, routinematige taken krijgen niet altijd de aandacht die ze verdienen”, zegt De Ridder. Dat was ook een belangrijke constatering in de raadsenquête die Amsterdam in 2015 hield naar de financiële functie. Aanleiding was dat er per abuis honderden miljoenen naar inwoners waren overgemaakt. “Een menselijke fout, die voorkomen had kunnen worden met een bestedingslimiet. De gemeenteraad had die vastgesteld, maar die taak was alleen niet afgemaakt, niet geïmplementeerd. Die kleine dingen - het moet nog even gebeuren - gaan dus niet vanzelf goed. Dat heeft te maken met cultuur, met de sfeer in de organisatie.”
Informatie reconstrueren
De informatievoorziening in gemeenten is naar De Ridders idee niet op orde. Terwijl dat, zowel voor gemeenteraden als voor rekenkamers zeer wezenlijk is. “Als wij beginnen aan een onderzoek zijn we veel tijd kwijt aan het reconstrueren van de informatie.” Nette overzichten ontbreken, “terwijl registreren, monitoren, archiveren standaard bij de overheid horen.”
Ook vervelend voor ambtenaren
Dat is volgens hem niet alleen vervelen voor de onderzoekers, maar betekent veel extra werk voor de ambtelijke organisatie. “Het kost hen veel tijd als ze zich moeten verantwoorden. En het duurt vaak lang voordat raadsvragen zijn beantwoord.”
De Ridder vertelt hoe hij zich tijdens zijn eigen raadslidmaatschap in Haarlem al verbaasde hoe moeilijk het is voor een gemeenteraad om ‘in control’ te zijn, vertelt hij in het ambtenaren- en bestuurdersvakblad Binnenlands Bestuur. Dit vraagstuk bleef hem als lid van de rekenkamer van Amsterdam en Zaanstad bezighouden. “Het komt niet omdat ambtenaren niet deugen. Ik heb altijd in die gemeentelijke organisaties goede, gemotiveerde en hardwerkende ambtenaren ontmoet. Het cliché van de 9-tot-5-ambtenaar klopt echt niet. Maar bij de organisatie in zijn geheel gaan toch structurele dingen mis. Dat heb ik in mijn boek willen laten zien. Wellicht is dat wat ik zag de valkuil van die ‘aanpakkende’ ambtenaren: de standaarddingen in de bureaucratie worden teveel verwaarloosd. En dat is moeilijk oplosbaar.”
Boze burgers en raadsleden
Juist transparantie maakt volgens hem in veel overheidsorganisaties geen deel uit van de organisatiecultuur en vanzelfsprekend is dat al helemaal niet, aldus De Ridder. Grip vergroten en verantwoording afleggen hangen volgens hem nauw samen. “Je moet zelf weten wat er aan hand is om verantwoording te kunnen afleggen. Andersom geformuleerd: als je als gemeentebestuur middenin de samenleving wilt staan en continu wilt laten zien waarmee je bezig bent, dan is grip nodig. Door transparantie en openheid komen kleine problemen eerder aan het licht en blijven ze hanteerbaar. Nu etteren problemen vaak door tot ze te groot zijn. Dan krijg je boze burgers en boze raadsleden. Je kunt het ook klein houden.”
Meer informatie
Ter gelegenheid van zijn afscheid schreef De Ridder een boek over het lokaal bestuur vanuit het perspectief van een rekenkamer, getiteld ‘De transparante overheid. Grip vergroten en verantwoording afleggen’. Het boek is verschenen bij uitgeverij Van Gennep. Isbn 9789461645548.
Voor meer informatie over hoe de gemeenteraad grip krijgt op de informatievoorziening klik hier voor onze themapagina informatievoorziening, 1 van de 9 raadstegels om tot een sterke raad te komen.