Voorzitter Peter Otten blij met opmerkingen minister Plasterk

Voorzitter Peter Otten blij met opmerkingen minister Plasterk

De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden is blij met de opmerkingen van minister van Binnenlandse Zaken, Ronald Plasterk, zondagavond in Nieuwsuur, dat het raadswerk aantrekkelijker moet worden door een degelijke beloning. De minister zei dat de vergoeding voor raadsleden zéker niet slechter moet worden. Ook gaf hij aan meer geld te willen investeren in de kwaliteit van het raadswerk. 

Peter Otten, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden is het eens met de minister dat ‘de vergoeding in elk geval zéker niet slechter moet worden. ‘Wij zouden graag zien dat de raadsvergoedingen meer in verhouding staan met de inspanningen die het werk vraagt. Als raadslid ben je gauw 15 tot 20 uur per week kwijt aan vergaderen, overleg met de achterban en het doornemen van vergaderstukken.’ 

Onkostenvergoeding raadsleden gelijk trekken

'Alle raadsleden krijgen een onkostenvergoeding. Ik ben blij dat in het overleg met de andere beroepsverenigingen en koepelorganisaties met de minister ons voorstel voor het meer gelijk trekken van de onkostenvergoeding door alle beroepsverenigingen en koepels is ondersteund. Per slot van rekening kosten het krantenabonnement op Vlieland even veel als in Utrecht en voor een kop koffie met je achterban betaal je in Roermond ongeveer even veel als in Alkmaar. Die verschillen hebben we weten recht te trekken. Maar misschien heeft de minister met zijn reactie een nog positievere wending aan deze afspraak willen geven.’

Ondersteuning voor raadsleden

Raadsleden doen het raadswerk niet voor het geld, ook al kost het hen vaak 15 tot 20 uur per week. Voorzitter Otten: ‘Ik heb respect voor degenen die het raadswerk tot nu toe gedaan hebben, dat willen blijven doen en natuurlijk als nieuweling zullen gaan doen. Als beroepsvereniging voor raadsleden zullen wij hen daarbij ondersteunen door vooral in te zetten op het 'hoe'. Samen met onze kennispartners, de Vereniging van Griffiers, VNG en ministeries, waaronder vooral het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zullen wij in 2014 veel energie stoppen in de kwaliteit van het raadswerk.’

Kwaliteit raadsleden

De voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden is het eens met de deskundigen die zeggen dat de raadsleden nog onvoldoende zijn toegerust om alle risico's te kunnen overzien die de nieuwe taken met zich meer brengen. ‘Maar ik ben het ook eens met de minister die zegt dat het inhoudelijke van de vraagstukken wordt voorbereid door de wethouders met hun ambtenaren. Raadsleden hoeven die deskundigheid niet per sé te hebben, maar ze moeten wel zodanige kennis hebben van de materie dat ze aan het college aanwijzingen kunnen geven hoe in een gemeente maatwerk kan worden ontwikkeld. Vervolgens moeten zij een oordeel kunnen geven over de voorstellen en periodiek ook vast kunnen stellen of alles is gegaan zoals afgesproken. En last but not least dan de geldmiddelen daarvoor beschikbaar stellen. Alleen de gemeenteraad kan er voor zorgen dat het college met de ambtenaren ook over voldoende financiële middelen beschikt om de taken goed uit te kunnen voeren.’

Rekenkamer helpt de raadsleden  

Raadsleden staan er niet alleen voor. De gemeenteraad kan met behulp van de rekenkamer of de rekenkamercommissies tot een oordeel komen. ‘In 2014 zullen wij daarvoor een project ontwikkelen. Kortom, goed dat er signalen worden afgegeven. Dat houdt je scherp, maar deze moeten niet de indruk wekken dat er nog niets is gebeurd. Wij willen als politiek onafhankelijke beroepsvereniging ons samen met alle 9000 raadsleden en de griffiers inzetten voor een kwalitatief goede gemeenteraad’, aldus voorzitter Peter Otten van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.