Wettelijke integriteitstoets wethouder onwenselijk

Wettelijke integriteitstoets wethouder onwenselijk

Een verplichte wettelijke integriteitstoetsing van een kandidaat-wethouder suggereert ten onrechte dat daarmee integriteitsproblemen voorkomen kunnen worden.

De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden meent daarom dat het voorstel voor een dergelijke wettelijke vastgelegde toetsing eerder symbolisch van aard is dan dat het een bijdrage vormt aan het bevorderen van de integriteit of het tegengaan van niet-integer handelen door wethouders.

Wetsvoorstel integriteitstoets

De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden trekt deze conclusie in zijn reactie op het conceptwetsvoorstel dat minister van Binnenlandse Zaken, Hugo de Jonge, voorbereidt om de integriteitstoets van wethouders wettelijk vast te leggen.

Volgens de vereniging is het nut en noodzaak van een wettelijke vastlegging van de toets niet aangetoond. “De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden waagt te betwijfelen of een wettelijk voorschrift de panacee is voor het realiseren van een integer bestuur.”

Het voorstel getuigt van een gebrek aan vertrouwen in de gemeenteraad als hoogste bestuursorgaan in de gemeente.

Rol burgemeester

In de verplichte wettelijke integriteitstoets zou volgens het wetsvoorstel een sleutelrol zijn voor de burgemeester vanwege zijn taak om de integriteit te bevorderen. De raad zou slechts worden geïnformeerd over de uitkomsten en aanbeveling. Door de verantwoordelijkheid voor het integer handelen bij de burgemeester te leggen, ontstaat een ongemakkelijk en vooral onwenselijke situatie: de raad is het hoogste orgaan en gaat over de benoeming van wethouders.

De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden geeft daarom de voorkeur dat de raad in dit proces een leidende rol krijgt. Dat geldt niet alleen bij de analyse vooraf, maar te meer voor de controle tijdens het ambt: niet-integer handelen moet worden bestreden door gedegen democratische controle.

Gebrek aan vertrouwen

“Het voorstel getuigt volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden van een gebrek aan vertrouwen in de gemeenteraad als hoogste bestuursorgaan in de gemeente. Bovendien wekt het voorstel bij de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden de indruk dat hier mogelijk sprake is van een ongewenst voorsorteren op een mogelijk directe verkiezing van de burgemeester waarbij de benoeming van de wethouders als verantwoordelijkheid niet langer bij de gemeenteraad, maar bij de burgemeester komt te liggen", zo schrijft de vereniging in zijn reactie.

Vertrouwenscommissie

De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden stelt vast dat het wethouderschap een publieke functie is. De raad benoemt de wethouder en heeft daarom volgens de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden recht op alle informatie die van belang is voor het benoemen van een wethouder.

Dat de burgemeester straks – in het geval dat het wetsvoorstel de eindstreep haalt – feitelijk bepaalt welke informatie wordt gedeeld, verhoudt zich niet goed met dat uitgangspunt, constateert de vereniging in zijn reactie.

De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden geeft de minister daarom in overweging te kiezen om de raad te informeren via een daartoe in te stellen commissie uit de raad, vergelijkbaar met de vertrouwenscommissie, in plaats van de burgemeester.

Bedreiging

Kandidaat-wethouders moeten geloofsbrieven overleggen, aan gedragscodes voldoen en worden in de praktijk al uitgebreid getoetst.

“De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden vreest dat een proces van benoeming dat met nog meer wettelijke vereisten en procedures wordt opgetuigd geen bijdrage vormt om de pool van kandidaat-wethouders te vergroten, eerder het tegendeel.” 

Meer informatie

De volledige reactie van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden op het conceptwetsvoorstel om tot een wettelijke integriteitstoets van wethouders te komen, kunt u hier vinden