Zes adviezen voor de raad

Zes adviezen voor de raad

De strijd om de raadszetels is losgebarsten. Met nog minder dan vijf weken tot de verkiezingen halen kandidaten alles uit de kast om elkaar de loef af te steken. Toch zal men na 21 maart de strijdbijl moeten begraven en samen aan de slag gaan in de nieuwe raad. In 2017 is een reeks interactieve workshops gehouden om de rolneming van raadsleden in de veranderende verhoudingen onder de loep te nemen. Hier zijn zes adviezen uit voortgekomen. 

De raad stelt kaders, controleert en vertegenwoordigt de inwoners van de gemeente. Hoe de raad die rollen precies invult, kan zij in grote mate zelf bepalen. Maar dat gaat alleen op als de raad aan de voorkant zelf positie en spelregels kiest. Doet ze dat niet, dan beland je in een rol die andere actoren hebben bepaald – vaak zonder daar erg veel over na te denken. Als je wil sturen moet je wel aan de voorkant zelf dingen doen. 

Deze vraagstukken zijn voorgelegd aan tientallen raadsleden door het land. Op basis daarvan heeft WagenaarHoes zes adviezen opgesteld. Lees de hele publicatie hier terug. 

1.     Organiseer het metagesprek

Om als raad geen speelbal maar spelverdeler te zijn, is het nodig om regelmatig te reflecteren op hoe je het doet. Ook voetballers kijken de wedstrijd terug! Bespreek hoe je omgaat met de politieke vs. de bestuurlijke rol van de raad, met ruimte voor maatwerk en initiatief en met dingen die misgaan. Organiseer dit in overleg met de griffie: periodiek, met of zonder college, al dan niet met coaches van buiten. 

2.     Besteed meer aandacht aan proceskaders: bepaal de spelregels voor participatie

Meer co-creatie tussen inwoners en gemeente en meer loslaten hoeven niet te betekenen dat je rol als raad kleiner wordt. Juist in deze ontwikkeling is het cruciaal dat spelregels worden ontwikkeld en gehandhaafd, waarbij zorgvuldig wordt omgegaan met verschillende belangen die in de samenleving zijn. Pak daar je rol als raad! Stel kaders en hou als volksvertegenwoordiger goed in de gaten hoe dit uitwerkt. 

3.     Zorg dat je aan de voorkant komt

Je kunt alleen echt op hoofdlijnen sturen wanneer je voldoende aan de voorkant begint. Wacht niet af tot er voorstellen vanuit het college komen, maar wees proactief. Werk bijvoorbeeld vanuit een raadsagenda; neem het initiatief om zelf als raad rond belangrijke thema’s eerder aandachtspunten te formuleren die de ambtelijke organisatie en het college kunnen meenemen. 

4.     Maak de werkdruk hanteerbaar – vermijd ballast

Als je over alles wilt meepraten en beslissen, kun je nergens echt aandacht aan besteden. Maak keuzes: wat zijn de belangrijke en bepalende zaken? Zorg dat je daar als raad aan de bal bent. Bijvoorbeeld door in het Omgevingsplan op die thema’s te werken met kwaliteitseisen in plaats van dichte normen, gebruik makend van het adviesrecht van de raad. Maar maak daarvoor ook ruimte, door andere minder belangrijke zaken te delegeren aan het college. 

5.     Creëer meer grip in regionale samenwerking door procesafspraken

Laat je niet wijsmaken dat je als raadslid het nakijken hebt bij regionale samenwerking. Claim aan de voorkant ruimte om kaders te stellen en te bepalen wat je loslaat. Formuleer duidelijk wat wilt zien in voorstellen vanuit bovenlokale samenwerkingsverbanden. Natuurlijk sta je in samenwerkingsverbanden nooit alleen aan het stuur, maar dat geldt ook voor de andere samenwerkingspartners. 

6.    Investeer in je team 

De rol van raadslid is boeiend en veelzijdig. Als je die voor het eerst mag gaan spelen, komt er veel op je af. Investeer in nieuwe raadsleden, neem hen mee in het denken over de eigen rol en organiseer reflectiemomenten. Benut ook vooral hun frisse blik en verwonderde vragen, ook als spiegel voor de vanzelfsprekendheden bij ervaren raadsleden.